Basisstof 1-voedingsmiddelen Flashcards

1
Q

Voedingsmiddelen (bestaat uit 2 soorten)

A

Alles wat je eet of drinkt:

  1. voedingsstoffen: alles wat je lichaam kan gebruiken
  2. Vezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Plantaardige voedingsmiddelen

A

Het meeste wat je eet. Meestal eet je delen van een plant: wortels, stengels, bladeren, vruchten en zaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dierlijke voedingsmiddelen (2 soorten)

A
  1. Als je een deel van een dier eet (dus vlees)
  2. Als je een product eet dat van een dier komt: eieren, melk, boter, kaas, yoghurt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Schijf van 5

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly