Así Es 2 Oraciónes 2 Flashcards
Vroeger leidde hij een eenzaam leven
Antes llevaba una vida solitaria
Nu werkt hij in groepsverband
Ahora trabaja en equipo
Vroeger had hij altijd haast
Antes siempre tenía prisa
Nu is hij met pensioen
Ahora está jubilado
Hij is vrijgezel en ongebonden
Es soltero y sin compromiso
Hij geniet van het leven
Disfruta de la vida
Wat deden jullie vroeger gewoonlijk gedurende de zomervakanties
Qué solíais hacer antes durante las vacaciones de verano
Antwoord dat jullie vroeg opstonden dan ontbeten en daarna weggingen
Nos levantábamos pronto después desayunábamos y nos íbamos
Hoe laat gingen jullie weg
A qué hora salíais
Antwoord dat jullie gewoonlijk al om negen uur weggingen
Solíamos salir ya a las nueve
En waar gingen jullie heen
Y adónde ibais
Antwoord dat jullie gewoonlijk naar het strand maar een zwembad of een park gingen
Solíamos ir a la playa a la piscina o a un parque
En waren jullie daar de hele dag
Y estabais allí todo el dia
Antwoord dat jullie daar de hele dag met andere kinderen speelden
Allî jugábamos con otros niños durante todo el día
En wat deden jullie ‘s avonds
Y qué hacíais durante las noches
Antwoord dat jullie gewoonlijk vroeg naar bed moesten maar dat jullie soms met je ouders een wandeling maakten of op bezoek gingen
Normalmente teníamos que acostarnos pronto pero a veces dábamos un paseo con nuestros padres o íbamos de visita
En waren jullie tevreden
Y estabais contentos
Antwoord dat jullie zeer tevreden waren
Estábamos muy contentos
Vroeger werkten we hard maar nu hebben we meer vrije tijd
Antes trabajábamos mucho pero ahora tenemos más tiempo libre
Mijn moeder is met pensioen zodat ze veel kan reizen
Mi mamá está jubilada así que puede viajar mucho
Omdat onze vrienden ver weg woonden bleven we daar slapen
Como nuestros amigos vivían lejos quedamos a dormir allí
Wanneer we niet konden werken kwamen we op het plein bij elkaar
Cuando no podíamos trabajar, nos juntábamos en la plaza