autonome werksystemen als reactie op taaksplitsing Flashcards

1
Q

Wat is jobrotatie en wat is het doel?

A

Werknemers op regelmatige tijden (dag/week/maanden) van functie veranderen om verveling en monotonie te verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat hield de jobverrijking bij Volvo en Saab in?

A

Kleine teams werkten autonoom aan een volledige motor, waarbij ze zelf taken verdeelden, het werktempo bepaalden en verantwoordelijk waren voor kwaliteitscontrole.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn voordelen van autonome werksystemen?

A

Hogere productkwaliteit, minder personeelsverloop, meer multi-skilled werknemers, en betere samenwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een systeem volgens de systeemtheorie?

A

Een systeem is het geheel van elementen die op een manier samenwerken en dat begrensd is. Binnen de eigen grenzen werkt het systeem vrij autonoom, buiten de grenzen zijn er verschillende invloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een open systeem volgens de systeemtheorie?

A

De grenzen van een systeem zijn redelijk doorlaatbaar waardoor invloeden van buitenaf de interne werking kunnen beinvloeden.
Open systemen zijn flexibel, aanpasbaar en zelfregulerend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is equifinaliteit in de systeemtheorie?

A

Een systeem streeft op verschillende manieren naar een bepaalde doelstelling of finaliteit; er is in een organisatie slechts een minimale kritische specificatie nodig.

Een systeem kan via verschillende wegen zijn doel bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is homeostase in de systeemtheorie?

A

Systeem streeft continu naar evenwicht; als er van buitenaf veranderingen of bedreigingen komen, moet een organisatie zich eventueel aanpassen om te “overleven”: er wordt getracht om de interne toestand te behouden na verstoringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een open sociotechnisch systeem (STS)?

A

Basisidee: elk productiesysteem heeft nood aan een technologie en aan een sociale organisatie van mensen die met de technologie werken en dit alles rekening houdend met de omgeving waarin het systeem is ingebed.

Streven naar een suboptimalisatie van de subsystemen: het ene mag niet domineren over het andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Systeemtheorie; toepassing op een bedrijf:
Omgeving = …

A

Omgeving = markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Systeemtheorie; toepassing op een bedrijf:
Subsystemen = …

A

Subsystemen = sociaal en technisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Systeemtheorie; toepassing op een bedrijf:
Open systeem = …

A

Open systeem = De organisatie is niet gesloten en blijft oog hebben voor veranderingen in de omgeving die het eigen productieproces kunnen beinvloeden: het bedrijf mag niet blind zijn voor wat er bij de concurrentie gebeurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Systeemtheorie; toepassing op een bedrijf:
Homeostase = …

A

Homeostase = Nieuwe producten of concurrenten moeten aangepakt worden en vereisen soms ingrepen in het eigen productieproces waarna terug een evenwichtstoestand kan worden bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Systeemtheorie; toepassing op een bedrijf:
Equifinaliteit = …

A

Equifinaliteit = Op verschillende manieren kan men de einddoelstellingen halen; een product maken kan op verschillende manieren of met verschillende machines gemaakt worden, de winst kan op verschillende manieren behaald worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Long - wall methode?

A

Door nood aan modernisering in de koolmijnen moest men het werk moderniseren; er werk een elektrische kolenband gevoerd.
Er werd een systeem met 2 shifts ingevoerd: een shift die de kolen moest kappen en een shift die de band moest verzetten en de kolengang verder moest stutten. Men begon aan taaksplitsing te doen met als gevolg dat niet iedereen an de uit te voeren taken kende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Problemen na long-wall methode:

A
  • Mijnwerkers waren niet meer multi-skilled
  • Meer tijd nodig voor onderhandelingen
  • Geen zelfselectie meer van teamleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ging de composite short-wall methode naar oplossing zoeken?

A

Ze gingen op zoek naar een oplossing tussen de traditionele mijnorganisatie en de nieuwe technieken. Ze gingen een kortere band gebruiken, afstappen van het shift systeem en terug veel meer dor de mijnwerkers zelf laten regelen.

17
Q

Waarom gingen ze terug naar de long-wall methode?

A

Er doken problemen op, het management vond de kosten te hoog. Ze gingen economische voordelen van de long wall behouden, maar rekening houdend met de sociale behoeften van de arbeiders. Dit was een resultante van de STS-systeem.

18
Q

Geef kenmerken van STS-systeem.

A
  • Continuiteit van de productie
  • Gelijke salaris
  • Groepen zelf kiezen
  • Multi-skilled
  • Productie hoog, absenteisme laag
19
Q

Welke theorie werd toegepast in de fabriek van Volvo?

A

Ze gingen het principe van autonome groepen toepassen in relatie tot de socio-technische systeemtheorie.

20
Q

Wat werd eerst aangepast in fabriek van Volvo? Wat waren de resultaten?

A

Ze gingen het klassieke lopende bandsysteem vervangen door een systeem waar rekening wordt gehouden met sociale aspecten.

Resultaten:
* Productiekosten dalen met 15%
* Minder productiefouten
* Na verloop van tijd stabiliseerde dit zich en werden werknemers terug minder tevreden. Werkongevallen en absenteisme steeg.

21
Q

Wat werd er veranderd in het nieuwe fabriek in Udevella?

A

 Verminderen van de arbeidsongevallen en een verhoogde veiligheid.
 Ergonomie: ontwerpen gereedschap specifiek voor werknemerspopulatie in udevalla.
 De technologie wordt volledig afgestemd op het sociale: jong, oud, man of vrouw, iedereen
moet er kunnen werken.
 Geen chef meer: iedere groep zorgt intern en autonoom voor zijn eigen controle.
 6 semi-autonome groepen.
 Verantwoordelijkheid voor organisatie en eindkwaliteit.
 Geïndividualiseerde werkuren.
 Weinig tijdsdruk, beslissingsvrijheid.
 Gevarieerde en complexe vaardigheden  actief werk.
 Bijzondere aandacht aan fysieke arbeidsomstandigheden.

Resultaten:
 Lager absenteïsme
 Lager verkoop