AFP 4 Veroudering Flashcards

1
Q

Voorbeelden van veelvoorkomende ouderdomskwalen (7)?

A
  • Doofheid
  • Gewrichtspijn
  • Stijfheid
  • Evenwichtsproblemen
  • Dementie
  • Visusverlies
  • Botverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Veroudering in het hart vindt plaats op drie verschillende plekken, welke?

A
  • Sinusknoop
  • Hartspierweefsel (myocard)
  • Hartkleppen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke klachten zullen patiënten als eerste merken wanneer de hartcapaciteit achteruitgaat?

A

Inspanningstolerantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Veroudering in de vaatwand vindt op twee manieren plaats, welke?

A
  • De elasticiteit van de vaatwand neemt door de jaren heen af
  • Arteriosclerose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk proces in het bloed geeft een bijdrage aan een verminderde immuunfunctie?

A

Afname unieke T-cellen ( ontwikkeling in thymus neemt af), B-cellen minder makkelijk te activeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het …….. van het leverweefsel en de ……… door de lever nemen met de jaren af.

A
  • Volume
  • Doorbloeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veroudering in het ademhalingsstelsel vindt plaats in de (2)?

A
  • Longen
  • Ademspieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Veroudering in de sensoriek vind plaats op 3 plekken, welke?

A
  • Oog
  • Gehoor
  • Evenwicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het ontstaan van ouderdomsdoofheid kan worden toegeschreven aan?

A
  • Endogene factoren
  • Exogene factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Veroudering in de motoriek vindt plaats op 3 plekken, welke?

A
  • Botten
  • Gewrichten
  • Spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Patiënten die stervende zijn vertonen een aantal kenmerken, die ook weer per orgaanstelsel in te delen zijn, welke 4 zijn dat?

A
  • Circulatie
  • Ademhaling
  • Sensoriek
  • Motoriek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat voor proces gebeurt er in de ciruclatie bij een stervende patiënt(3)?

A
  • Daling bloeddruk
  • Onregelmatige hartslag
  • Koude extremiteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor proces gebeurt er in de ademhaling bij een stervende patiënt?

A
  • Cheynes stokes ademhaling; afwisseling apneu en snelle onregelmatige ademhaling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor proces gebeurt er in de sensoriek bij een stervende patiënt(4)?

A
  • Gehoor blijft als langst intact
  • Gezichtsvermorgen neemt af
  • Traanvermogen neemt af
  • Afname algehele sensoriek, waarmee de pijngewaarwording verdwijnt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor proces gebeurt er in de motoriek bij een stervende patiënt?

A
  • Verslapping spierweefsel; ook onwillekeurge spieren (kan incontinentie door ontstaan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

We spreken van een overledene wanneer bij iemand als?

A

Alle voor het leven belangrijke functies zijn uitgevallen, waaronder de ademhaling, circulatie, hersenfuncties en de reflexen.

17
Q

Vanaf het moment van overlijden treedt de …………….. op?

A

Temperatuurdaling

18
Q

Liver mortis, wat is het en hoe uit zich het?

A

Lijkvlekken
* Dit zijn paarsbruine verkleuringen van de huid, vaak in de laagstgelegen delen van het lichaam.
* Dit komt door stilstaand en gestold bloed en ontstaat vanaf 15 – 30 minuten na overlijden

19
Q

Indroging bij een overledene, waardoor en hoe uit zich het?

A
  • Door verdamping aan de lucht verliest het lichaam vocht.
  • Door het indrogen en slinken van de huid en vingers, steken haren en nagels relatief meer uit.
20
Q

Rigor mortis, wat is het en hoe uit zich het?

A

Lijkstijfheid
* De lijkstijfheid breidt zich uit van craniaal naar caudaal.
* Het is een verstijving van het dwarsgestreepte spierweefsel, doordat de calciumionen zich ophopen in de spiercellen, zodat actine en myosine filamenten in elkaar schuiven.
* Dit begint bij het hoofd na 2 – 3 uur en na 12 uur is het hele lichaam verstijfd.

21
Q

Rigor mortis, hoe lang uit zich dit?

A

Na ongeveer 30 uur verdwijnt deze verstijving weer door de ontbinding van de eiwitten.

22
Q

Ontbinding bij een overledene, hoe uit zich dat?

A
  • De ontbinding begint na ongeveer 30 uur.
  • Bacteriën uit het maag-darmkanaal én de omgeving maken samen met vrijgekomen enzymen de lichaamseiwitten kapot.
23
Q

Wat is atelectase?

A

In de loop der jaren gaat het aantal longblaasjes achteruit en hebben de kleine luchtwegen en longblaasjes meer de neiging om samen te vallen.

24
Q

Noem de 4 endogene factoren voor ouderdomsdoofheid?

A
  • Afname van de soepelheid van de basaalmembraan in het gehoororgaantje
  • Beschadiging van de zintuigcellen en zenuwvezels in het oor
  • Afname van het geleidingsvermogen van de gehoorbeentjes
  • Afname van de elasticiteit van het trommelvlies