Ak H3 + 4.1/4.2 Flashcards

1
Q

Verschil weer en klimaat

A

Weer:

  • Temperatuur en neerslag op een bepaald moment in een bepaald gebied
  • veranderd snel in tijd en ruimte

Klimaat:

  • gemiddelde weer over 30 jaar
  • veranderd langzaam in tijd en ruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 factoren die bepalen hoeveel energie een gebied op aarde ontvangt en vasthoudt

A
  1. Breedte ligging
    Rond de evenaar is het warmer, zonnestralen zijn dichtbij en hoeven een minder groot oppervlak te verwarmen
  2. Albedo effect
    - Lichte oppervlakten reflecteren meer zonlicht dan donkere oppervlakten
    - gletchers smelten -> minder lichte oppervlakten -> wordt warmer -> nog minder lichte oppervlakten
  3. Land of water
    - land warmt snel op, zonnestralen gaan alleen minder ver de bodem in waardoor het ook snel afkoelt
    - water warm langzaam op door de circulatie in het water, koelt hierdoor ook langzamer af
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Coriolis effect

A

Afwijking van de wind, op noordelijk halfrond naar rechts, zuidelijk halfrond naar links
- uitgevonden door buys ballot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Naamgeving 90* Nb/Zb

A

Polair maximum nb/maximum zb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

60* Nb/Zb

A

Subpolair minimum nb/maximum zb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

30* nb/zb

A

Subtropisch maximum nb/zb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

0* evenaar

A

Equatoriaal minimum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Passaat wind

A

Zuidelijk halfrond afwijking naar links, noordelijk halfrond naar rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Moesson wind

A

Wind die elk halfjaar (winter/zomer) van richting veranderd (curve op de evenaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg uit hoe seizoenen ontstaan

A

De aarde staat schuin en draait om de aarde heen, het duurt een halfjaar totdat de aarde een half rondje om de zon heeft gedraaid, om het halfjaar wordt dus een andere kant van de aarde verwarmd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Thermohaline circulatie

A

Rondgang van water door oceanen, hierdoor wordt termeratuur van water tot stand gehouden. Wij krijgen warme golf van Mexico, hierdoor milde winter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Köppen klimaatsysteem

A
A= tropisch klimaat (F/S/W)
B= droog klimaat (W woestijn/S steppe)
C= gematigde zeeklimaat (F/S/W)
D= landklimaat (F/S/W)
E= koude klimaten (F eeuwige sneeuw/ H eeuwige sneeuw hooggebergte/ T toendra)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Landschapzones

A
  • Tropische zone
    warm en vochtig, bodem rode kleur door ijzerdeeltjes en veel regen, ijzer roest
    begroeiing in verdiepingen, grond niet vruchtbaar
  • subtropische zone
    middellandse zeeklimaat
    vegetatie aangepast op droge/hete zomers
  • gematigde zone
    veel zee en landklimaten
    loof-en naaldbomen
    bodem redelijk vruchtbaar
  • boreale zone
    overgangszone tussen gematigd en polair
    meer neerslag dan verdamping
    veel naaldbomen
  • polaire zone
    weinig begroeiing
    overgang boreaal en ijsvlakken
  • Aride zone
    woestijn
    begroeiing niet mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ontstaan van orkaan

A
  1. Veel warmde op zee
  2. Warmte stijgt op ontstaat laag drukgebied
    3, koude wind zorgt voor wolken -> regen
  3. Coriolis effect -> wolken gaan draaien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly