Allergie Flashcards

1
Q

Wat is het vaak het allergiebeloop vanaf kinderleeftijd?

A

Eerst voedselallergie (melk, ei), daarna inhalatieallergie en als volwassenen hooikoorts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ongeveer 70% van patiënten met hooikoorts krijgt ook voedselallergie. Wat zijn klachten passend bij oral allergy syndrome?

A
  • Jeuk in mond
  • Kriebel in keel
  • Lokale zwelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn belangrijkste inhalatie allergenen?

A

Huisstofmijt, waarna pollen, waarna dierenschilfers, waarna schimmelsporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een typische plek voor huisstofmijt: in de bank in de woonkamer waar de kachel uitstaat en de ramen open of in het bed waar het lekker warm en cozy is?

A

In het matras met vochtigheid 70-85% en temperatuur van 25 graden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke Patienten komen in aanmerking voor immunotherapie?

A

Patienten met klachten ondanks antihistaminica en corticosteroïden neusspray.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke pollen geven eerder in het jaar hooikoorts klachten: bomen of grassen?

A

Bomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is er bij hooikoorts sprake van jeuk en niezen (bovenste luchtweg) of hoesten, piepen, benauwdheid (onderste luchtweg)?

A

Bovenste luchtweg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voor welk allergeen is op dit moment geen AIT beschikbaar: bomen, grassen, honden, katten, huisstofmijt, fruit, noten

A

Honden, fruit, noten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef bij onderstaanden aan of het een type A of type B reactie op geneesmiddelen betreft:

  1. Diarree bij AB
  2. Anafylaxie bij AB
  3. Blauwe plek bij acenoucoumarol
  4. Blaarvorming bij antiepileptica
A
  1. Type A
  2. Type B
  3. Type A
    4 Type B
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt verstaan onder een large local reaction?

A

Een zwelling met diameter > 10 cm langer dan 24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat verhoogd risico op systemische reactie bij wespengif? en wat induceert juist tolerantie van wespengif?

A

Kort tijdsinterval tussen twee steken verhoogd risico op reactie. Regelmatig gestoken worden induceert juist tolerantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de acute diagnostiek en wat follow-up bij wespengif allergie?

A

Acuut: tryptase, histamine in urine

Follow up: huidtest, RAST/CAP (na 4 weken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat behandeling in acute fase na insectensteek?

A
  1. Gewone reactie: koelen, antihistaminica
  2. Large local: NSAID, stoot corticosteroiden
  3. Systemische reactie:
    - I en II: anti-histaminica en steroiden
    - III: adrenaline IM, anti-histaminica, vernevelen bronchodilator, steroid
    - IV: III + IV vocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer doe je immunotherapie als lange termijn therapie bij insectengif allergie?

A

Vanaf graad II systemische reactie. Bij graad I doe je alleen adrenaline pen en anti-histaminica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly