A8 - HC.8 Vertering en opname voedingscomponenten

Question 1

voedsel afbraak mond

Answer 1

amylase voor koolhydraat afbraak

Question 2

voedsel afbraak maag

Answer 2

pepsine voor eiwitafbraak

Question 3

bijdrage galblaas voedselafbraak

Answer 3

opslag gal (gemaakt door lever) in duodenum emulgeert vetten

Question 4

exocriene pancreas

Answer 4

lipase voor vetafbraak wordt afgegeven aan duodenum

Question 5

bulkfase digestie

Answer 5

verwerking grote brokken in darmkanaal

Question 6

lokaal digestie

Answer 6

kleinere verwerking in darmepitheel

Question 7

waaruit bestaat zetmeel

Answer 7

amylose (α-1,4)
amylopectine (α1,4 en α1,6)

Question 8

waaruit bestaat sucrose

Answer 8

glucose en fructose α1,2

Question 9

waaruit bestaat lactose

Answer 9

gluctose en galactose met β1,4

Question 10

welke vier soorten koolhydraatverbindingen moeten verbroken worden?

Answer 10

α1,2 α1,4 α1,6 en β1,4

Question 11

waaruit bestaat cellulose en wat is er anders aan cellulose

Answer 11

β1,4, lichaam kan het niet verbreken omdat aanhechtingspunten verschillen.
komt met ontlasting er weer uit

Question 12

wat zijn monosacchariden

Answer 12

enkelvoudige suikers
- glucose
- galactose
- glucose
verschil door plaats OH-groep

Question 13

wat zijn disachariden

Answer 13

tweevoudige suikers
- maltose
- lactose
- sucrose