Ak Arm En Rijk (India En GB, Paragraaf 3 + 4.1/4.2) Flashcards

1
Q

Exploitatiekolonie

A

Bedoeld om centrum landen te ‘voeden’ voor grondstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Na-oorlogse dekolonisatie

A
  • na 1e en 2e Wereldoorlog positie van GB onder druk/verzwakt
  • Brits-India is het zat -> dekolonisatie
  • Brits-India nu in 4 gesplit
  • Pakistan
  • India
  • Sri Lanka
  • Bangladesh
  • niet meer onder Brits bevond, nog wel goede band
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Culturele diffusie

A

(Verspreiding)

Industrialisatie in GB en India

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Snelle urbanisatie in GB en India

A
  • door uitvinding van stoommachine

- leidt tot industriële revolutie -> dus urbanisatie (trek naar de stad)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van industrie naar diensten

A
  • na woII stort industrie van GB in -> arbeiders te duur, concurrentie met lagelonenlanden wordt groter, milieumaatregelen strenger.
  • gevolg -> industrialisatie (industrie verdwijnt, meer diensten)
  • opkomst dienstensector -> in grote steden vestigen multimiljonairs dus financiële sector groeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gevolg industrialisatie

A
  • Fabrieken verdwijnen dus laaggeschoolden worden werkloos

- Werkloosheid stijgt -> buurt werkloos -> slechtere wijk -> ongelijkheid neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bnp

A
  • Bruto nationaal product

- al het geld wat binnen een land verdient wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Brp

A
  • Bruto regionaal product

- al het geld dat binnen een bepaalde regio verdient wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ontwikklingskenmerken

A

= kenmerk om te zien of een land zich ontwikkeld

- meten door: bnp per inwoner, beschikbaarheid, basisbehoeften, levensverwachting, bevolkingsgroei, urbanisatiegraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HDI

A
  • Human Development Index
  • altijd tussen 1-0
    0 = ramp
    1 = perfect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Economisch dualisme

A

2 werelden naast elkaar (veel ongelijkheden binnen een bepaalde regio)
Hierdoor -> bnp lastig te meten, welvaartsverdeling erg krom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstaat ongelijkheid in India (4 stappen)

A
  1. Investeringen vooral in mechanisatie, industrie en dienstensector
  2. Kansarmen trekken naar de stad en belanden in de informele sector (op papier besta je niet)
  3. Kastensysteem nogsteeds invloedrijk -> wie kansloos is, blijft kansloos
  4. Rijkere profiteren van modernisering, houden ongelijkheid in stand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Informele dienstensector

A
  • geen papier
  • laag geschoold
  • wel diensten, niet legaal
  • laag loon
    Dus -> veel diensten sector in een land betekend niet per se een ver ontwikkeld land
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Planeconomie

A

Overheid bepaald wat en ik welke hoeveelheden er producten worden geproduceerd/ geïmporteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

SEZ

A
  • Speciaal economische zones

- doel: prettige vestigingsklimaat voor buitenlandse investeerders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voordelen van India voor buitenlandse investeerders

A
  • jonge, Engelssprekende bevolking
  • lage arbeidskosten
  • enorme buitenlandse afzetmarkt
  • soepeler milieuwet
17
Q

Sociaal impact assessment

A

Tegenwoordig wordt eerst gekeken naar de invloed op de bevolking voor het maken van een besluit

Vroeger werden boeren uitgekocht doorsnee snelle economische groei -> minder boeren, minder landbouw, problemen

18
Q

Demografie

A

Samenstelling v/d bevolking

19
Q

Bevolkingsdichtheid

A

Aantal mensen per vierkante km

20
Q

Bevolkingsspreiding

A

Spreiding van mensen in een regio

21
Q

Bevolkingsgroei

A

Hoeveel mensen komen er bij/ gaan er wef

22
Q

Bevolkingsdiagram

A

Samenstelling van de bevolking

  • piramide = periferie
  • granaat = semi- periferie
  • ui/urn = centrum
23
Q

Demografische druk berekenen

A

Aantal mensen onder 20 boven 65 (niet werkende) / aantal mensen tussen 20 en 64 x 100

24
Q

Probleem hoge demografische druk

A

Kinderen en gepensioneerden dragen niks bij aan de economie, kosten alleen maar geld

25
Economische globalisatie
Haven van Rotterdam, schepen uit hele wereld komen daar heen voor bijv handel
26
Culturele globalisatie
- Amerikaanse films/ mode in NL
27
Glokalisatie
Mac kroket | Lokale tint aan buitenlandse producten
28
Gevolg snelle globalisatie
Internationalisering van de economie
29
Transporttechnologie
Contact, interactie en uitwisseling van goederen en informatie gaat steeds sneller en goedkoper
30
Tijd- ruimte compressie
- in elkaar drukken van tijdsduur en afstand | - wereld staat meer in contact met elkaae
31
Nadelen globalisatie
- krimp van eigen industrie Industrie verplaatst naar (semi) periferie - sterk klimaatverandering Transport van goederen - milieuvervuiling Afvaldump - (te) snelle modernisering Oude cultuurkenmerken van een land worden gemoderniseerd/ verdwijnen - enorme invloed van ‘magarich’ en MNO’S Grote bazen/ rijkelui krijgen te veel macht
32
Global shift
Wereldwijde verschuiving
33
Outsource
Uitdelen van werk | - (semi) periferie is industrie , GB is design
34
Economisch triade
3 microregio’s (westerse landen) waartussen grote handelsstromen plaatsvinden (VS, EU, Oost-Azië)
35
4 migratie stromingen
``` - noord -> noord Arbeidsmigranten (verhuizen voor werk, studenten) - noord -> zuid Arbeidsmigranten (naar olielanden) - zuid -> noord Vluchtelingen Opzoek naar beter leven - zuid -> zuid Vertrek om droogte/ mislukte oogst/ natuurgeweld Conflicten (burgeroorlog) ```
36
Diffusie
- verspreiding van cultuurelementen naar andere cultuurgebieden Vb: mc Donalds
37
Amerikanisering
Amerikaanse cultuur op steeds meer plekken te zien
38
Consumptiemaatschappij
Producten, goederen, diensten, media
39
Nadelen Amerikanisering
Politieke spanningen : mensen vinden hun eigen identiteit can regio belangrijk -> zijn bang dat hun tradities verdwijnen door globalisering