AFP 2 Bekken en vrouwelijke geslachtsorganen Flashcards
Het pelvis (bekken/bekkengordel) bestaat uit 3 beenderen
- OS sacrum = heiligbeen
- OS coxae = heupbeen
- OS coccygis = staartbeen
Het OS coxae (heupbeen) bestaat uit 3 botdelen
- OS ileum = darmbeen
- OS ischii = zitbeen
- OS pubis = schaambeen
Benoem de heupkop in het Latijn
Acetabulum
Hoe heet het gat tussen OS pubis en OS ischii
foramen obturatum
Hoe heet de kam van het OS ilium
Crista iliaca
Hoe heet het uitstekende punt van het OS ilium (je heupknobbel die ook met de blote hand kunt voelen)
SPIAS = Spina iliaca anterior superior
Hoe heet het uitstekende punt van het OS ischii die naar het OS coccygis wijst
spina ischiadica
Hoe noem je de dorsale botverbinding van het pelvis
SI gewricht = sacro iliacale gewricht
Waar bevind zich het SI/sacro iliacale gewricht?
Tussen het OS sacrum en OS ilium
Hoe heet de ventrale botverbinding van het pelvis
Symfysis pubica
Waar bevind zich het symfysis pubica
Tussen beide botdelen van het OS pubis
Hoe heet het uitstekende punt van je OS ischii/zitbeen (je zitbeenknobbel)
Tuber ischiadicum
Hoe heet het ligament dat van het OS sacrum naar het spina ischiadica van het OS ischii loopt
lig. sacrospinale
Hoe heet het ligament dat van het OS sacrum naar de tuber ischiadicum van het OS ischii loopt
lig. sacrotuberale
Hoe heet het ligament want van het spina iliaca anterior superior (SPIAS) naar het os pubis loopt
Lig. inguinale / lig. van poupart
Tussen welke botdelen ligt het kleine bekken
tussen het OS sacrum en het OS pubis
Welke organen liggen in het kleine bekken
blaas, rectum en bij de vrouw de inwendige geslachtsorganen
In het kleine bekken ventraal achter het os pubis ligt welk orgaan?
de blaas
In het kleine bekken dorsaal tegen het os sacrum ligt welk orgaan
het rectum
bij de vrouw in het kleine bekken ligt tussen de blaas en het rectum, welke organen?
geslachtsorganen
Benoem het verschil van bekkeningang bij de man en vrouw
man = hartvorm
vrouw = ovaal vorm
Benoem het verschil van het OS ilium tussen man en vrouw
man = hoog
vrouw = breed
Benoem het verschil van de symfysis pubica bij de man en vrouw
man = scherp
vrouw = stomp
Benoem het verschil van het os sacrum tussen de man en vrouw
man = naar binnen
vrouw = naar buiten
Benoem de 5 functies van het bekkenbodem
- ondersteuning van de organen
- sluitfunctie
- doorlaatfunctie
- stabiliteit bekken
- seksuele functie
De bouw van het bekkenbodem:
welk spierweefsel
hoe word deze geinnerveerd
welke 2 lagen spierweefsel
dwarsgestreept spierweefsel
willekeurig geinnerveerd
diafragma urogenitale (ventraal)
diafragma pelvis (dorsaal)
Welke spierlaag van de bekkenbodem verbind het OS sacrum met het os coccygis
diafragma pelvis
Het diafragma pelvis bestaat uit 2 grote spieren
- m. levator ani
- m. ischiococcygeus
de m. levator ani bestaat uit 3 spieren benoem ze van ventraal naar dorsaal
m. puborectalis
m. pubococcygis
m. iliococcygeus
hoe heet de grote opening in het m. levator ani
levatorpoort
welke spierlaag zorgt voor afdichting van de levatorpoort
diafragma urogenitale
het diafragma urogenitale bestaat uit 1 ligament en uit 2 spieren
lig. transversum perinei
m. transversus perinei profundus
m. transversus perinei superficialis
De uterus (baarmoeder) bestaat uit 4 delen
- fundus
- corpus
- cervix = baarmoederhals
- portio
Benoem de 3 lagen van de uterus van binnen naar buiten met nederlandse benaming
- endometrium = baarmoederslijmvlies
- myometrium = spierlaag
- perimetrium = peritoneum
De uterus heeft 5 ruimten, benoem van boven naar beneden
- cavum uteri
- ostium internum
- canalis cervicalis
- ostium externum
- vagina
benoem de 4 ligamenten die de uterus fixeren
- lig. teres uteri/ lig. rotundum
- lig. latum (is geen ligament, maar peritoneum dubbelblad)
- lig. sacro-uterina
- lig. Cardinale
Hoe worden de ovaria van bloed voorzien en waar ontspringen deze uit?
- Ramus ovaricus (uit a. uterina)
- A. ovarica (uit aorta)
Hoe word de uterus van bloed voorzien en waar ontspringt deze uit (1)
- van beide kanten van de A. uterina (uit a. iliaca interna)
Beschrijf de ovariele cyclus
dag 1-13 folliculaire fase –> follikel rijpt tot graafse follikel, maakt oestrogeen
dag 14 ovulatoire fase –> ovulatie
dag 15-28 –> luteale fase (corpus rubrum, corpus luteum, corpus albicans)
Beschrijf de menstruele cyclus
dag 1-5 –> menstruatiefase
dag 5-15 –> proliferatiefase
dag 15-28 –> secretiefase