Atopische dermatitis Flashcards
1
Q
PF Atopische dermatitis
A
- Complexe interactie met verstoorde huidbarrière (verminderd fillagrine, verminderde ceramiden, gestegen TEWL), genetisch, omgevings, farmacologsiche en immunologische factoren
- Type I (IgE-gemedieerde) hypersensitiviteitsreactie
- Acute AD: IL4 – IL 13
- Chornische AD: IL5, granulocyt-macrofaag colony-stimulating factor, IL-12, interferon-gamma
2
Q
RF Atopische dermatitis
A
- Aero-allergenen
- Microbiële agentia
- Auto-allergenen
- Voedselallergenen
- Seizoen
- Kleding
- Emotionele stress
3
Q
KO Atopische dermatitis
A
- Xerosis cutis
- Jeuk
- ACUUT: erytheem, papels, plaques, schilfering, oedeem, erosie
- CHRONISCH: lichenificatie, fissuren, alopecia laterale 1/3 wenkbrauw, Dennie-Morgan infra-orbitale huidplooi
- Locatie: voornamelijk flexuren, hals, oogleden, gezicht, polsen, dorsa handen en voeten
- Geassocieerde bevindingen: wit dermografisme
4
Q
BO Atopische dermatitis
A
- Bacteriële kweken: uitsluiten staph. Aureus
- Virale culturen: uitsluiten herpes simplex virusinfectie
- Labo: totaal IgE, eosinofilie, HSV antigen detectie
5
Q
R Atopische dermatitis
A
- Hydraterende crème
- Topische CS
- Hydroxizine of andere antihistaminica
- Tetracycline
- Calcineurine inhibitoren
- UVA
- Cyclosporine, dupixent
- GEEN systemische CS
6
Q
Atopische triade
A
AD + astma + hooikoorts