AK h4 begrippe Flashcards

belangerijk

1
Q

Achterland

A

het gebied dat voor de aan en afvoer van goederen afhankelijk is van een haven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alfabetiseringsgraad

A

geeft aan hoeveel procent van de bevolking van 15 jaar en ouder kan lezen en schrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bbp

A

alles wat in een jaar in een land verdiend wordt gedeeld door het aatal inwoners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lagelonenlanden

A

landen in de (semi) periferie waar de lonen veel lager zijn dan in de centrumlanden zij vormen een aantrekkelijk vestingsgebied voor arbeidsinsentievel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

regionale ongelijkheid

A

grote verschillen in ontwikkelingsgraad binnen een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

arbeidsintensief

A

het maken van een product kost veel arbeid, er worden weinig machines gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mainport

A

haven of vliegveld met een belagerijke rol in het internationale vervoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

levensverwachting

A

geeft aan hoe oud mensen bij geboorte naar verwachting gemiddeld zullen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

armoedegrens

A

geeft aan wat je elke dag minstens nodig hebt: eten, een dak boven je hoofd en kleding. de grens ligt in een rijk lad hoger dan in een arm land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beroepsbevolking

A

alle mensen die tegen betaling werken plus de werklozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

multinationale onderneming

A

groot bedrijf dat in meerdere landen fabrieken en kantoren heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ontwikkelingslanden

A

landen die niet behoren tot de rijke geindustrialiseerde landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

centrumlanden

A

meest ontwikkelde landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

scharreleconomie

A

zie informele sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

semiperiferie

A

landen die zich sterk aan het ontwikkelen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

periferie

A

groep van arme laden die nog sterk argrarisch zijn

13
Q

sociale ongelijkheid

A

grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen

13
Q

vestigingsplaatsfactor

A

reden voor een bedrijf om zich op een bepaalde plaats te vestigen

14
Q

welzijn

A

de rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden zoals gezondheid, scholing en voedsel. ook wel maatschappelijke welvaart genoemd

15
Q

distributieland

A

land dat een belagerijke rol speelt in de verdeling van goederen over het achterland

16
Q

eindproducten

A

producten die gereed zijn en verkocht kunnen worden

17
Q

formele sector

A

het officiele deel van de economie de activiteiten in de formele sector vind je terug in de statistieken van de overheid

18
Q

globarisering

A

proces waarbij gebieden wereldwijd op een aantal terreinen steeds meer met elkaar verbonden worden

19
Q

grondstoffen

A

nog niet bewerkte goederen

20
Q

halffabricanten

A

bewerkte grondstoffen (zitten tussen grondstof en eindprodcut in)

21
Q

handelsbalans

A

overzicht van de waarde van goederen die in en uitgevoerd worde

22
Q

informele sector

A

het niet oficiele deel van de economie ook wel scharreleconomie genoemd, de activiteiten van deze sector komen meestal niet in de statistieken van de overheid terecht

23
Q

infrastructuur

A

alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren (wegen, spoorlijnen, havens, glasvezel enzovoort)

24
Q

koopkracht

A

hoeveel je in een land kunt kopen voor een dollar of euro hangt dus af van het prijsniveau