Asi Es Palabras Modulo2 dl2 Flashcards
1
Q
koorts
A
la fiebre - la calentura
2
Q
kramp
A
el calambre
3
Q
kruid
A
la hierba
4
Q
kruidenthee
A
la infusión
5
Q
langzaam
A
lento - lenta, despacio (bijw)
6
Q
lavendel
A
la lavanda
7
Q
maagzuur
A
la acidez de estómago
8
Q
middel
A
el remedio
9
Q
migraine
A
la jaqueca - la cefalea
10
Q
misselijk
A
mareado - mareada
11
Q
misselijkheid
A
el mareo
12
Q
muskaatnoot
A
la nuez moscada
13
Q
nodig
A
necesario - necesaria
14
Q
noodzakelijk
A
necesario - necesaria, imprescindible
15
Q
nootmuskaat
A
la nuez moscada
16
Q
olijfboom
A
el olivo
17
Q
ongemak
A
la molestia
18
Q
oplossen (in vloeistof)
A
deshacer
19
Q
passiebloem
A
la pasiflora
20
Q
regelmatig
A
regular
21
Q
rozemarijn
A
el romero
22
Q
slapeloosheid
A
el insomnio
23
Q
slikken
A
tragar
24
Q
smelten (oplossen)
A
deshacer
25
spit
el lumbago
26
tegen
contra
27
tiende van een graad (lichaamstemperatuur)
la décima
28
verbranden
quemarse
29
verkoudheid
el resfriado - el catarro
30
vermijden
evitar
31
vijg
el higo
32
vochtinbrengend
hidratante
33
voelen - zich
sentirse (ie - i)
34
wat dan ook
cualquier cosa
35
zenuwachtigheid
los nervios
36
zwak
débil
37
aangelegenheid
el asunto - la cuestión
38
aanleggen (maken)
construir
39
aanvraag
la solicitud
40
aanvragen
pedir (i)
41
aarzelen om
dudar en
42
architect
el arquitecto
43
behangen
empapelar
44
beneden
abajo
45
bestellen
pedir (i)
46
bezorgen (brengen)
entregar
47
bezwaar
el inconveniente
48
bijpassend
correspondiente
49
Bouw- en woningtoezicht
el Urbanismo
50
bouwen
construir
51
dak
el techo - el tejado
52
dakpan
la teja
53
delicaat
delicado - delicada
54
deur
la puerta
55
douchecabine
la cabina para ducharse
56
elektriciteitsinstallatie
la instalación eléctrica
57
er over doen (tijd)
tardar en
58
groter maken
ampliar (í)
59
het eens worden
ponerse de acuerdo
60
hoek (binnen)
el rincón
61
hoek (buiten)
el esquina
62
huisje
la caseta - la casita
63
ijzerwinkel
la ferretería
64
indienen
presentar
65
kwestie (zaak)
el asunto
66
muur
el muro - la pared
67
officieel
oficial
68
onderaan
abajo
69
ontwerp
el proyecto
70
parket
el parqué
71
plaatsen
colocar
72
probleem (moeilijkheid)
la dificultad
73
project
el proyecto
74
raam
la ventana
75
radiator
el radiador
76
ruilen
cambiar
77
ruimte
el espacio
78
Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw (B)
el Urbanismo
79
schoorsteen
la chimenea
80
schouw
la chimenea
81
sollicitatie
la solicitud
82
stijgen
subir
83
stopcontact
el enchufe
84
strikt
estricto - estricta
85
technisch
técnico - técnica
86
termijn
el plazo
87
tussenwand
el tabique
88
uitbreiden
ampliar (í)
89
vast tapijt (B)
la moqueta
90
veranderen (maken)
cambiar - modificar
91
verantwoordelijke
el/la responsable - el encargado
92
verbouwen
renovar (ue)
93
verbouwing
la obra
94
verbouwing (klein)
la obra menor
95
vergroten
ampliar (í)
96
verkoeling zoeken
refrescarse
97
vernieuwen
renovar (ue)
98
verordening
la ordenanza
99
vloerbedekking (vaste)
la moqueta
100
vragen (willen)
pedir (i)
101
wand
la pared
102
wandtegel
el azulejo
103
warm
caliente, caluroso - calurosa, cálido - cálida
104
waterleiding
la tubería de agua
105
werkzaamheden
las obras
106
wijzigen
modificar
107
zaak (aangelegenheid)
el asunto
