Basis SPSS Flashcards
testen op examen
- runnen via SPSS
- runnen via syntax
- manueel runnen
- samenvatting geven
- document = volledige naam van test
- nooit zeggen dat p=0.000
–> kan nooit maar het zal heel klein zijn
extra exameninformatie
HELP functie SPSS mag niet gebruikt worden
ZOEK functie SPSS mag wel gebruikt worden
PC niet uitloggen & afmelden
indienden = bestanden in bepaalde map op bureaublad
output = alles van syntax maar overbodige verwijderen
verdeling = ook aantal vrijheidsgraden weergeven
soorten variabelen
afhankelijke & onafhankelijk
- onafhankelijke variabele = beïnvloed of veroorzaakt de studievariabelen
- afhankelijke variabele = wordt beïnvloed door andere variabelen
categorische variabelen
1. nominaal
- categoriën die mutueel exclusief zijn
- geen onderlinge rangorde
- vb: geslacht
2. ordinaal
- categoriën die mutueel exclusief zijn
- wel onderlinge rangorde
- vb: leeftijd
numerieke variabelen
1. interval
- gelijke intervallen = gelijke verschillen
- geen absolute 0
- vb: graden ceclius
2. ratio
- gelijke intervallen = gelijke verschillen
- absolute 0
- vb: graden kelvin
Z-test voor populatie gemiddelde
- hypothese
- H0 nul-hypothese: verwerpen of niet
- H0: μ = μ0
- H1 alternatieve hypothese
- H1: linkszijdig, rechtszijdig of links zijdig testen - voorwaarden
- continue variabele
- normaal verdeelde variabele
- sigma = standaard deviatie moet gekend zijn
T-test voor populatie gemiddelde
- hypotheses = gelijk
- voorwaarden
- continue variabele
- normaal verdeelde variabele
- sigma NIET gekend
–> gebruik van steekproef standaart deviatie - gebruik van T-verdeling
- 1 parameter
- aantal vrijheids graden = n-1
Chi-kwadraat test voor categorische variabele
= goodness-of-fitt-test
- hypothese
- H0: categorie van variabele voldoet aan vooropgestelde distrubutie
- H1: categorie is verschillen - test
- sommatie over categoriën
- verschil tussen Outcome & Excpected - Chi-kwadraat verdeling
- vrijheidsgraden: k-1 - voorwaarden
- E > 1 altijd
- max 20% van E < 5
hypothese test
begin = alfa-bepalen (significantie niveau)
- kritieke waarde methode
- overschrijd de teststatistiek de kritieke waarde?
- ja = significant resultaat, H0 verwerpen & H1 aanvaarden
- P-waarde = probabiliteit is dan kleiner als alfa - P-waarde methode
- probabiliteit = overschrijdingskans
- als H0 waar is, wat is dan de kans om de teststatistiek of nog een extremer resultaat te bekomen
- dicothone beslissings regel: P kleiner als alfa = H0 verwerpen - BI betrouwbaarheids interval
- ligt μ0 in het berekende interval
functies
- CDF-functie
- linker p-waarde of oppervlakte
- rechter p-waarde door 1 - CDF
- argumenten: (waarde van de verdeling, μ, sigma) of (waarde, df) - IDF-functie
- waarde van verdeling
- argumenten: (linker oppervlakte, μ, sigma)
- kritieke waarden opzoeken - variabelen waarvoor CDF & IDF geldig is
- normaal verdeling waarvoor X ≈ N (μ, sigma kwadraat)
- standaard normaal verdeling = normaal distributie waarvoor X ≈ N(0, 1)
- T-distributie X ≈ Tdf = maar 2 argumenten nodig
- Chi-kwadraat = ook maar 2
F-distributie
= Fischer’s distributie
- kenmerken
- assymetrisch
- rechts scheef ≈Chi-kwadraat
- enkel positieve waarde - parameters
- 2 keer vrijheidsgraden
- X ≈ F df1, df2
–> verhouding van 2 Chi-kwadraat distributies - gebruik
- varianties met elkaar vergelijken
- 3 argumenten voor CDF & IDF
SPSS
- gebruiksscherm
- eerste scherm dat opent
- alles vertrekt hieruit
- SPSS syntax = taal in SPSS die we moeten gebruiken - tabladen
- overview = nooit gebruiken
- data view = data structuren
- variable view - basis instellingen
- edit -> options
- viewer -> display commands in the log aanzetten voor output scherm te zien
test uitwerken
manueel
1. dummy waarde
2. compute
- variabele een waarde geven
- 2 methoden
- functie zelf typen
- functie kiezen door dubbelklik
- functie invullen
interface
1. paste
- vertaling naar syntax
- beter als op OK drukken want toont geschiedenis van werkingen
2. output scherm
3. decimalen aanpassen in variabel view
code achteraf opnieuw gebruiken
- eerste lijn: data set active, verwijderen
- heel precies: elke letter moet goed zijn = te zien aan kleuren
- runnen door groene play
datastructuur
- belang
- juiste structuur invullen in matrix
- anders werkt spss niet - gebruik
- per rij = 1 entiteit
- vb: proefpersoon, patient = allemaal op 1 rij
- per kolom = 1 variabele
basis acties SPSS
data:
1. split file
2. select cases
3. weigh cases
transform:
1. recode into same variables
2. recode into different variables
automatische ID toekennen
belang
- belangerijk bij zeer grote data sets
- terug sorteren na uitgevoerde acties
- transform
- compute variable
- casunum selecteren door dubbelklikken of verslepen
- links boven = naam van nieuwe variabele - paste naar syntax
- in variable view met linkermuis verslepen naar passende rij
- variabele eigenschappen via syntax aanpassen = recode
- variable labels naam ‘beschrijving’.
- variable level id(soort variabele aanpassen).
- formats id(F8.0).
- variable with id(8).
select cases
- data
- select cases
- if condition is satisfied
- variabele selecteren
- condities opstellen
- gebruik van =, <, >, => & =<
–> gelijk aan en/of groter/kleiner dan dan
- <> toont iedereen verschillend van
- or tussen haakjes gebruiken
- and of “&” - cases in date view zijn doorstreept = worden niet gebruikt = gebruik als controle
- select cases uitzetten
- data -> select cases -> all cases