Antibiotica: preparaten Flashcards

1
Q

Peni G = benzylpenicilline

A

= natuurlijk penicilline

  • oudste preparaat
  • zuurlabiel: afbraak thv maag => niet oraal actief
  • wateroplosbare zoutvorm => korte eliminatiehalfwaardetijd => frequent toedienen voor efficaciteit => combinatie met procaïne om doseringsinterval te verlengen (procaïne-peniG-complex: olievorm of waterige oplossing => vrijstelling uit complex is bij olievorm nog trager)
  • complex benethamine-peni G => verlengde eliminatiehalfwaardetijd => droogzetting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Peni V = fenoxymethylpenicilline

A

= natuurlijk penicilline

  • zuurstabiel => wel oraal actief
  • wateroplosbaar
  • clostridium perfringens pluimvee (necrotische enteritis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cloxaciline

A

= B-lactamase resistent penicilline

  • B-lactamase ring is sterisch gehinderd zodat B-lactamase van bacteriën niet kan binden
  • mastitis rund => staf/strept intramammaire infectie
  • 10-100x minder actief dan peni G
  • resistentie tov B-lactamase-resistente-P => MRSA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Amoxicilline

A

= breed spectrum penicilline

  • hoogste bio beschikbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ampicilline

A

= breed spectrum penicilline

  • lagere bio beschikbaarheid
  • meer gevoelig voor afbraak door zure pH in maag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pivampicilline

A

= breed spectrum penicilline

  • pro drug van ampicilline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ticarcilline

A

= carboxypenicilline

  • bestrijding gram- aerobe infecties (niet 1e keuze)
  • gevoelig aan B-lactamase => daarom combinatie met B-lactamase-inhibitor clavulaanzuur
  • enkel bij KLHD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Carbenicilline

A

= carboxypenicilline

  • bestrijding gram- aerobe infecties (niet 1e keuze)
  • gevoelig aan B-lactamase => daarom combinatie met B-lactamase-inhibitor
  • enkel bij KLHD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Piperacilline

A

= carboxypenicilline

  • bestrijding gram- aerobe infecties (niet 1e keuze)
  • gevoelig aan B-lactamase => daarom combinatie met B-lactamase-inhibitor tazobactam
  • enkel bij KLHD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Probenicid

A

= inhibitor van OAT3 transporter (organic anion transporter) aan basolaterale zijde van proximale tubulusepitheelcellen => uitscheiding van penicillines daalt (want die w normaal zeer sterk renaal uitgescheiden) => verlengde plasmaconcentraties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cefazolin

A

= 1e generatie cefalosporines

  • wateroplosbaar
  • zuur
  • vooral tegen gram+ aeroben
  • parenteraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cephapirin

A

= 1e generatie cefalosporines

  • wateroplosbaar
  • zuur
  • vooral tegen gram+ aeroben
  • parenteraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cephalexin

A

= 1e generatie cefalosporines

  • wateroplosbaar
  • zuur
  • vooral tegen gram+ aeroben
  • oraal
  • synergisme met kanamycine (aminoglycoside)
    Cefalexine verhindert cross linking van proteine-zijketens op NAM-NAG en Kanamycine werkt in op eiwitsynthese door te binden op 30S subunit (inbouw defect eiwit) => Cefalexine zorgt ervoor dat Kanamycine veel beter intracellulair opgenomen w zodat het kan binden aan ribosoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ceftiofur

A

= 3e generatie cefalosporines

  • lange efficaciteit
  • lange eliminatiehalfwaardetijd
  • nutsdieren
  • parenteraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cefovecin

A

= 3e generatie cefalosporines

  • lange efficaciteit
  • lange eliminatiehalfwaardetijd
  • KLHD
  • parenteraal
  • zeer geschikt voor behandeling pyodermie hond (staf pseudointermedius infectie) => langdurige BH => om de 2wk injectie met cefalosporines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cefoperazone

