AFP 7: Buikwand en rectum Flashcards

1
Q

Waar wijzen mensen over het algemeen pijn aan afkomstig van een appendicitis?

A

McBurney point: tussen de SPIAS/SIAS en de navel. 1/3 vanaf de SPIAS/SIAS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar ligt de appendix?

A

Intraperitoneaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De Latijnse benaming voor wormvormig aanhangsel

A

Appendix vermiformis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor weefsel bevat de appendix vermiformis?

A

Lymfatisch weefsel waar lymfocyten rijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welke 2 delen kun je het rectum onderverdelen?

A
  • Ampulla recti (wijde deel)
  • Canalis analis (dunnere deel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de eigenschappen van de ampulla recti (wijde deel)?

A
  • Opslag faeces
  • Heeft 3 dwarse plooien -> plicae transversae
  • Middelste deel van de plooi heet de plooi van Kohlrausch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de eigenschappen van de canalis analis (dunnere deel)?

A
  • Aars
  • Plooien in de lengte richting -> columnae anales
  • Onderrand van de columnae anales heet de linea pectinata/dentata
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de haustra coli?

A

Kleine zakvormige uitstulpingen voornamelijk bij het colon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de taenia coli?

A

Insnoering van lengtespieren -> zijn 3 ong. 1 cm dikke verdikkingen van de buitenste lengte spierlaag van het ceacum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem de bloedvoorziening van het rectum

A
  • a./v. rectalis superior (vanuit a. mesenterica inferior, v. mesenterica inferior naar v. portae)
  • a./v. rectalis media (vanuit a. iliaca interna, v. iliaca interna naar v. cava inferior)
  • a./v. rectalis inferior (vanuit a. pudenda interna, v. pudenda interna naar v. cava inferior)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke venen vervoeren het bloed naar de v. cava inferior en vanuit waar komen deze?

A
  • Bekkenorganen
  • Benen
  • v. iliaca interna
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem de bouw van de wand van de mucosa

A
  • Mucosa
  • Lamina propria mucosae
  • Muscularis mucosae
  • Submucosa
  • Muscularis
  • Kingspieren
  • Lengtespieren
  • Serosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem het soort weefsel van de anus

A

De anus gaat van eenlagig cilindrisch epitheel over in meerlagig niet verhoornend epitheel dat uiteindelijk overgaat in de huid als verhoornend epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor reactie is het defaecatiereflex?

A

Parasympatische reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benoem het verloop van het defaecatiereflex

A
  • Prikkel
  • Afferente prikken naar CZS
  • Verwerking in CZS
  • Efferente prikkel
  • Effect op spier of klier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Benoem de eigenschappen van het efferente signaal van de sympaticus bij het defaecatiereflex

A
  • Relaxatie van rectumwand
  • Contractie van de m. sphincter ani internus
  • Sympatisch -> ophouden van defaecatie
  • Onwillekeurig
14
Q

Benoem de eigenschappen van het efferent signaal van de parasympaticus bij het defaecatiereflex

A
  • Contractie van rectumwand
  • Relaxatie van de m. sphincter ani internus
  • Parasympatisch -> defaecatie
  • Willekeurig
15
Q

Hoe wordt de m. sphincter ani internus geïnnerveerd?

A
  • Glad spierweefsel dus onwillekeurig
  • Sympaticus: contractie
  • Parasympaticus: relaxatie
16
Q

Hoe wordt de m. sphincter ani externus geïnnerveerd?

A
  • Dwars gestreept spierweefsel dus willekeurig
  • door de n. pudendus
17
Q

Welke factoren zorgen voor afsluiting van de anus?

A
  • Spieren
  • Valvulae anales
  • Corpus cavernosum recti
18
Q

Wat zijn de oorzaken van hemorroïden?

A
  • Moeilijke stoelgang -> hard persen
  • Obesitas
  • Zwangerschap

Het heeft met de drukverhoging en afvoer van het bloed en is een uitstulping van een bloedvat/ vaatnetwerk (venen plexus)

19
Q

Welke soorten hemorroïden zijn er?

A
  • Interne, boven de linea pectinata
  • Externe, onder de linea pectinata
20
Q

Wat is de functie van de buikwand?

A
  • Gespierd om bewegingen van de romp mogelijk te maken
  • Bescherming organen
21
Q

Benoem de buikwand fascie van buiten naar binnen

A
  • Fascia abdominis superficialis (buitenkant)
  • Fascia transversalis (binnenkant)
21
Q

Benoem de huidlagen van buiten naar binnen bij het maken van een incisie van een mediane bovenbuik

A
  • Epidermis
  • Dermis
  • Subcutis
  • Fascia abdominis superficialis
  • Lamina anterior
  • m. rectus abdominis (fascie, spier, fascie)
  • Lamina posterior
  • Fascia transversalis
  • Peritoneum
22
Q

Welke spier/spieren behoren tot de laterale groep van de buikspieren?

A
  • m. obliquus internus (recht)
  • m. obliquus externus (recht)
  • m. transversus addominis (dwars)
23
Q

Welke spier/spieren behoren tot de mediale groep van de buikspieren?

A
  • m. rectus abdominis met de vagina musculi recti abdominis (omhulling van bindweefsel) met lamina anterior (voorblad) en lamina posterior (achterblad) met de linea arcuata (onderrand achterblad)
24
Q

Hoe heet het ligament die zorgt voor de aanhechting van de buikspieren en bevindt zich op de onderrand van de buikwand?
En hoe verloopt deze?

A

Ligament van Poupart / Ligamentum inguinale
Verloopt van SPIAS/SIAS naar os pubis

25
Q

Benoem de lagen van de buik

A
  • Epidermis/dermis
  • Subcutis -> fascia van Camper
  • Fascia abodminis superficialis -> fascia Scarpa
  • Vagina musculus recti abdominis met lamina anterior
  • Fascie, spierbuik, facsie
  • Lamina posterior
  • Fascia transversalis
  • Extra peritoneaal vet
  • Peritoneum parietale
  • Peritoneum viscerale