Así Es 2 Oraciónes 4 Flashcards

1
Q

Wat vervelend wat een ergernis

A

Qué disgusto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is het gebeurd

A

Cómo fue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heeft u de creditcard al geblokkeerd

A

Ya han blocqueado la tarjeta de crédito

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar had u de auto geparkeerd

A

Dónde había aparcado el cochenille

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ze hebben een Belg gearresteerd

A

Han detenido un belga

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat een pech Ze was vergeten haar portefeuille uit haar tas te halen

A

Qué mala suerte Se había olvidado de sacar la cartera del bolso

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het is een schande

A

No hay derecho

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Heeft u uw legitimatiebewijs bij u

A

Tiene la documentación

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vraag hoe de vakantie van B en zijn partner was in Sevilla

A

Cómo pasasteis Qué tal las vacaciones en Sevilla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Antwoord dat jullie iets heel vervelends hebben meegemaakt; uit jullie auto zijn een camera en een tas met 200 euro gestolen

A

Nos occurió algo muy desagradable Nos robaron una cámara y una bolsa con 200 euros del coche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vraag of er in de tas papieren zaten

A

Llevabais documentas in la bolsa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Antwoord dat jullie in die tas alleen maar kleren en wat geld hadden zitten maar dat jullie de rijbewijzen paspoorten en de creditcard in een andere tas hadden opgeborgen die je bij je had

A

No solo llevábamos ropa y dinero pero los carnés de conduir los pasaportes y las tarjetas de crédito las habíamos guardado/puesto en otra bolsa que llevábamos con nosotros

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vraag of B de dieven heeft gezien en hoe ze er uit zagen

A

Viste a las lodrones Cómo eran / Qué aspecto tenian

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Antwoord dat jullie twee mannen zagen wegrennen De ene man was lang en donker en jong en de ander was klein ouder en droeg een bril

A

Vimos a dos hombres salir corriendo uno era alto moreno y joven El otro era bajo más mejor y llevaba gafas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zeg dat het niet te geloven is en vraag wat B en diens partner toen hebben gedaan

A

Parece mentira Qué hicisteis después

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Antwoord dat jullie naar het politiebureau zijn gegaan om aangifte te doen

A

Fuimos a la comisaría de policía para denunciar el robo

17
Q

Vraag of B de camera en de tas hebben teruggekregen

A

Ya os devuelto la cámara y la bolsa

18
Q

Antwoord dat de politieagent vertelde dat de dieven de tas met de kleren in dezelfde straat hadden achtergelaten maar het geld hadden meegenomen

A

El polocía nos contó que los ladrones dejado la bolsa con la ropa en la misma calle pero el dinero se lo habían llevado

19
Q

Zeg dat B wel geluk heeft gehad omdat er alleen maar wat geld is verdwenen

A

Pues todavía has tenido suerte porque solo ha desaparecido el dinero