Aantekeningen werkgroepen Flashcards
ANNA
altijd nagaan nooit aannemen
ziet op attitude van mediator. oftewel: objectieve dingen die je ziet, moet je verifiëren, niet uitgaan van subjectieve hypotheses
LSD
luisteren, samenvatten, doorvragen
Wanneer helpt LSD goed?
tijdens conflict hebben mensen limbisch brein, LSD kan ervoor zorgen dat mensen weer naar elkaar gaan luisteren en rationeler gaan denken
Samenvatten kan op twee zaken:
- inhoud
- emotie
Herformuleren
als men verwijten gaat maken, kan de mediator dat vertalen naar wensen
bv.: ‘je bent altijd te laat’ = ‘je vindt het belangrijk dat mensen zich aan hun afspraken houden en op tijd komen’
Waarom is het onderscheid tussen objectief en subjectief belangrijk voor de mediator?
mediator is een persoon met eigen normen en waarden. deze dient hij aan de kant te schuiven (ANNA!)
Verschil tussen objectief denken door een mediatoir en in juridisch opzicht
rechter kijkt objectief naar geschil aan de hand van de feiten
mediator doet niets met stukken; gaat niet over feiten, maar over inhoud en aangaan van gesprek
Zijn feiten van belang bij mediation?
niet zo zeer, verhaal van partijen is van belang
= bij faciliterende mediator
Conflictstijl
Thomas & Gildan
- toegeven
- forceren
- vermijden
- probleem oplossen
Waarom is het van belang dat de mediator de conflictstijl van personen in acht houdt?
mensen gedragen zich anders in conflict. LSD kan van belang zijn, hypotheses checken
LSD kan dan handig zijn; uit mond mediator klinkt vaak al heel anders dan uit mond andere partij
Drie manieren van partialiseren:
- dingen uit elkaar trekken (ten eerste, ten tweede)
- ambivalentie
- verhalen naast elkaar leggen
Ambivalentie
als de mediator iemand ziet twijfelen: noemt de verdeeldheid
‘ik hoor ja, maar ik zie ook een deel van je die wat anders zegt / twijfelt. Klopt dat?’
verdeeldheid van een persoon kan het conflict stagneren
Belangrijke kenmerken exploratiefase
- verhaal vertellen (standpunten)
- emoties
- communicatie
- feiten (voor een klein deel)
- belangen op papier zetten
Wat gebeurt er na de startfase?
tekenen MOVK
Wat voor soort vragen stelt de mediator niet?
therapeutische vragen (over emotie)
IEI
Inhoud, Emotie, Intentie
reflecteren op wat er gezegd wordt, dus:
- inhoud bv. ‘wat je zegt is…’
- emotie bv. ‘ik heb de indruk dat je je daarbij … voelt. klopt dit?’
- intentie bv. ‘zeg je daarmee eigenlijk dat…’
Metacommunicatie
communicatie over communicatie
wordt ingezet als communicatie verstoord is
Drie vormen ruziepatronen
- interpunctie
- symmetrische escalatie
- dwang- en terugtrekgedrag
Interpunctie
‘ja, maar jij’
patroon waarmee partijen niet verder komen
Belangrijk in de startfase is:
- commitment
- wie zit aan tafel, zijn dit de partijen, doen ze dit vrijwillig?
- afsluiten met MOVK
Vaardigheden die de mediator kan gebruiken:
- partialiseren
- LSD
- metacommunicatie
- IEI
- herformuleren
Kantelfase (‘kantelen’)
het punt dat we van ‘ik tegen jij’ naar ‘wij samen tegen het probleem’ gaan
of: van verleden naar toekomst
Drie vragen bij de kantelfase
- liggen alle belangen op tafel?
- zit er nog iets dwars?
- zijn jullie bereid om samen te zoeken naar oplossingen in wederzijds belang?
BAZO
beste alternatief zonder oplossing
bepaalt uiterste van partijen