adolecentie Flashcards

16-21 jaar

1
Q

vanaf welke leeftijd ?

A

16-21 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de adolecent

A

wordt beschouwd alls een logische vervolg voor de puberteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tijdens deze fase

A

wordt het beeld dat een persoon over zichzelf heeft compleet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lichamelijke groei adolecent

A

tijdens deze fase wordt het proces van de lichamelijke volwassenen afgerond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een groep adolecenten

A

is homogener dan een groep pubers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

jongens en meisjes bereiken :
(noem 3)

A

maximum lichaamslengte
maximum spierkracht
maximum uithoudingsvermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

motoristische ontwikkeling adolecent

A

weinig tot geen motoristische veranderingen

aangepast aan hun nieuwe lichaam

bezitten de basis en kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

motoristisch sterk

A

zowel fijne als grove motoriek,
enorm groot concentratie vermorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cognitieve ontwikkeling

A

intellectueel vermorgen neemt sterk toe,
intellegentie neemt niet toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geheugen

A

breder inzicht dan ooit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

reeds bestaande hersencellen sterven af

A

maken plaats
lange termijn geheugen neemt toe
nieuwe info kan langer bewaard worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

abstract en kritisch denken

A

adolecent denkt minder zwart wit dan de puber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

abstract en kritisch denken

A

adolecent kan ook in staat zijn om hun mening op een betere manier te verwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

adolecent

A

is wel nog vaak overtuigd van hun gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschil met puber =

A

adolecent is in staat om naar de mening van een ander te luisteren en hierover na te denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

interesse in politiek en religie

A

+prikkelt de interesse van de adolecent
+ kan nadenken over politiek en religieuze kwesties

17
Q

de formeel operationele fase

A

Theorie naar ervaring
-afzonderlijke beweringen , het hypotetisch denken

18
Q

het ES

A

= het

19
Q

het ICH

A

=ik

20
Q

het UBER-ICH

A

= boven ik

21
Q

ES

A

bepaalt het meest onze persoonlijkheid

22
Q

UBER-ICH

A

ons geweten
wordt beïnvloed door onze omgeving/anderen

ontstaat door ervaringen en waarden

23
Q

ICH

A

om andere twee krachten in evenwicht te houden

24
Q

levensloop fase volgens erikson

A

onze persoonlijkheids ontwikkeling betrekking heeft op onze hele levensloop

25
Q

levensloop fase volgens erikson

A

de menselijke levensloop bevat 8 fases