A

= 3e generatie cefalosporines

  • lange efficaciteit
  • lange eliminatiehalfwaardetijd
  • KLHD
  • parenteraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Cefquinome

A

= 4e generatie cefalosporines

  • rundvee
  • voetrot, BRD, e coli septicemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Clavulaanzuur

A

= B-lactamase inhibitor

  • geen antibacteriele activiteit op zich
  • gaat stabiele verbinding aan met B-lactamase => B-lactamase uitgeschakeld => B-lactamase kan B-lactam-AB niet meer afbreken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Imipenem

A

= carbapenem

  • traag laten indruppelen via IV infuus
  • vrij etsend/pijnlijk bij IM of SC injectie => in dat geval lidocaïne toevoegen
  • zeer snel afgebroken door dehydropeptidase thv nier => combineren met cilastatine = inhibitor van enzym
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Meropenem

A

= carbapenem

  • minder pijnlijke injectie
  • geen combo met lidocaïne of cilastatine nodig
  • langer werkzaam dan imipenem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Cilastatine

A

= inhibitor van dehydropeptidase enzym dat imipenem (carbapenem) snel afbreekt thv de nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Erythromycine

A

= macrolide

  • vooral gram+ spectrum
  • campylobacter jejuni infecties
  • rhodococcus equi infecties => abcessen thv longen => macroliden zeer lipofiel dus ku doordringen in longen
  • Prokinetische werking => stimulatie GIT motiliteit
  • substraat & inhibitor van CYP450 => kan leiden tot verminderde metabolisatie als je het samen met andere GM toedient
  • geen biliaire secretie
  • zeer beperkte bio beschikbaarheid => orale toediening = groot deel w niet opgenomen in BB => groot deel rechtstreeks nr distale deel GIT => enteritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Spiramycine

A

= macrolide

  • KLHD
  • behandeling gram+ en mycoplasma
  • toxoplasma
  • stromorgyl tabletten = spiramycine + metronidazole => problemen thv mondholte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Tylosine

A

= macrolide

  • c perfringens, pasteurella multocida, varkensdystenterie, rotkreupel
  • goed werkzaam tegen mycoplasma
  • oraal en parenteraal
  • Prokinetische werking => stimulatie GIT motiliteit
  • kan bij varken milde perianale zwelling en anale prolaps veroorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Tylvalosine

A

= macrolide

  • mycoplasma: varken, kip, kalkoen
  • varkensdysenterie (brachyspira)
  • porciene proliferatieve enteritis (lawsonia)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Tildipirosine

A

= macrolide

  • BRD (mannheimia hemolytica, pasteurall multocida, histophilus somni, mycoplasma bovis)
  • SRD (actinobacillus pleuropneumoniae, pasteurella multocida, bordetella bronchiseptica, mycoplasma hyopneumoniae)
  • minder tegen mycoplasma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Tilmicosine

A

= marcolide

  • nooit IV gebruiken want dan krijg je zeer hoge plasmaconcentraties => kan Ca-kanalen blokkeren of binden aan Ca => hypotensie, hartfalen => cardiotoxisch
  • nooit IM gebruiken
  • enkel SC gebruiken bij rund en schaap
  • oraal bij het varken
  • Prokinetische werking => stimulatie GIT motiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Tulathromycine

A

= macrolide

  • enkel voor GHD
  • boviene conjunctivitis (pink ete)
  • rotkreupel schapen
  • BRD, SRD
  • mycoplasma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Gamithromycine

A

= macrolide

  • enkel voor GHD
  • BRD, SRD, inclusief mycoplasma
30
Q

Azithromycine

A

= macrolide

  • nieuwer preparaat
  • 2e beste combinatie met rifampicine (na clarithromycine)
31
Q

Clarithromycine

A

= macrolide

  • nieuwer preparaat
  • beste combinatie met rifampicine => langste eliminatiehalfwaardetijd en langste werkzaamheid
32
Q

