BC II _ TV 271

Question 1

Drainering membraam aan de muurvoet

Answer 1

150 mm

Question 2

Diktes geprefabriceerde metselwerk

Answer 2

12, 14 en 19

Question 3

Mechanische prestaties metselwerk

Answer 3

aard
type
sterkte
opvulling

Question 4

open stootvoeg

Answer 4

1 open stoorvoeg per strekkende meter

Question 5

Tolerantie klasse

Answer 5

T1, T1+, T2, T2+, Tm

Question 5

uitzet voeg

Answer 5

1 uitzet voeg per 25 à 30 cm

Question 6

Spreiding

Answer 6

R1, R1+, R2, R2+, Rm

Question 7

lengte =

Answer 7

strek

Question 8

breedte =

Answer 8

kop

Question 9

hoogte =

Answer 9

dikte

Question 10

K =

Answer 10

koppenmaat = kop + voeg

Question 11

sterk =

Answer 11

2 koppen + voeg

Question 12

soorten voegen (3)

Answer 12

traditioneel
- gevelsteen: 10-12 mm
- snel bouwsteen: 15 mm

dunbed
- gevelsteen: 8 mm
- snel bouwsteen: /

lijmen
- gevelsteen: 5 mm
- snel bouwsteen: < 3 mm

Question 13

soorten dorpels (2)

Answer 13

lichte dorpels
- materiaal: aluminium, kunststof
- plaatsen: schrijnwerker, geen voorbereiding metser

massieve dorpels
- materiaal: BBH, natuurstenen, beton
- plaatsen: zijdelings (niet) ingewerkt in metselwerk

Question 14

uitvoeringsklasse (2)

Answer 14

uitvoeringsklasse N (normaal)
- doorlopend toezicht gekwalificeerd personeel van het bedrijf

uitvoeringsklasse S (speciaal
- doorlopend toezicht gekwalificeerd personeel van het bedrijf + regelmatige controle gekwalificeerd personeel NIET van het bedrijf

Question 15

evoluties en innovaties (5)

Answer 15

• technische karakteristieken verbeteren
• thermische prestaties verbeteren
• oplossingen bouwknopen
• ecologische voetafdruk verkleinen
• uitvoeringsfase optimaliseren

Question 16

metselwerk verbeterde milieu-impact (7)

Answer 16

• impact productie verlagen
• transport beperken
• gebruiksfase verlegen
• onderhoud beperken
• verwerking optimaliseren
• bakproces temperaturen beperken –> dunnere gevelsteen
• dunnere gevelsteen –> dikte muur beperkt –> dikkere isolatie

Question 17

soorten spouwmuren (3)

Answer 17

• niet geventileerd
• geventileerd
• sterk geventileerd

Question 18

hoofdmanieren gebouwen optrekken (4)

Answer 18

• massief
• skelet
• balken/ palen
• CLT = Cross Laminated Timber

Question 19

gebruikgeschiktheidsverklaring (7)

Answer 19

BENOIR
- baksteen
- kalkzandsteen
- beton
- geautoclaveerd cellenbeton
- kunststeen

ATG
- natuursteen
- gipsblokken

Question 20

classificatie metselstenen (uitzondering gipsblokken) (2)

Answer 20

• categorie 1: hoog betrouwbaarheidsniveau van druksterkte
• categorie 2: andere

Question 21

classificatie metselstenen (uit bakstenen en kalkzandstenen)

Answer 21

• U (onbeschermd/ unprotected) = NIET beschermd tegen water (decoratief metselwerk = vormbaksteen, handvormsteen, …)
• P (beschermd/ protected) = bestand tegen regen, vorst-dooicycli en boden/ grondwater (NIET-decoratief metselwerk = strengpers )

Question 22

soorten mortel (3)

Answer 22

industriële mortel
- prestatiemortel
- receptmortel

gedoseerde mortel
- cement
CEM 1 = hoge sterkte, sneller, koud weer
CEM 3 = langer, warm weer, agressief milieu
- kalk
- zand
diameter = 1,1-2 mm
te fijn –> gevoeliger, krimp, meet toeslagstoffen nodig
- toeslagstoffen

lij basis van gips
- gipsblokken

Question 23

goeie duurzaamheid mortel

Answer 23

W/C-factor= 0,3-0,7

Question 24

mortel type (3)

Answer 24

G = algemene toepassing
- metselmortel

T = dunnen voegen mortellijm
- granulaatafmeting =< 2 mm
- verbeterde hechtingskarakteristieken

L = lichtgewichtmortel
- droge volumiekemassa =< 1300 kg/m³

Question 25

muurankers

Answer 25

= belasting van ene metselwerkwand aan de andere doorgeven
- roestvaststaal
- horizontale krachten van buitenspouwblad naar binnenspouwblad
- stabiliteit buitenspouwblad

• 5 ankers/m²
• min. verankeringslengte = 30 mm
• min. mortel achter anker = 20 mm
• brogh –> verankeringslengte min. 300 mm

Question 26

bandstaal

Answer 26

= bandijzer = muren uit metselwerk bevestigen aangrenzende componenten
- weerstand trekkracht

Question 27

balkschoen

Answer 27

= voorzieningen balk of dakspant ondersteunen
- dwarskrachten overdragen op muren

Question 28

consoles

Answer 28

= voorziening structureel element bevestigd en metselwerk ondersteunt
- fabrikant = KORBO

Question 29

lateien

Answer 29

= structureel horizontaal steunelement dat bovenzijde opening afsluit en bovenbouw ondersteunt
- samengesteld uit: staal, geautoclaveerd cellenbeton, kunststeen, beton, metselwerk, hout, kalk, …

• max. overspanning = 4,5 m
• opleglente = 100 mm

Question 30

lintvoeg wapening

Answer 30

= opvangen kleine spanningen in muur

• min. opleglengte = 250 mm
• structurele toepassing
  –> D >= 3 mm
• NIET-structurele toepassing
  –> D >= 1,25 mm

Question 31

fabrikant Perinsul

Answer 31

Foamglas

Question 32

fabrikant Gehydrofobeerde kimbloc

Answer 32

Xella

Question 33

fabrikant Marmox

Answer 33

Albintra

Question 34

fabrikant PLS lambda

Answer 34

Wienerberger

Question 35

fabrikant Lamda blok

Answer 35

Ploegsteert

Question 36

fabrikant K-block

Answer 36

Dumoulin OF juwö

Question 37

materiaalkeuze

Answer 37

MX4 = blootstelling aan een met zout verzadigd lucht, aan zeewater of aan dooizouten

MX5 = chemische agressieve omgeving

Question 38

REI

Answer 38

R = brandstabiliteit
E = vlambaarheid
I = thermische isolatie

Question 39

brandreactieklasse (3)

Answer 39

brandbaarheid:
- A1 = onbrandbaar
- A2 = weinig brandbaar
- B, C, D = moeilijke - goed brandbaar
- E = zeer brandbaar
- F = niet geklasseerd

rookontwikkeling
- S0 = geen
- S1 = beperkt
- S2, S3 = onbeperkt

brandende druppels
- D0 = geen
- D2, D3 = onbeperkt

Question 40

steen
3/4 steen
1/2 steen
1/4 steen
1/2 steen in lengte
steen me stuk af

Answer 40

hele steen
driekwart/ drieklezoor
halve steen
kwart/ klezoor
klisklezoor
lepe steen

Question 41

Broof

Answer 41

blootstelling aan vliegvuur

Question 42

Fabrikant Cedral

Answer 42

Gevel bekleding