ANOVA en Regressie Flashcards
Omschrijf de term correlatie?
Als je de samenhang tussen twee variabelen wil onderzoeken > Hoe die elkaar beïnvloeden.
Welke vormen van correlatie kun je onderscheiden?
Pearman: meest gebruikte vorm, variabelen op een continue schaal, vb. lengte en gewicht
Spearman: variabelen op een ordinale schaal: mee oneens, mee eens
Omschrijf de term T-test?
T-test gebruik je om de gemiddelden van maximaal 2 groepen met elkaar te vergelijken.
Welke vormen van T-tests kun je onderscheiden?
independent samples t-test: vb gemiddelde snelheid van automobilisten adolescenten vs volwassenen
paired samples t-test: vb snelheid van dezelfde personen in verschillende leeftijdscategorie, leeftijd 21 en 35, wil testen.
Omschrijf de term Chi kwadraat?
Als je wil weten of het gevonden verschil significant is en niet louter gebaseerd op toeval.
Wat kun je vertellen over outliers?
Outliers zijn uitzonderingen in je waarden/resultaten. Deze kunnen je resultaten beïnvloeden, maar mag je liever niet verwijderen.
Beter is om de outliers manueel te vervangen door
hoge outliers: gemiddelde + 3x standaarddeviatie
lage outliers: gemiddelde - 3x standaarddeviatie.
Omschrijf de term ANOVA?
Analysis of Variance = variantieanalyse. Hiermee vergelijk je de gemiddelden van meer dan twee groepen met elkaar.
Welke soorten ANOVA’s ken je?
Univariate ANOVA = 1 afhankelijke variabele
Multivariate = meer dan 1 afhankelijke variabele (snelheid, slingergedrag, volgafstand)
Repeated Measures = dezelfde groep(en) meerdere malen onderzocht
Wat houdt MANCOVA
Wanneer een variabele je onderzoeksresultaten zou kunnen beïnvloeden, bijv. ongevallenhistoriek kan iemand angstig maken en diegene dus beïnvloeden in zijn/haar rijgedrag.