Roxithromycine

A

= macrolide

  • nieuwer preparaat
33
Q

Lincomyxine

A

= lincosamide

  • oudste preparaat
  • geproduceerd door schimmel
34
Q

Clindamycine

A

= lincosamide

  • chloorfunctie ipv hydroxylfunctie => verhoogde lipofiliciteit en betere weefseldistributie
  • gingivitis / infecties mondholte en tanden (staf/strept, fusobact necrophorum, clostridium perfringens)
  • osteomyelitis (staf. aureus)
  • oppervlakkige pyodermie (staf. intermedius)
  • bacteriele pneumonie
35
Q

Pirlimycine

A

= lincosamide

  • synthetisch geproduceerd
  • anaerobe mastitis infecties
  • mycoplasma infecties
36
Q

Tiamuline

A

= pleuromutilin

  • Varken: gram- aerobe infecties: varkensdysenterie (brachyspira), PPE (lawsonia intracellularis), enzoötische pneumonie (mycoplasma hyopneumoniae)
  • Kip/kalkoen; mycoplasma infecties BH
  • Konijn: ERE (epizootic rabbit enterocolitis)
  • zeer sterke CYP inhibitor! => interactie ionofore coccidiostatica
37
Q

Valnemuline

A

= pleuromutilin

  • Varken: dysenterie, enzoötische pneumonie en PPE
  • veel actiever tov mycoplasma in vgl met tiamuline
38
Q

Rifaximin

A

= rifamycine

  • bij rund gebruikt voor intramammaire BH => mastitis bestrijding
39
Q

Bacitrane

A
  • Enkel actief tov gram + kiemen
  • Nooit systemisch toedienen => te nefrotoxisch
  • Enkel topicaal of oraal
  • Geen orale bio beschikbaarheid
  • Geregistreerd vr BH dysbacteriose bij konijn (clostridium difficile)
40
Q

Streptomycine

A

= aminoglycoside

  • Droogzetten runderen tss 2 lactatieperiodes
  • combinatiepreparaten
41
Q

Neomycine

A

= aminoglycoside

  • Uitgesproken nefrotoxisch
  • Opletten als je neomycine samen met NSAIDs toedient want beiden zijn predisponerend voor nefrotoxiciteit
  • combinatiepreparaten:
  • lincomycine + neomycine
  • Neopen => profylaxie keizersnede rund => combinatie van penicilline en neomycine => wachttijd van AG sterk verlengd omdat AG accumuleren in nierweefsel en daar dan langzaam uit w vrijgesteld
42
Q

Gentamicine

A

= aminoglycoside

  • breed spectrum; pseudomonas, proteus, Enterobacteriaceae
  • uitstekend werkzaam tegen e coli
  • geregistreerd voor parenteraal gebruik
  • oorspray => otitis media
43
Q

Amikacine

A

= aminoglycoside

  • breed spectrum; pseudomonas, proteus, Enterobacteriaceae
  • minder nefrotoxisch
  • minder gevoelig aan inactiverende enzymen
44
Q

Tobramycine

A

= aminoglycoside

  • breed spectrum; pseudomonas, proteus, Enterobacteriaceae
  • uitstekend werkzaam tov pseudomonas aeruginose
  • minder nefrotoxisch
  • oor -en oogdruppels
  • combinatie met SAIDs => inflammatie minderen
45
Q

Kanamycine

A

= aminoglycoside

  • breed spectrum; pseudomonas, proteus, Enterobacteriaceae
  • niet gebruiken tegen psuedomonas aeruginosa!!
  • zeer wateroplosbaar => Intra-articulaire toediening => infectieuze artritis paard
  • synergisme met cefalexine (een cefalosporine) => Cefalexine verhindert cross linking van proteine-zijketens op NAM-NAG en Kanamycine werkt in op eiwitsynthese door te binden op 30S subunit (inbouw defect eiwit) => Cefalexine zorgt ervoor dat Kanamycine veel beter intracellulair opgenomen w zodat het kan binden aan ribosoom
46
Q

