9.3 Flashcards
1
Q
Vergelijken van weerstand van stoffen
A
1 m lang en 1 m^2 doorsnede (oppervlakte, geen diameter!)
2
Q
(p) soortelijke weerstand
A
Weerstand van een stof bijv ijzer
3
Q
(p) soortelijke weerstand berekenen
A
R= p L/A ( L= lengte in meters, A = doorsnede in m^2)
4
Q
Half geleiders
A
Tussen geleiders en isolatoren in
5
Q
(A) doorsnede berekenen
A
A = pie x r^2 ( r^2 = straal kwadraat)
6
Q
PTC weerstand
A
Meeste metalen neemt weerstand toe als de temp stijgt (positieve temp coëfficiënt)
7
Q
NTC
A
Weerstand waarvan de weerstand juist afneemt als temp stijgt
8
Q
LDR
A
Weerstand waarbij de waarde afhangt van de hoeveelheid licht die erop valt
9
Q
Diode
A
Onderdeel dat de stroom in 1 richting door laat
10
Q
Gelijkrichter
A
Maakt van wisselstroom gelijke stroom