A7 - HC.10 Embryogenese hart- en vaatstelsel Flashcards
Aanmaak bloedcellen embryo
Eerst dooierzak, die verdwijnt.
Daarna placenta en AGM (gebied rond aorta).
Daarna lever en milt.
Na 3 maanden beenmerg
Twee processen bloedvaat ontwikkeling
Vasculogenese en angiogenese
Vasculogenese
Bloedeilandjes –> endotheelblaasjes –> fuseren tot vaatjes
Angiogenese
Ontwikkeling nieuwe vaatjes uit al bestaande vaatjes
Stimulatie endotheelcellen
VEGF, stimuleert endotheel cellen –> cellen delen –> er ontstaan holtes –> vat
Vanaf hoeveel weken heeft een embryo een bloedsomloop en pompend hart?
na 4 weken
Belangrijkste bloedvaten in vroege embryo
primitieve navelstreng, dorsale en ventrale aorta, kieuwboogarteriën, vena cardinalis anterior/communis/posterior
Extra-embryonale bloedvaten
v. en a. vetellina
v. en a. umbilicalis
Welke bloedvaten ontstaan er uit de v. en a. vitellinae
v. portae en a. mesenterica superior
ductus venosus
in de lever, tijdelijke verbinding tussen v. umbilicalis en v. cava. Na geboorte = lig. venosum
Uteroplacentale circulatie
na 9e week, bloed in v. umbilicalis is zuurstofrijk
Ontwikkeling van het hart
buis –> kromming & uithollingen –> linker en rechter buis –> 4 kamer hart
verstoorde opsplitsing…
persisterende truncus arteriosus: aorta en truncus pulmonalis zijn niet gescheiden
verkeerde aansluiting bloedvaten…
transpositie van de grote vaten (aan verkeerde ventrikel)
atriumseptum en ventrikel defecten
gat tussen atria / ventrikels