7. Zwangere in partu: normale baring en nageboorte Flashcards

1
Q

FYS vd BARING: baringsmechanisme

Hoe noemen we de fasen tijdens de uitdrijving? Som ze op.

Ezelsbrug?

A

Periodes.

  1. Indaling en rotatie om de sagittale as = lateroflexie van het hoofd
  2. Flexie van het hoofd
  3. Inwendige spildraai van het hoofd
  4. Deflexie van het hoofd
  5. Uitwendige spildraai van het hoofd
  6. Geboorte van schouders

IFIDUS

Herhaling op p134-136 (lezen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer kan barende mee gaan persen?

A

Bij volledige ontsluiting en voldoende indaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe vaak persen per wee? Wat ertussen?

A

2 à 3 keer

Tussen weeën ontspannen en op adem komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doe je na elke contractie?

A

FTH controleren

Doptone/CTG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarop letten bij epidurale qua persinstructies?

A

Extra belangrijk omdat barende het vaak niet goed voelt.
Manueel palperen abdomen om te voelen wanneer er een contractie is en dan persinctructie geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Altijd persinstructies geven?

A

Neen, sommige vrouwen willen zich laten leiden door natuurlijke persdrang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke persinstructies geef je na de geboorte van het hoofd?

A

Even niet persen maar puffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is damsteun?

A

Tegendruk geven op het perineum met de zone tussen duim en vingers.

Ondersteunen, NIET het caput terugduwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het doel van damsteun?

A

(diep) inscheuren perineum voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe geef je damsteun? Wat is het voordeel?

A

Onderste hand ligt gespreid tegen perineum (met doekje) en oefent krachtige tegendruk op voorhoofdsknobbels uit bij het persen. De rand van het perineum moet zichtbaar blijven.

+Flexie wordt zo lang mogelijk bewaard
+Hoofd snijdt door in zijn voordeligste diameter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee methoden zijn er om de geboorte te leiden?

A
  1. Vorkgreep
  2. Bipariëtaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voor-en nadelen van laat afnavelen?

A

+Hoger bloedvolume neonaat
-Risico op vb hyperbilirubinemie, polycythemie & nood aan fototherapie verhoogt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe lang wachten we minimaal en maximaal met afnavelen volgens literatuur?

A

30-180sec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een lotusgeboorte?

A

Wanneer ouders ervoor kiezen om de navelstreng niet door te knippen maar te wachten tot die eraf valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer nemen we navelstrengbloed af?

A

Onmiddellijk na de geboorte van de neonaat en het afnavelen maar voor de geboorte van de placenta.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Absolute indicaties om navelstrengbloed af te nemen?

A
  1. Rhesus- moeder (rhesusincompatibiliteit)
  2. Moeder bloedgroep O (ABO-incompatibiliteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Relatieve indicaties om navelstrengbloed af te nemen?

A
  1. Bepaling bloedgroep en rhesusfactor neonaat
  2. Bewaren/doneren stamcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is placentageboorte volgens Duncan?

Synoniem?

A

Afhankelijk van het losmakingsmechanisme > lateraal hematoom
* Placenta klapt om > maternale zijde eerst uitgestoten
* Uitwendig bloedverlies te merken

Dirty Duncan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is placentageboorte volgens Schultze?

Synoniem

A

Afhankelijk van het losmakingsmechanisme > centraal hematoom
* Uitwendig bloedverlies beperkt > bloed in de vliezen
* Foetale zijde wordt eerst uitgestoten & vliezen slepen na

Shiny Schultze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke handgrepen zijn er bij de geboorte van de placenta?

A
  1. Küstner
  2. Verlengde Küstner/uitstrijken
  3. Baer
  4. Exprimeren/Créderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarvoor dient de handgreep van Küstner?

A

Om te controleren of de placenta los ligt in het OUS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat doe je bij een negatieve Küstner?

A
  • Afwachten
  • Parameters controleren
  • Herhalen handgreep na enkele minuten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat bij ernstig bloedverlies maar negatieve Küstner?

A

Mogelijks “valse negatief” en proberen om geboren te laten worden.
Mislukt? Hulp inschakelen! + oxytocine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarom mag je nooit trekken aan de navelstreng?