Paromomycine

A

= aminoglycoside

  • orale toediening => geen absorptie => paromomycine in de darm => heel hydrofiel dus w daar niet opgenomen => kan je enkel inzetten voor GI infecties (bvb e coli of salmonella of giardia, crypto, entamoeba)
  • parenterale toediening => wel systemische BH mogelijk
47
Q

Apramycine

A

= aminoglycoside

  • orale toediening => geen absorptie => paromomycine in de darm => heel hydrofiel dus w daar niet opgenomen => kan je enkel inzetten voor GI infecties
  • parenterale toediening => actief tov mycoplasma
48
Q

Spectinomycine

A

= aminocyclitol

  • geen nefrotox
  • geen ototox
49
Q

Linco-spectin

A

= aminocyclitol

  • geen nefrotox
  • geen ototox
  • actief tov alle 4 de kwadranten
50
Q

Polymyxine B

A

= polymyxine

  • enkel lokaal gebruik => oorspray
51
Q

Polymyxine E = Colistine

A

= polymyxine

  • wordt bij voorkeur oraal gegeven
  • geen orale bio beschikbaarheid => bij orale toediening enkel te gebruiken voor GI infecties (bvb speendiarree biggen)
  • minder nefrotoxisch dan polymyxine B
52
Q

Chloramfenicol

A

= fenicolen

  • oudste preparaat
  • nitroverbinding => w in lichaam gemetaboliseerd tot nitrosoverbindingen = carcinogeen
  • nooit gebruiken bij voedselproducerende dieren
  • iets minder actief tov gram- aeroben
  • enkel bij KLHD => pyodermie
  • ondergaat glucuronidatie => mag je dus niet geven aan jonge dieren en baby’s en katten
    => bij katten mag je het wel nog geven, maar dan moet je doseringsinterval sterk verlengen
    => chloramfenicol aan baby’s => grey baby syndroom (sterke hypotensie)
53
Q

Thiamfenicol

A

= fenicolen

  • nitroverbinding is vervangen door SO2 groep => geen carcinogene werking
  • KLHD, GH, voedselproducerend
  • spray
  • Klauw -en hoefinfecties (gram- aeroben)
54
Q

Florfenicol

A

= fenicolen

  • nitroverbinding is vervangen door SO2 groep => geen carcinogene werking
  • hydroxylgroep vervangen door fluor groep => hogere lipofiliciteit => betere distributie & hogere potentie => kan dus longen penetreren => gebruik voor longaandoeningen
  • beter actief tov gram- aeroben dan chloramfenicol want minder resistentie

Gebruik:

  • KLHD, GH, voedselproducerend (enkel geregistreerd voor vleesvee)
  • niet gebruiken bij lacterende runderen want geen wachttijd
  • niet gebruiken voor fokberen en fokstieren => testiculaire degeneratie mogelijk

Indicaties:

  • BRD, SRD
  • zowel oraal als parenteraal
  • longaandoeningen
  • beter actief tov gram- aeroben dan chloramfenicol want minder resistentie

Bijwerkingen:

  • bij varkens perianale zwelling en diarree
  • Orale toediening => hoge bio beschikbaarheid => renale uitscheiding, biliaire uitscheiding en passieve diffusie via darm => hoge concentraties thv darm
  • => gaat door peristaltiek mee naar achter in GIT => irritatie vd anus
  • => verstoring darmmicrobiota => diarree (ook bij parenterale toediening)
55
Q

Tetracycline

A

= 1e generatie tetracyclines

  • al redelijk wat resistentie
  • kruisresistentie binnen de 1e generatie
  • orale bio beschikbaarheid zeer beperkt: 5-10% => 95% blijft thv darm => weinig geschikt tegen systemische kiemen
    => TC binden thv de darm sterk aan Ca en Mg => complexvorming => onoplosbaar => neerslag thv GIT
  • niet toedienen samen met antacida of melk!
    => antacida (maagzuurneutraliseerders) bevatten tweewaardige kationen => TC gaat daar complexen mee vormen waardoor het bijna niet opgenomen w en bijna geen systemisch effect kan hebben
    => niet oplossen in melk want veel Ca dus ook complexvorming
  • renale uitscheiding => gebruik voor bestrijding blaasontsteking bij KLHD => hoge concentraties thv urine
  • niet gebruiken bij patiënten met nierinsufficiëntie
56
Q

