8. Eerste opvang van de neonaat Flashcards

1
Q

Inleiding

Wat is de rode draad tijdens de eerste opvang?

A

Warmtebehoud van de neonaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Inleiding

Hoe benader je als vv de eerste opvang?

A

Uniek moment voor de ouders:
* Liefde & eerbied voor baby
* Aandacht voor handelingen
* Info aan ouders
=> handel als uniek voor jou

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lokalisatie

Waar vindt de eerst opvang bij voorkeur plaats?

A
  • In verloskamer zelf
  • In aanpalende babykamer
  • Op mobiele verzorgingskar naast moeder
  • Deels bij moeder in bed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lokalisatie

Wat gebeurt er als de opvang plaatsvindt in een aparte ruimte?

A
  • Vader uitnodigen om mee te volgen
  • Vader stimuleren om beeldmateriaal te maken voor moeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rol van de vroedvrouw

Wie dient de eerste zorgen toe?

A

De vroedvrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rol van de vroedvrouw

Wie doet de eerste opvang als de vv de bevalling zelf doet?

A

Een tweede vroedvrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rol van de vroedvrouw

Wat gebeurt er als er door omstandigheden geen directe eerste zorgen kunnen toegediend worden?

Aandachtspunt!

A
  • Baby opgevangen in warme doeken
  • Op buik van mama of in de couveuse

Observatie!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorbereiding - algemeen

10 wijzers?

A

Voorbereiding
Handhygiëne
Verzamel gegevens
Verzamel materiaal
Licht patiënt in en identificeer
Voorzie privacy en veiligheid

Nazorg
Installeer patiënt comfortabel
Ruim materiaal op
Check situatie na afronding
Handhygiëne
Rapporteer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbereiding - babyruimte

Hoe bereidt je de babyruimte optimaal voor?

A
  1. 25°C
  2. Verlicht
  3. Verlucht
  4. Vrij van tocht
  5. Hygiënisch proper
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eerste opvang

Wat is de ideale volgorde bij de eerste opvang van de neonaat?

Waarom?

Ezelsbrug? (hou je vast)

A
  1. Opvang
  2. Kennismaking
  3. Afnavelen
  4. Aspiratie
  5. Apgar
  6. Navelstreng doorknippen
  7. Wegen
  8. Controle uitwendig aangeboren afwijkingen
  9. Hygiënische zorgen
  10. Hemdje aan
  11. Temperatuur
  12. Controle geslachtsorganen
  13. Navelstrengstompverzorging
  14. Luier aan
  15. Konakion IM
  16. Hartslag
  17. Aankleden
  18. Lengte meten
  19. Schedelomtrek meten
  20. Crederen
  21. Controle mondje - oortjes - handen & voeten
  22. Identificatie
  23. Inbundelen
  24. Naar ouders & informeren

Warmtebehoud het hoogst!

OK AAA NWC HH TCN LKH ALS CC III

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eerste opvang - Opvang

Wat zijn enkele aandachtspunten tijdens baby op buik mama?

A
  • Goede steun hoofdje
  • Vrije luchtwegen
  • Tractie op korte navel vermijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eerste opvang - Opvang

Hoe krijgt de foetus in utero zuurstof?

A
  • Zuurstof via placenta
  • Niet functionerende longen > longblaasjes dicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Eerste opvang - Opvang

Hoe komt de eerste ademhaling tot stand?

A

Druk- & temperatuursveranderingen > borstkas zet uit > longen vol zuurstofrijk bloed > °bloedsomloop neonaat verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eerste opvang - Opvang

Wat blijft achter na het afdrogen?

A

Vernix caseosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eerste opvang - Kennismaking

Wat is het belangrijkst voor de kennismaking met de neonaat?

A

Skin to skin voor minimum 1 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eerste opvang - Kennismaking

Wanneer kan skin to skin gegarandeerd worden onmiddellijk na de geboorte?

A

APGAR-score >7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Eerste opvang - Kennismaking

Wat zijn enkele aandachtspunten tijdens skin to skin?

A
  • Goed warm
  • BV goeie start
  • Observatie kraamvrouw (bloedverlies)
  • Observatie neonaat (APGAR)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Eerste opvang - Doorknippen NS

Wanneer wordt de navelstreng doorgeknipt?

A

Na minimum 1 min & maximum 3 min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Waarom wordt aspiratie niet systematisch uitgevoerd?

A

Gevaar voor:
* vagale reactie
* bradycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Wanneer wordt er geaspireerd?

A

10-tal minuten na de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Wat gebruiken we bij taaie slijmen?

A
  1. Gummipeertje
  2. Lee-suctionkatheter
  3. Aspiratietoestel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Geef wat meer info over het gummipeertje

Aandachtspunt!

A
  • Matige zuigkracht > slijmvliezen niet kwetsen
  • Eerst oropharyngeale aspiratie
  • Daarna neus aspireren (1à2cm in neus)

Niet te diep in neus > °bradycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Geef wat meer info over Lee-suctionkatheter

A
  • Mondstuk voor vv
  • Reservoir opvang slijmen
  • Katheter voor suctie bij neonaat
  • Vooral voor meconiaal vruchtwater na geboorte van het hoofd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Geef wat meer info over het aspiratietoestel

A
  • Gebruiken bij teveel slijmen & meconiaal vruchtwater
  • Aspiratiesonde met Charrière 6 of 8
  • Sonde met eind- en zijopening
  • Maximaal 100 mmHg zuigkracht
  • Maximaal 20 sec per aspiratiebeurt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Hoe ga je te werk om de maag te aspireren via de mond?

A
  • Maximaal 6 à 8cm: afstand mond-oor-xyfoïd,
26
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Hoe ga je te werk om de maag te aspireren via de neus?

A
  • Maximaal 6 à 8cm: afstand neus-oor-xyfoïd
27
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Welke houding neem je aan/geef je om te aspireren met een aspiratietoestel?

A
  1. Baby in lichte hyperextensie met hoofd naar zv of dwars met hoofdje naar opzij
  2. Ene hand fixeert hoofdje & houdt mondje open > hals lichtjes gerekt > tong naar achterkant pharynx
  3. Andere hand aspireren
28
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Hoe ga je te werk met een aspiratietoestel? volgorde

A

Volgorde aspiratie:
1. Keelholte
2. Mondje
3. Neusgaten
4. Via mond naar keelholte > doorgankelijkheid controleren > naar maag zonder negatieve druk > gelijkmatige uittrekkende beweging met negatieve druk
5. Via neus tot keelholte > doorgankelijkheid choanen controleren (unilaterale of dubbelzijdige choanenatresie) > naar maag zonder negatieve druk > gelijkmatige uittrekkende beweging met negatieve druk

29
Q

Eerste opvang - Aspiratie

Wat zijn enkele aandachtspunten bij het aspireren?

A
  • Aspiratiekracht (negatieve druk) alternerend onderbreken door tussenstukje af te sluiten & te openen
  • Aspiratiekracht aanhouden in mond > vlug in & uit mondhoeken
  • Aspireer vlot > vrije ademhaling garanderen
  • Weerstand? > observatie ademhalingsbelemmering of -moeilijkheden + rapporteren
30
Q

Eerste opvang - APGAR

Wat geeft de APGAR-score weer?

A

Een beeld van de algemene toestand van de neonaat

31
Q

Eerste opvang - APGAR

Wat gebeurt er aan de hand van de APGAR-score?

A
  • Interpretatie van puntenverlies: oorzaak?
  • Bepaling: onmiddellijke hulp of voorspelling
32
Q

Eerste opvang - APGAR

Waarop kan blauwverkleuring huid & slijmvlies wijzen?

A
  • Longen
  • Ademhalingscentrum hersenen > onderdrukt door pijnstillende medicatie tijdens arbeid/bevalling
33
Q

Eerste opvang - APGAR

Wat geeft de 1 min score weer?

A

Graad van depressie (cardiaal of respiratoir) & nood aan reanimatie

34
Q

Eerste opvang - APGAR

Wat geeft de 5 min score weer?

A

Objectieve prognose overlevingskansen neonaat
< 5 = ernstige cardio-respiratoire depressie

35
Q

Eerste opvang - APGAR

Hoe moeten we de scores interpreteren?

A

groter of = 7: geen problemen
4 tot 6: matige asfyxie
< of = 3: ernstige asfyxie

36
Q

Eerste opvang - APGAR

In welke voorspelbare orde vindt het puntenverlies plaats?

A
  1. Kleur & ademhaling
  2. Spiertonus & reflexen
  3. Hartfrequentie
37
Q

Eerste opvang - APGAR

Hoe bepaal je de spiertonus?

A
  • Weerstand bij strekken arm of been vaststellen
  • Houding pasgeborene bekijken: fysiologische houding = ledematen in semiflexie
38
Q

Eerste opvang - Afnavelen

Wat betekent afnavelen?

A

= inkorten navelstreng door deze steriel af te klemmen

39
Q

Eerste opvang - Afnavelen

Wat check je bij de navelstreng?

A

Aanwezigheid van 2 arteries & 1 vene

40
Q

Eerste opvang - Afnavelen

Wat zijn aandachtspunten bij het afnavelen?

A
  • Alert zijn voor volledig afklemmen navelstrengbloedvaten
  • Geen tractie
  • Navelstrenglengte: 3 à 4 cm
  • Steriel werken
  • Afnavelen kan ook onmiddellijk na geboorte: navelklem op 3cm ipv 1ste kocher & 2de kocher op 1 à 2 cm van klem (na bloedloos strijken)
41
Q

Eerste opvang - Afnavelen

Welk materiaal kan gebruikt worden om af te navelen?

