Asi Es 2 Palabras Modulo 5 p2 Flashcards
notitieboekje
la libreta - el cuadernillo
gebeuren
pasar - producirse - ocurrir
ingeval dat
en (el) caso de que + subj.
kom nou
venga
louter
solo - puro - simple
luisteren naar (gehoorzamen)
hacer caso a
meezitten
marchar bien
met iemands zaken bemoeien - zich
meterse en los asuntos de u.p.
minimum
mínimo m
mits
con tal de que + subj. - siempre que + subj.
mogelijk
posible
normaal
normal - natural
op voorwaarde dat
a condición de que + subj. - con tal de que + subj. - siempre que + subj.
opzeggen
anular
overkómen
pasar - ocurrir
pot (voor de bijdrage)
el bote
recital
el recital
respect
el respeto
respect tonen
mostrar respeto
ruzie
discusión
ruzie maken
discutir
tenzij
a no ser que
uit nieuwsgierigheid
por curiosidad
uitzondering
la excepción
verbieden
prohibir
volwassen
adulto - adulta, mayor
voor het geval dat
por si las moscas
voortdurend
a todas horas - constante
voortzetten
continuar (ú)
voorwendsel
el pretexto
aandacht vestigen op
resaltar
aanleiding
el motivo
aanrijding
el atropello - la colisión
afstand
la distancia
alarmeren
alertar (sobre)
als het erop aankomt om
a la hora de
autorijschool
la autoescuela
autosnelweg
la autopista
autoweg
la autovía
bemoeilijken
dificultar
benadrukken (onderstrepen)
destacar
beoordelen
evaluar (ú)
betrokken zijn
intervenir
bewaking
la vigilancia
bijdragen
aportar - concurrir
boete
la multa
bon (bekeuring)
la multa
botsing
la colisión
campagne
la campaña
campagne voeren
llevar una campaña
concentratie
la concentración
continu
continuado - continuada
corrigerend
corrector
data
los datos
dodelijk
mortal
element
el factor
factor
el factor
fietspad
el carril bici
fietsstrook
el carril bici
fout
el error
gegevens
los datos
gevaar
el peligro
heet hangijzer
la asignatura pendiente
in gang zetten
emprender
in het oog springen
destacar
inhouden (hebben)
suponer
invloed hebben op
influir en
lens
la lentilla
met het oog op
de cara a
onafgebroken
continuado - continuada
onoplettendheid
la distracción
oog-
ocular
onderstrepen
subrayar - destacar
ongeluk
el accidente - el siniestro
opvallen
destacar
overweging
la consideración
parkeermeter
el parquímetro
pechstrook (B)
el arcén
prikkeling
el picor
publiceren
publicar
radar
el radar
raming
la estimación
reactie
la reacción
reden
la razón - el motivo
rijbaan
el carril
rijstrook
el carril
risico
el riesgo
rotonde
la glorieta - la rotonda
schatting
la estimación
stijging
el aumento
stoplicht
el semáforo
symptoom
el síntoma
taxistandplaats
la parada de taxi
toename
el aumento
toezicht
la vigilancia
tram
el tranvía
trottoir
la acera
vak waarvoor men nog niet geslaagd is
la asignatura pendiente
van de weg geraken
la salida de la vía
van invloed zijn op
incidir en
vaststellen
comprobar (ue) - registrar
verdubbeld worden
duplicarse
vergissing
el error
verhogen
aumentar
verhoging
el aumento - la subida
verkeersborden
las señales de tráfico
verkeerslicht
el semáforo
verkeersplein
la glorieta - la rotonda
verkeerspolitie (in de stad)
la policía urbana - guardia urbano
verkeersreglement
el código de circulación
vermogen
la capacidad - la potencia
vermoeidheid
el cansancio - la fatiga
veronderstellen
suponer
veroorzakend
desencadenante
verplichte verzekering
el seguro obligatorio
verschuiving
desplazamiento
verstrooidheid
la distracción
verwittigen (B)
avisar - advertir (ie - i)
vluchtstrook
el arcén
voertuig
el vehículo
voetganger
el peatón
voorbijganger
el/la transeúnte
voorkomen (verhinderen)
evitar - prevenir
voorstelling
la presentación
waarschuwen (voor)
avisar - advertir (ie - i) (de)
weg
al camino - la vía
wegenbelasting
el impuesto de circulación
zebrapad
el paso cebra