Oxytetracycline

A

= 1e generatie tetracyclines

  • al redelijk wat resistentie
  • kruisresistentie binnen de 1e generatie
  • orale bio beschikbaarheid zeer beperkt: 5-10% => 95% blijft thv darm => weinig geschikt tegen systemische kiemen
    => TC binden thv de darm sterk aan Ca en Mg => complexvorming => onoplosbaar => neerslag thv GIT
  • niet toedienen samen met antacida of melk!
    => antacida (maagzuurneutraliseerders) bevatten tweewaardige kationen => TC gaat daar complexen mee vormen waardoor het bijna niet opgenomen w en bijna geen systemisch effect kan hebben
    => niet oplossen in melk want veel Ca dus ook complexvorming
  • renale uitscheiding => gebruik voor bestrijding blaasontsteking bij KLHD => hoge concentraties thv urine
  • niet gebruiken bij patiënten met nierinsufficiëntie
57
Q

Chlortetracycline

A

= 1e generatie tetracyclines

  • al redelijk wat resistentie
  • kruisresistentie binnen de 1e generatie
  • orale bio beschikbaarheid zeer beperkt: 5-10% => 95% blijft thv darm => weinig geschikt tegen systemische kiemen
    => TC binden thv de darm sterk aan Ca en Mg => complexvorming => onoplosbaar => neerslag thv GIT
  • niet toedienen samen met antacida of melk!
    => antacida (maagzuurneutraliseerders) bevatten tweewaardige kationen => TC gaat daar complexen mee vormen waardoor het bijna niet opgenomen w en bijna geen systemisch effect kan hebben
    => niet oplossen in melk want veel Ca dus ook complexvorming
  • renale uitscheiding => gebruik voor bestrijding blaasontsteking bij KLHD => hoge concentraties thv urine
  • niet gebruiken bij patiënten met nierinsufficiëntie
58
Q

Doxycycline

A

= 2e generatie tetracyclines

  • lipofieler en potenter dan 1e generatie
  • orale bio beschikbaarheid 50%
  • bilaire uitscheiding => inzetten voor patiënten met nierinsufficiëntie want nier zal niet extra belast w
59
Q

Sulfadiazine

A

= sulfonamide

  • middellangwerkend preparaat
  • gebruik voor urinary tract infections (want hoge concentraties thv nier en blaas)
  • gebruik voor systemische infecties
60
Q

Sulfapyridine

A

= sulfonamide

  • middellangwerkend preparaat
  • gebruik voor urinary tract infections (want hoge concentraties thv nier en blaas)
  • gebruik voor systemische infecties
  • ziekte van crohn (inflammatory bowel disease)
61
Q

Sulfamethoxazole

A

= sulfonamide

  • middellangwerkend preparaat
  • gebruik voor urinary tract infections (want hoge concentraties thv nier en blaas)
  • gebruik voor systemische infecties
62
Q

Sulfadimethoxine

A

= sulfonamide

  • middellangwerkend preparaat
  • anticoccidiale werking tov bepaald eimeria species
    => wel kans op bloedstollingsstoornissen (vnl bij pluimvee) => waarom? darmmicrobiota produceert vit K (stollingsfactor) => als je bacterien id darm gaat uitschakelen heb je minder vit K dus stollingsstoornissen
63
Q

Sulfaquinoxalone

A

= sulfonamide

  • middellangwerkend preparaat
  • anticoccidiale werking tov bepaald eimeria species
    => wel kans op bloedstollingsstoornissen (vnl bij pluimvee)=> waarom? darmmicrobiota produceert vit K (stollingsfactor) => als je bacterien id darm gaat uitschakelen heb je minder vit K dus stollingsstoornissen
64
Q

