AR: schade, wettelijke schadevergoedingsplicht en causaliteit Flashcards

1
Q

vereisten onrechtmatige daad

A

Gedraging: doen of nalaten
Onrechtmatigheid– relativiteitsvereiste (art. 6:163 BW)
Toerekenbaarheid
Schade
Causaal verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onrechtmatigheid

A

Inbreuk op een subjectief recht; maar alleen indien een directe, rechtstreekse of opzettelijke inbreuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

relativiteitsvereiste

A

Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht; maar alleen indien de geschonden norm strekt tot bescherming van het getroffen belang (art.6:163 BW: relativiteitsvereiste)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

maatschappelijke zorgvuldigheid

A

gevalscategorieën:
1. hinder (Lekkerkerker/Vermeulen)
2. sport en spel (Tennisbal)
3. gevaarzetting (Kelderluik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gevaarzetting (Kelderluik)

A

Waarschijnlijkheid schade
Omvang schade
Bezwaarlijkheid voorzorgsmaatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

toerekenbaarheid

A
  1. Schuld, verwijtbaarheid (schuldaansprakelijkheid)
  2. Toerekening krachtens de wet
  3. Toerekening krachtens de in het verkeer geldende opvattingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

schade 2 categorieën

A
  1. Vermogensschade (art. 6:96 BW)
  2. Ander nadeel voor zover de wet op vergoeding daarvan recht geeft (art. 6:106 BW)
    Vergoeding naar billijkheid
    Smartengeldgids
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Toerekening naar redelijkheid

A
  1. Aard van de aansprakelijkheid: risico of schuld?
  2. Aard van de schade: letsel- of zaakschade?
  3. Aard van de geschonden norm: verkeers- en 4. veiligheidsnorm of andere norm?
  4. Mate van voorzienbaarheid
  5. Mate van verwijtbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly