Bacteriële infecties Flashcards

1
Q

Geef de behandeling van impetigo.

A

1) Hygiëne (wassen met isobetadine zeep)
2) Lokale AB: fusidine crème
3) Systemische AB: penicilline, cefalosporine als uitgebreid
4) Behandeling onderliggende aandoening (bv atopisch eczeem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de behandeling van een abces.

A

Evacuatie + ev systemische AB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke bacteriële infecties ontstaan thv de haarfollikel?

A

1) Folliculitis = oppervlakkig, uitgang haarfollikel
2) Furunkel = diep, gehele haarfollikel
3) Karbunkel = conglomeraat van meerdere furunkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de behandeling van folliculitis.

A

Topisch: antiseptica of AB crème (Fusidine)
Systemisch: AB (penicilline of cefalosporine) 7-10d

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de behandeling van een furunkel.

A

1) Antiseptica
2) Laten uitrijpen, incisie + drainage zo nodig
3) Systemische AB als ernstig, thv neus/gelaat of immuunsuppressie (penicilline / clindamycine / cefalosporine 7-10d)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de behandeling van een karbunkel.

A

1) Antiseptica
2) Laten uitrijpen, incisie + drainage zo nodig
3) Systemische AB als ernstig, thv neus/gelaat of immuunsuppressie (penicilline / clindamycine / cefalosporine 7-10d)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de behandeling van paronychia.

A

Acuut: incisie en drainage.
Chronisch: systemische antibiotica / antimycotica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de behandeling van erysipelas.

A

1) Penicilline IV
2) Pijnstilling
3) Trombose profylaxe
4) Elevatie
5) Later: behandeling porte d’entrée en compressietherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke bloedwaarden zijn verstoord bij erysipelas?

A

CRP, leukocytose en neutrofilie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke bloedwaarden zijn verstoord bij fascitis necroticans?

A

CRP, leukocytose, neutrofilie, CK en LDH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de behandeling van fascitis necroticans.

A

1) Extensieve chirurgische exploratie
(fasciotomie + debridement)
2) Hoge dosis penicilline IV
3) Hemodynamische ondersteuning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de behandeling van ecthyma.

A

1) Lokale desinfectantia.
2) Systemische AB ifv kweek.
3) Aanpak onderliggende factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef de behandeling van perianale streptokokken dermatitis.

A

Penicilline po min. 10d

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef de behandeling van erythrasma.

A

Lokale hygiëne + topische imidazole of erythromycine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de behandeling van pitted keratolysis (keratolysis plantaresulcatum).

A

1) Hygiëne, ventilerende schoenen
2) Desinfecterende zeep / lotion
3) Behandeling hyperhidrosis: aluminiumchloride bevattende crème of iontoforese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Waterhouse-Friderichsen syndroom?

A

Hemorraghische adrenalitis tgv meningokokken sepsis. Klinisch hypoglycemie, hyponatriëmie en hyperkaliëmie.
Behandeling: opname ICU + AB + cortico’s.

17
Q

Geef de behandeling van een meningokokken sepsis.

A

1) ASAP (< 1u) ceftriaxone IV
2) Isolatie + meldingsplicht
3) Profylaxe omgeving met rifampicine of ceftriaxone

Preventie: vaccinatie

18
Q

Geef de behandeling van Pseudomonas paronychia.

A

Drogen, topische antiseptica of azijnzuur 1%.

19
Q

Geef de behandeling van een Pseudomonas wondinfectie.

A

1) Lokale wondreiniging
2) Omslagen met azijnzuur 1%
3) Zilververbanden, isobetadine

20
Q

Geef de behandeling van een toe web infection.

A

1) Droog houden van de interdigitale ruimte, hygiëne, ventilerend schoeisel
2) Lokaal antiseptica (ev lokaal antimycoticum)
3) Systemische AB (ciprofloxacine) igv onvoldoende verbetering

21
Q

Geef de behandeling van erythema chronicum migrans.

A

Systemische AB
Volw: docycyline
Kind: amoxicilline
CAVE: Jarisch-Herxheimer reactie

22
Q

Wat is de Jarisch-Herxheimer reactie?

A

Ikv AB-behandeling bij erythema chronicum migrans: binnen enkele uren na 1e dosis AB ontwikkeling van koorts, koude rillingen, hoofdpijn, nausea, spierpijn, keelpijn, opvlammen van lokale huidafwijkingen. Tgv vrijkomen van endotoxinen door massaal ten gronde gaan van spirocheten.

23
Q

Geef de behandeling van acrodermatis chronica atrophicans.

A

Doxycycline po 30d

24
Q

Welke toxine-gemedieerde syndromen ken je?

A

1) Staphylococcal scalded-skin syndrome
2) Toxisch shock syndrome
3) Staphylococcal scarlet fever
4) Scarlatina

25
Q

Geef de behandeling van SSSS.

A

1) ASAP penicilline / cefalosporine IV
2) Topische antiseptica en verbandzorg
3) Analgetica
4) Vocht- en temperatuurbalans

26
Q

Geef de behandeling van TSS.

A

1) ICU (monitoring + IV vocht)
2) Verwijderen vreemd materiaal, drainage abces
3) IV AB: flucloxacilline (ev + clindamycine), benzylpenicilline + clindamycine (ev + IV Ig)

27
Q

Geef de behandeling van scarlatina.

A

Penicilline po

28
Q

Welke neutrofiele dermatosen ken je?

A

1) Sweet syndrome
2) Erythema nodosum
3) Pyoderma gangrenosum

29
Q

Geef de behandeling van Sweet syndroom.

A

Meestal spontane genezing zonder littekens.
Prednisolone po in afbouw, ev lokale cortico’s.
Ev kaliumjodide, dapsone, colchicine, NSAIDs.

30
Q

Geef de behandeling van erythema nodosum.

A

1) Bedrust, NSAIDs igv idiopathisch

2) Behandeling geassocieerde aandoening

31
Q

Geef de behandeling van pyoderma gangraenosum.

A

Ifv ernst

1) Topische cortico’s of calcineurine-inhibitor crème
2) Systemische cortico’s, ciclosporine A, dapsone, anti TNF
3) Atraumatisch wond management (pathergie)

32
Q

Wat zijn alarmsymptomen voor pyoderma gangraenosum en hoe beïnvloedt dit de verdere aanpak?

A

1) Snel progressieve ulceratie na heelkunde
2) Geen verbetering met AB
3) Paarse, ondermijnde rand

=> Geen debridement, snelle behandeling met immuunsuppresiva.