aardrijkskunde hoofdstuk 3 Flashcards
1
Q
eeuwige sneeuw
A
De sneeuw in het hooggebergte die het hele jaar blijft liggen.
2
Q
erosie
A
De schurende werking van water, ijs en wind.
3
Q
gletsjerpuin
A
Het sediment dat door ijs wordt meegenomen en ergens wordt neergelegd. Heet ook morene.
4
Q
morene
A
Het sediment dat door ijs wordt meegenomen en ergens wordt neergelegd. Heet ook gletsjerpuin.
5
Q
sediment
A
Het materiaal – zoals stenen, steentjes, grind, zand en klei – dat water, ijs en wind meenemen en ergens anders neerleggen.
6
Q
sedimentatie
A
Het neerleggen van materiaal door water, ijs en wind.
7
Q
U-dal
A
Dal dat de vorm van een U heeft en is ontstaan door de schurende werking van een gletsjer.