ABC van levensbeschouwing Flashcards

1
Q

Wat is zingeving?

A

Alles wat te maken heeft met de vraag wat zin, betekenis, waarde geeft aan het leven en hoe je daarmee omgaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kan je zingeving beleven?

A

Passief: je ontdekt dat je zinvol ervaart, het overkomt je
Actief: om je leven als zinvol te ervaren moet je keuzes maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een levensbeschouwelijke vraag? Hoe noemen we het nog? Wat is de tegenganger?

A

Een vraag die te maken heeft met zingeving
Waarom-vraag
Wetenschappelijke vraag (hoe-vraag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het antwoord op een levensbeschouwelijke vraag?

A

Subjectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een godsdienst?

A

Een levensbeschouwing waarin ‘geloven in God’ als betekenisvol wordt ervaren en een doorslaggevende rol speelt in het beantwoorden van de vraag naar zingeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent religie?

A

Een levensbeschouwing waarin verbondenheid centraal staat en waarin het mysterie-karakter van het leven wordt erkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is spiritualiteit?

A

Kan veel vormen aannemen maar heeft steeds te maken met: de zoektocht naar zingeving, zorgen voor je ziel, je innerlijke leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is goed? Wat is kwaad?

A

Goed: bevordert menselijk geluk
Kwaad: leidt tot menselijk lijden
Geluk & lijden = heel subjectief > geen eensgezindheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke werkwoorden hangen van aan waarden en normen?

A

Waarden motiveren

Normen concretiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is verontwaardiging?

A

Boos of verdrietig worden vanuit een confrontatie met een vorm van kwaad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 4 fundamentele menselijke vermogens raakt levensbeschouwing?

A

KUNNEN
Welke basishoudingen, vaardigheden dien je daartoe te ontwikkelen?
VOELEN
Wat maakt jou écht blij, bang, …?
DENKEN
Wat denk je daarbij? Waarom? Welke inzichten heb je hierover?
WILLEN
Waar wil je ermee doen? Welke keuzes wil je maken?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly