AUTONOME ZENUWSTELSEL Flashcards

AUTONOME ZENUWSTELSEL

1
Q

Organische fosfaatesters Etiologie

A

Insecticiden (verboden)

  • Moedwillig of accidenteel (oraal)
  • Overdosering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Organische fosfaatesters Toxiciteit

A
-Rund tamelijk
resistent
-Jonge dieren
minder gevoelig
-Verschil per geslacht
-Interacties*
Lage conc: ruminantia
Intermediar:
varken, pluimvee
Hoge conc:
paard, hond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Organische fosfaatesters Pathogenese

A
Vooral orale opname* → bioactivatie (dus pro-toxische stof), weinig accumulatie → eliminatie via
nier
Remming van AcCh esterase thv
CZS, pre- en postganglionair en
nm eindplaat → excitatie van
korte duur → paralyse
Delayed neurotoxicity: vooral
door tri-esters (diazinon, TOCP,
haloxon).
-Inhibitie van ATP-ase door neurotoxische proteïne (esterase activiteit) → degeneratie van axonen vd motorneuronen → acenderend → spierzwakte, ataxie,
paralyse
Myopathiën door langdurige
overstimulatie van spieren → necrose en verlamming AH spieren
(bij acute intoxicatie)
Teratogeen (vroeggeboorte) bij
fosfamidon, dichlorvos, parathion
en phoxime bij rund
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Organische fosfaatesters Symptomen

A
CZS:
-veralgemeende hypercholinergie: onrust, tremor, convulsies, coma, onderdrukking
AH-stelsel en VMC
Muscarine effecten (vnl):
-Bradycardie, bronchoconstrictie, speeksel en traansecretie, miosis, verhoogde GI
tonus → braken, diarree, koliek
Nicotine effecten:
-Spierzwakte en trillingen →
paralyse dwarsgestreepte
spieren (AH)
Autonome ganglia:
-Tachycardie → BD stijging
Longstuwing, -oedeem
Hond en pluimvee: hemorrhagische enteritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Organische fosfaatesters Diagnose

A
Chemische analyse:
-Braaksel/maaginhoud/kropinhoud
-Lokaas
-Geur speeksel
GEEN accumulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Organische fosfaatesters Behandeling

A
Atropine:
-1/4 dosis IV
-3/4 dosis SC of IM
Dosis: 0,2 mg/kg voor
monogastrica en 0,5
mg/kg voor ruminantia
3-4x met 4-8 uur ertussen
Minder makkelijk te krijgen zijn:
-Pralidoxime (PAM)
-Obidoxime
Best icm atropine
Geen therapie voor delayed neurotoxicity
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Organische fosfaatesters DDx

A

Strychnine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Organische fosfaatesters Bijzonderheden

A

Voorbeelden:
-Parathion
-Dichlorvos (Vapona)
Verschillende types esterasen*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Organische carbamaatesters Etiologie

A
Accidenteel of
moedwillig
Vb:
-Aldicarb (insecticide)
-Carbofuran (,,)
-Methiocarb
(slakkengif)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Organische carbamaatesters Toxiciteit

A

Katten zijn zeer

gevoelig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Organische carbamaatesters Pathogenese

A
Snelle en volledige resorptie →
snelle metabolisatie
Inhibitie van cholinesterase door
carbamylering van de esterase
zijde, zonder voorafgaande metabolisatie of bio-activatie
Geen accumulatie
Reversiebele en kortstondige binding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Organische carbamaatesters Symptomen

A

-Kip: lidmaatparalyse
-Varken: cerebraal oedeem,
spierdegeneratie (dn?)
-Kat: overmattig speekselen,
diarree met persen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Organische carbamaatesters Diagnose

A
-Obv klinische
symptomen
-Maaginhoud
-DLC
(NIET in urine of
bloed!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Organische carbamaatesters Behandeling

A
  • Atropine zsm tot mydriase effect → moet herhaald worden

- GEEN oximes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Organische carbamaatesters DDx

A

Blanco, niks ,nada , nul de botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Organische carbamaatesters Bijzonderheden

A

Blanco, niks ,nada

17
Q

Amitraz Etiologie

A

Insecticide (schurftmijt) Door foute therapie

verkeerde diersoort of dosering

18
Q

Amitraz Toxiciteit

A

Paarden, katten, Chihuahua

zijn meest gevoelig

19
Q

Amitraz Pathogenese

A

Via orale of percutane absorptie

→ huid, lever, gal, nier, milt, long Is een α2-agonist en MAO-inhibitor

20
Q

Amitraz Symptomen

A

Sedatie, bradycardie, convulsies, CV collaps, AH depressie

21
Q

Amitraz Behandeling

A

Atipamezole (selectieve

α2-antagonist)

22
Q

Amitraz DDx

A

Tegen behandeling
van oorschurft bij
KHD, door overdosering

23
Q

Amitraz Bijzonderheden

A

Kat zeer gevoelig

24
Q

Benzylbenzoaat Toxiciteit

A

Excitatie

Braken, diarree, AH depressie

25
Q

Atropine Etiologie

A
-Atropa belladona
(Wolfskers)
-Doornappel
-Bilzenkruid
-Buscopan
26
Q

Atropine Toxiciteit

A

Herbivoren minder gevoelig
Meest frequent
bij varken

27
Q

Atropine Pathogenese

A
Competitief antagonsime met
AcH thv de muscarine R. Dosis afhankelijk (speekselklieren > hart
> GI en renaal > maagsecretie)
Bij zeer hoge dosis ook blokkering
van nicotine R
CZS:
-Atropine: vooral hart, GI en
bronchiaalspieren. Eerst excitatie
daarna depressie
-Scopolamine: vooral oog en klieren. Uitsluitend depressie
28
Q

Atropine Symptomen

A

Droge mond, mydriase, tachycardie, tachypnee

29
Q

Atropine Behandeling

A

Reversiebele AcCh esterase remmers (bv physostigmine of neostigmine)
Bij excitatie Diazepam

30
Q

Cyanobacteriën Etiologie

A

Zwemmen, drinken

van besmet water

31
Q

Cyanobacteriën Pathogenese

A
Neurotoxines:
-Anatoxine-a en homoanatoxinea: AcH agonisten op nicotine R
met irreversiebele remming.
-Saxitoxine: remming neurologische signaaloverdracht via Na+
kanalen → AH verlamming →
sterfte
Cytotoxines:
-Cylindrospermopsine: inhibeert
eiwitsynthese → necrose lever,
nier, milt, longen
Hepatotoxines:
-Microcystines: inhibitie eiwitfosfatasen → leverschade
-Nodularines: carcinogeen
32
Q

Cyanobacteriën Symptomen

A
-HD: braken, anorexie,
zwakte
-Vogels: verlamming, sterfte
-Mens: Hoofdpijn, zwelling
oogleden, irritatie mucosa,
huidirritatie, nasea, diarree,
koorts
33
Q

Cyanobacteriën Behandeling

A

Profylaxisch

34
Q

Cyanobacteriën Bijzonderheden

A
“Natuurlijke organofosfaten”
Paralytic shelfish
poisoning door
accumulatie van
saxitoxines