Amsler Flashcards
Wat is de betekenis van Amsler in de praktijk?
- Vaststellen van afwijkingen in het centrale gezichtsveld.
- monitoren van maculopathiën.
3, Thuismonitoren.
Wat sporen Amslerkaarten op?
Macropsie: objecten worden groter waargenomen dan dat ze zijn.
Micropsie: objecten worden kleiner waargenomen dan dat ze zijn.
- Dit ontstaat bij de Fovea, omdat de receptoren alle kanten op gaan staan.
Wat zijn de eigenschappen van de amslerkaarten?
• Eigenschappen: – 10 cm x 10 cm – Horizontale en/of verticale lijnen – Onderlinge afstand: 5 mm = 1˚ – Screent 10˚ rond fixatie 20˚ – Inclusief arcuate vezelbundel – Exclusief papil – Testafstand 30 cm – Gevoeligheid: 1˚
Noem de verschillen tussen 7 verschillende kaarten:
- • Witte lijnen op zwarte achtergrond, stip in het midden (meest gebruikte kaart) toepassing: scotomen en metamorfopsie
- Zelfde als kaart 1, alleen twee diagonale lijnen. Wordt gebruikt bij patiënten die het centrale fixatie punt niet
kunnen zien: Centraal scotoom
3.Zelfde ontwerp als kaart #1, Rode lijnen in plaats van witte lijnen. spoort op: – Toxische- of voedingsamblyopie. Ook bij de simulant of hysterie te gebruiken.
4.Kleine witte puntjes op een zwarte
achtergrond. wordt gebruikt bij patiënten met scotomen vlakbij de fixatie maar fixatie is niet aangedaan. - Alleen horizontale lijnen (20 stuks) op zwarte achtergrond. Kan in elke richting gedraaid worden
– Bruikbaar bij metamorfopsie in één richting (oriented metamorphopsia) - Zwarte lijnen op witte achtergrond. Eén lijn 1˚ boven en onder de fixatie. Toepassing: metamorfopsie op
leeshoogte - Zelfde eigenschappen als kaart #1. Extra: kleinere vierkanten 6˚ x 8˚ van de fixatie. Toepassing: subtiele defecten in maculagebied opsporen.
Beschrijf de testopstelling:
Afstand: 30 cm
Met nabij correctie
Eerst het betere oog testen.
Altijd voor tonometrie of dilatatie uitvoeren. (staining)
Wat wil je weten met de volgende vraag: Ziet u iets anders dan lijnen in het midden van het rooster?
Niet zichtbaar: absoluut centraal scotoom
• Zichtbaar, maar lastig: relatief centraal scotoom
Wat wil je weten met de volgende vraag: Terwijl u naar de punt blijft kijken, kunt u de hoeken van het grote
vierkant zien?
Sluit alle grove defecten uit
– Arcuate scotoom
– Hemifield
– Constrictie
Wat wil je weten met de volgende vraag: Terwijl u naar de punt blijft kijken, ontbreken er kleine vierkantjes of zijn er kleine vierkantjes wazig?
• Sluit paracentrale en cecocentrale scotomen uit • Ddx: – Media opaciteiten – Onjuiste Rx – Etc.
Wat wil je weten met de volgende vraag: Terwijl u naar de punt blijft kijken, zijn alle lijnen recht of zijn er lijnen
vertekend of gebogen?
• Screent op metamorfopsie • Vraag naar type vertekening: – Macropsie: tonvormige vertekening – Micropsie: kussenvormige vertekening
Wat wil je weten met de volgende vraag: Terwijl u op de punt blijft letten, zijn er onderdelen van het rooster die
flikkeren, schitteren of gekleurd zijn?
• Schitteringen zoals aura
(migraine)
• Retinapathologie
Hoe moet je afwijkingen noteren?
- Vraag de patiënt om:
• De locatie van het defect te tekenen
• De diepte van het defect te beschrijven
• De vorm van het defect te tekenen
Verder:
• Betrouwbaarheid van de patiënt
( als de amslerkaart te ver weg gehouden wordt, lijken de defecten groter)