Sulfazaline

A

= sulfonamide

  • middellangwerkend preparaat
  • bio beschikbaarheid niet goed => is niet resorbeerbaar
65
Q

Trimetophrim

A

= diaminopyrimidine

  • bijna altijd in combinatie met sulfonamiden => 20 sulfonamiden per trimetoprim
66
Q

Nalidixinezuur

A

= 1e generatie fluoroquinolonen

  • carboxylfunctie en ketofunctie
  • beperkte activiteit
  • orale toediening => GI infecties bestrijden zoals speendiarree
  • parenterale toediening
    => beperkt distributievolume en beperkte lipofiliciteit dus niet geschikt voor systemische BH
    => wel gebruik voor urinaire infecties want wordt renaal geklaard
67
Q

Flumequine

A

= 1e generatie fluoroquinolonen

  • carboxylfunctie en ketofunctie
  • nog altijd op de markt voor het kalf
  • beperkte activiteit
  • orale toediening => GI infecties bestrijden zoals speendiarree
  • parenterale toediening
    => beperkt distributievolume en beperkte lipofiliciteit dus niet geschikt voor systemische BH
    => wel gebruik voor urinaire infecties want wordt renaal geklaard
68
Q

Marbofloxazine

A

= 2e generatie fluoroquinolonen

  • carboxylfunctie en ketofunctie
  • Fluoratoom (C6) => breder spectrum en activiteit + hogere lipofiliciteit => betere penetratie in bacterie en betere weefseldistributie => beter potentie
  • Piperazinering (C7) => uitbreiding spectrum + hogere lipofiliteit => betere penetratie in bacterie en betere weefseldistributie => beter potentie
  • indicaties: septicemie, osteomyelitis, pyodermie KLHD, prostatitis, infecties thv AHS, GIS, US
69
Q

Danofloxacine

A

= 2e generatie fluoroquinolonen

  • carboxylfunctie en ketofunctie
  • Fluoratoom (C6) => breder spectrum en activiteit + hogere lipofiliciteit => betere penetratie in bacterie en betere weefseldistributie => beter potentie
  • Piperazinering (C7) => uitbreiding spectrum + hogere lipofiliteit => betere penetratie in bacterie en betere weefseldistributie => beter potentie - indicaties: septicemie, osteomyelitis, pyodermie KLHD, prostatitis, infecties thv AHS, GIS, US
70
Q

Endrofloxacine

A

= 2e generatie fluoroquinolonen

  • carboxylfunctie en ketofunctie
  • Fluoratoom (C6) => breder spectrum en activiteit + hogere lipofiliciteit => betere penetratie in bacterie en betere weefseldistributie => beter potentie
  • Piperazinering (C7) => uitbreiding spectrum + hogere lipofiliteit => betere penetratie in bacterie en betere weefseldistributie => beter potentie
  • indicaties: septicemie, osteomyelitis, pyodermie KLHD, prostatitis, infecties thv AHS, GIS, US
71
Q

Difloxacine

A

= 2e generatie fluoroquinolonen

  • carboxylfunctie en ketofunctie
  • Fluoratoom (C6) => breder spectrum en activiteit + hogere lipofiliciteit => betere penetratie in bacterie en betere weefseldistributie => beter potentie
  • Piperazinering (C7) => uitbreiding spectrum + hogere lipofiliteit => betere penetratie in bacterie en betere weefseldistributie => beter potentie
  • indicaties: septicemie, osteomyelitis, pyodermie KLHD, prostatitis, infecties thv AHS, GIS, US
72
Q

Pradofloxacine

A

= 3e generatie fluoroquinolonen

  • bicyclische structuur
  • cyanogroep
    => spectrum nog meer verbreed, versterkt bactericide effect
  • ook werkzaam tov anaeroben (denk clostridium)
  • echt breed spectrum