Accountmanagement 2A Flashcards

Deel 2A (toets 2) KE8 JAM niveau 4

1
Q

Uit welke fasen bestaat de levenscyclus van een klantrelatie?

A

Aanbodfase Transactiefase Relatiefase Klantbehoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef een voorbeeld van generieke concurrentie

A

Generieke concurrentie: verschillende producten die in dezelfde behoefte voorzien, bijvoorbeeld kies ik de auto of trein. Huur ik een appartement of ga ik met de caravan op vakantie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef een voorbeeld van concurrentie op behoefte niveau

A

Behoefteconcurrentie: Geef ik mijn geld uit aan een nieuwe laptop of aan een weekend Londen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke fasen bestaat de salesfunnel?

A

Suspect - Lead (cold prospect) - Prospect - Hot prospect - Klant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is nationaal accountmanagement

A

Nationaal accountmanagement: Accountmanagement waarbij de accountmanager contacten met alle vestigingen van een klant onderhoudt, de vestigingen kopen zelfstandig in (itt corporate accountmanagement)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uit welke fasen bestaat het adoptieproces van een klant?

A

Bewustwording (awareness) Belangstelling (interest) Evaluatie (evaluation) Probeeraankoop (trial) Adoptie (adoption)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef een voorbeeld van productvormconcurrentie

A

Productvorm concurrentie: het gaat om verschillen in de technische verschijningsvorm: low budget vliegvakantie of luxe vliegvakantie. Of stationwagen of sedan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke groepen kent de adoptiecategorien van Rogers?

A

innovators, early adapters, early majority, late majority en laggards.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

UIt welke fasen bestaat de relatielevencyclus?

A

Acquisitiefase (klantacquisitie) Aftastfase (Klantacquisitie) Groeifase (klantontwikkeling) Verzadigingsfase (klantbehoud) Neergangsfase (klantafbouw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef een voorbeeld van concurrentie op Merkniveau

A

Verschillende merken van eenzelfde product: Pepsi - Coca cola

of Mercedes en Audi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer spreek je van regionaal accountmanagement?

A

Als de verdeling van klanten naar regio is. Bijvoorbeeld een aacountmanager voor Noord/Oost-, een voor Zuid- en een voor West-Nederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een Tender of Aanbesteding?

A

Als een overheidsorganisatie werk aanbesteedt, via een aanbesteding of de Engelse term Tender, dan biedt zij bedrijven de mogelijkheid een offerte in te dienen voor de uitvoering van een opdracht. Dat kan het uitvoeren van werken betreffen, zoals onderhoud aan wegen of het bouwen van een school, maar ook het leveren van goederen bijvoorbeeld software of kantoormeubilair. Het wordt ook toegepast voor het verrichten van diensten, zoals advieswerkzaamheden of communicatieactiviteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt bedoeld met het adoptieproces van een klant?

A

Alle stappen die een klant doorloopt bij de aankoop of het uitproberen van een nieuw product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke 4 verschillende niveaus kan concurrentie plaatsvinden?

A

Merkconcurrentie

Productvormconcurrentie

Generieke concurrentie

Behoefteconcurrentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een key accountmanager

A

De accountmanager die de grote, strategische (sleutel) klanten beheert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is corporate accountmanagement

A

‘Corporate’ betekent bedrijfsniveau, dus de corporate Accountmanager onderhoudt de relatie op niveau van het hoofdkantoor van een bedrijf. (Bedrijf koopt centraal in itt Nationaal accountmanagement)

17
Q

Wat is A/B testen?

A

Twee versies van een webpagina bijvoorbeeld om te zien welke de meeste interactie oplevert

18
Q

Wat is pooling?

A

Marktaandelen door de notaris laten vaststellen zodat concurrenten de gegevens niet met elkaar hoeven te delen

19
Q

Welk model gebruik je voor de interne analyse (micro niveau)

A

7S model van Mckinsy (waardeketen van Porter zou ook kunnen overigens. Maar deze is meer bedoeld / geschikt voor de microomgeving van je account)

20
Q

Wat wordt in het 7S model bedoeld met: Shared Values, Strategie en Style?

A

Shared values: bedrijfscultuur / visie
Strategie: doelen van de organisatie
Style: met name managementstijl

21
Q

Wat wordt in het 7S model bedoeld met structuur en wat met systems?

A

Structuur : organisatie van het bedrijf, verdeling taken en verantwoordelijkheden
Systems: werkwijzen, processen, afspraken

22
Q

Wat wordt in het 7S model bedoeld met Staff en wat met Skills?

A

Staff: personeel, bv opleidingniveau
Skills: vergelijkbaar met kerncompetenties, wat kunnen we goed?

23
Q

Wat is een geschikt model voor de marktanalyse? (Meso niveau)

A

ABCD analyse

24
Q

Waar staan de letters voor in de ABCD analyse?

A

Afnemers, Bedrijfstak, Concurrenten, Distributie

25
Q

Wat wordt bedoeld met een PMC?

A

Product-Markt Combinatie (dus een specifieke beschrijving van aanbod-doelgroep.

26
Q

Wat is het verschil tussen een inkoopportfoliomatrix en een inkooppositiematrix?

A

Portfolio gaat over producten (bv hefboom, routine etc), positie gaat over macht leverancier-inkoper.

27
Q

Welke 4 groeirichtingen geeft het model van Ansoff weer?

A

Marktpenetratie, Productontwikkeling, Marktontwikkeling, Diversificatie

28
Q

Wat is diversificatie?

A

groeien door nieuwe producten in een nieuwe markt te lanceren

29
Q

Waneer is het marktontwikkeling en wanneer productontwikkeling?

A

Nieuwe markt = marktontwikkeling, nieuw product=productontwikkeling

30
Q

Wanneer is sprake van een penetratiestrategie?

A

Als een bedrijf wil groeien door meer marktaandeel met bestaande producten in een bestaande markt te veroveren.

31
Q
A