antibiotica 2 Flashcards

1
Q

nucleinezuursynthese

A
  • dubbelstrengs DNA moet uit elkaar gehaald worden om te kunnen worden afgeschreven (door DNA-helicase), dit zorgt voor supercoiling aan de onderkant, DNA-gyrase gaat supercoiling tegen (anders breekt het af)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

chinolonen

A
  • Ciprofloxacine (gramnegatief), Levofloxacine
  • snel bactericide werking
  • remt DNA gyrase –> knoop –> breuk DNA
  • aeroob
  • belangrijkste BW: tendinits, achillispees ruptuur
  • interactie met magnesium, calcium etc
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nucleinezuursynthese remmers

A
  • chinolonen

- rifamplicine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rifamplicine

A
  • remt bacterieel RNA-polymerase
  • bactericide
  • gramposietieve, maar ook M tuberculosis
  • snel resistentie daarom nooit als monotherapie
  • excreta kleuren oranje
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

foliumzuurmetabolisme-remmers

A

werken omdat foliumzuur nodig is voor de synthese van bacterieel DNA

  • sulfonamiden:
  • trimethoprim:
  • co-trimoxazol = combinatie van bovestaande, synergetische werking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

co-trimoxazol

A
  • bactericide werking
  • meeste grampositieve en negatieve bacterieen (Chlamydia en Pneumocytis carinii)
  • niet tegen anaeroob (mycoplasma, M. Tuberculosis en sommige enterokokkenstammen)
  • indicaties: wanneer eenvoudig middel ongewenst of inadequaat is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

overige antibiotica

A
  • metronidazol
  • fusidinezuur
  • nitrofurantoine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

metronidazol

A
  • zelf geen anti-bacteriele werking, als het onder anaerobe condities wordt gebracht dan vormt het radicalen die zorgen voor breuken in DNA –> celdood
  • alleen anaerobe werking
  • IV en per os
  • neuropathie bij langdurig gebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fusidinezuur

A

werking: bindt aan ribosoom waardoor deze geen energie meer heeft voor synthese celwand

  • grampositieve werking
  • alleen topicaal gebruik (huidinfecties)
  • oraal voor behandeling MRSA dragerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nitrofurantoine waarvoor gebruik

A

alleen voor UWI (alleen hier kan therapeutische concentratie worden bereikt), meest voorkomende verwekker van UWI is E. coli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nitrofurantoine

A
  • remt enzymen in energiemetabolisme van de cel

- veel mogelijke bijwerkingen: alleen als profylaxe/behandeling van UWI bij goede nierfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly