BC II _ examenvragen Flashcards
Neg =
openingen in een muur met wijd uitlopende zijkanten, zoals voor een deur of een raam
Roof lat =
houten/ metalen lat op dak bevestigd, dient als ondersteuning en bevestigingspunt voor dakbedekking + creëert afstand voor ventilatie
Sarkingdak =
isolatiepanelen rechtstreek op kepers/ spanten aangebacht (van buitenaf isoleren) (renovaties) (EPS,PUR,XPS)
Windveer =
houten rand, kunststof of metaal op de kop van een hellend dak
Kimfixatie =
mechanische bevestiging Amerikaanse EPDM rubber steviger dan lijm
Skylux =
lichtkoepels, lichtstraten, verandasystemen, gevelpanelen en kunststofplaten
Druklaag potten en balken =
30 mm
Hygrovariabele dampremmen =
dampschermen waarvan waterdampdiffusieweerstand µd varieert in functie van relatieve vochtigheid die heerst aan weerszijden van het membraan (indien voorwaarden voldaan –> dan droging in de zomer toelaten en bevochtiging in de winter beperken)
Strijkbalk =
balk die direct lang een bouwmuur loopt
Dak doorvoer doorboren =
30 cm of 300 mm
Temp. Plat dak
70°C – grijs materiaal
80 °C – zwart materiaal
… x dikker isolatie koude kant duodak
1,5
Helling
Warm dak = 1 %
Omgekeerd dak = 2%
Nieuwbouw >= 2%
Plat dak min. hoogte loden slab tot ballast laag =
150 mm
Dwarsverbindingen houten balklagen (3)
- Andreaskruisen
- Klossen
- Bandijzer
Deflector =
soort afschermplaat om voorwerpen af te leiden van hun, oorspronkelijke koers