A
  1. Navelklem
  2. Navellintjes
  3. Navelklem & navellintje
  4. Cord ring
42
Q

Eerste opvang - Controle lichaamstemperatuur

Geef meer info over de controle van de lichaamstemperatuur

A
  • Rectaal
  • 36,5 - 37,5°C
  • Doorgankelijkheid aars/rectum (stenose & atresie uitsluiten)
43
Q

Eerste opvang - Controle lichaamstemperatuur

Wat zijn voordelen van de geplooide beentjes naar de buik?

A

Bilnaad opent:
* vlotte inbreng door ontspannen aarssfincter
* betere visuele lokalisatie van de aars
* inbrengdiepte makkelijker inschatten & aanhouden

44
Q

Eerste opvang - Controle geslachtsorganen

Wat controleer je bij de jongen?

A
  1. Voorhuid vast aan de top van de penis
  2. Scrotum tamelijk groot < stuwing doorheen baringskanaal
  3. Indaling testes vs cryptorchidie (uni- of bilateraal)
  4. Opening urethra (hypo- of epispadie)
  5. Vergroeiing penis & scrotum
45
Q

Eerste opvang - Controle geslachtsorganen

Wat controleer je bij het meisje?

A

Labia:
1. Groot & klein aanwezig?
2. Vergroeiingen?

46
Q

Eerste opvang - Controle geslachtsorganen

Extra observatiepunt?

A

Uitscheiding tijdens controle > bewijs doorgankelijke urinewegen & doorgankelijke aars

47
Q

Eerste opvang - Controle geslachtsorganen

Wanneer en hoeveel urineert de neonaat na de geboorte?

A

Binnen de 24 à 48u na geboorte.
1-2 ml/kg/uur

48
Q

Eerste opvang - Navelstrengstompverzorging

Aandachtspunten bij de navelstrengstompverzorging

A
  • Afhankelijk van de gewoonten van de dienst
  • Droge zorg
  • Navelbandje niet te strak > baby ongehinderd bewegen & ademen
  • Navelbandje niet te los > afschuiven vermijden
  • Fixatie navelbandje links-boven:
    > links: niet op lever drukken
    > boven: niet bevochtigd door urine
49
Q

Eerste opvang - Toediening Konakion IM

Waarom wordt Konakion toegediend?

A

Om bloedingsneiging te voorkomen

50
Q

Eerste opvang - Toediening Konakion IM

Waar & hoeveel wordt ingespoten?

A

m. vastus lateralis (dijspier)
1mg = 0,1ml

51
Q

Eerste opvang - Beluisteren hartslag

Wat beluister je mbt de hartslag?

Alert voor

A
  1. Ritme
  2. Frequentie
  3. Regelmaat
  4. Intensiteit

Hartgeruis

52
Q

Eerste opvang - Verder aankleden

Waar let je op bij het verder aankleden van de neonaat?

Waarom belangrijk?

A
  • Propere, droge onderlaag
  • Vingertjes samennemen

Warmtebehoud

53
Q

Eerste opvang - Meten

Waar let je op bij het meten van de lengte van de baby?

A
  • Kruin tot hiel: 48-52cm à terme
  • Best met 2 personen > fixatie beentje & hoofdje
  • Speciale meetlat of meetbak
54
Q

Eerste opvang - Meten

Waar let je op bij het meten van de schedelomtrek van de baby?

A
  • Occipito-frontaal: 34-36 cm à terme > bipariëtale diameter boven oren
  • Hermeten als moulage verdwenen is
  • Controle hoofd op eventuele letsels of kneuzingen
  • Bevoelen fontanellen & naden
55
Q

Eerste opvang - Crederen

Wat is crederen?

A
  • Preventieve maatregel ter bescherming tegen eventuele ooginfecties
  • Indruppelen zilvernitraatoplossing 1%
56
Q

Eerste opvang - Crederen

Wat controleer je tijdens het crederen?

A
  1. Subconjunctivale bloedingen?
  2. Zwelling oogleden?
  3. Oogstand?
  4. Pupillen: gelijk? wazig?
  5. Ooghoekplooi aanwezig? > epicanthus = Down
57
Q

Eerste opvang - Konakion per os

Hoeveel Konakion wordt er per os toegediend?

A

2mg / 0,2ml

58
Q

Eerste opvang - Controle mondje

Waarmee wordt de gaafheid van het verhemelte gecontroleerd?

A
  • Goede lichtbron
  • Steriel gaasje om de vinger gewikkeld
59
Q

Reanimatie

Hoeveel neonaten hebben nood aan eenvoudige interventies?

A

5-10%

60
Q

Reanimatie

Wat zijn eenvoudige interventies?

Waarom?

A
  • Zuurstoftoediening
  • Stimulatie

Normale cardiorespiratoire functie garanderen

61
Q

Reanimatie

Hoeveel neonaten hebben nood aan intensieve reanimatie?

A

1%

62
Q

Reanimatie

Wat houdt intensieve reanimatie in?

A
  • Intubatie
  • Beademing
  • Medicatie
  • Hartmassage