A

Gevaar voor:
- Afscheuren
- Inversio uteri
- Instulping uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat doe je bij een positieve Küstner?
Handgreep van Baer
26
Synoniem voor verlengde Küstner?
Uitstrijken van de placenta
27
Synoniemen voor uitstempelen?
- Exprimeren - Créderen
28
Wat als na de geboorte van de placenta de vliezen niet volgen?
Klemmen in kocher en met roterende beweging voorzichtig naar buiten leiden
29
Hoe ga je de placenta een eerste keer controleren? Wanneer?
1. Volledigheid! 2. Maternale zijde: gave rand, openstaande vaten/ruimtes, goed aansluitende cotyledonen,...? 3. Vliezen Meteen na geboorte van placenta
30
Welke stappen zijn er bij een placenta-onderzoek?
- Maternale zijde - Foetale zijde - NS en vliezen knippen - Placenta wegen - Placenta-index bepalen
31
Wat zijn de gemiddelde maten van een placenta? L, B, D, G?
L & B: ovaal/rond 15-20cm D: 1-3cm G: 500g | Veel verschillen in praktijk
32
Welk tekens wijst op een verouderingsproces bij de placenta?
Calcificaties
33
Wat is de placenta-index?
**Verhouding** gewicht placenta tot gewicht neonaat. Normaal **1/7**.
34
Wanneer kunnen we ervan uitgaan dat de vliezen volledig zijn meegekomen?
Als ze het maternale oppervlak van de placenta kunnen bedekken.
35
Wat zegt een laterale/marginale scheur in de vliezen over de inplanting van de placenta?
Lager/laag ingeplant
36
Hoe ziet het amnionvlies eruit?
Dun, zacht, helder, geen vaten
37
Hoe ziet het chorionvlies eruit?
Dikker, ruw, niet helder, kleine vaatjes
38
Wat zijn de gemiddelde maten van een NS? L, D?
L: 60cm D: 1-2cm
39
Wat is een valse knoop in de NS?
Verdikkingen op de NS Bloedvat of ophoping gelei
40
Wat is placenta bipartita?
= placenta duplex Placenta bestaat uit twee delen van eenzelfde grootorde
41
Wat is placenta succenturiata?
Grote placenta en in de vliezen een klein placentagedeelte. Over de vliezen lopen bloedvaten tussen de twee.
42
Wat is placenta circumvallata?
Grens van de choriaalplaat wordt gemarkeerd door een opgeworpen wal die boven het niveau van de choriaalplaat uitsteekt en een duidelijke plooi voorstelt.
43
Hoe ziet een infarct eruit bij een placenta?
Witte, vast aanvoelende plekken met rode/bruine kern
44
Welk deel van de placenta kan cysten vertonen? Wat betekent dat?
Foetale zijde. Geen klinische betekenis
45
Welke afwijking kunnen we van de placenta zien bij ernstige gevallen van Rh-sensibiliteit?
Oedeem
46
Hoe is de indaling bij het begin van de baring bij primipara/multipara?
Primipara: vibi Multipara: bbbi of bibi
47
Wat zijn de grootste doortredende diameters bij een gewone achterhoofdsligging?
Suboccipito-bregmatica, **SOB** = 9,5cm Suboccipito-frontale, **SOF** = 10cm
48
Wat is een verscherpte achterhoofdsligging? | Aandachtig zijn voor?
Wanneer foetale hoofd van in **begin** van de baring in **extreme flexie** is | Aandachtig zijn voor vernauwd bekken.
49
Hoe ligt de pijlnaad meestal bij indaling? | Wat is meest wenselijk?
2/3: Dwars: AaLdw of AaRdw > SOF 1/3: Schuin: AaLv AaRv AaLa AaRa > SOB | Dwars: breedste diameter caput door breedste diameter bekken
50
Wat kunnen tekens zijn van een antropoïde vorm van bekkeningang?
Pijlnaad: - Occipito-pubisch - Occipito-sacraal
51
Wat is het achterste asynclitisme?
Wanneer het **achterste wandbeen** iets meer ingedaald is | Os parietalis Li of Re
52
Wat is het knoopsgatmechanisme? | Hoe kan je dit stimuleren?
De manier waarop het caput indaalt. Telkens asynclitisme-synclitisme-asynclitisme-synclitisme... > eindigen met synclitisme anders patho | Vrouw laten bewegen!
53
Wanneer kunnen we zeggen dat het hoofd is ingedaald?
Als het diepst ingedaalde wandbeen **Hodge 3** bereikt heeft.
54
Waarom gaat het hoofd van de foetus verder in flexie tijdens de tweede periode?
Door de **weerstand** van het weke gebogen baringskanaal
55
Wat is het gevolg van de flexie van het hoofd?
Grootste **diameter** is nu SOB
56
Hoe kunnen we de flexie van het foetaal caput bevorderen?
Parturiënte **op zij laten liggen** waar de rug van foetus ligt > foetale romp achterover > meer ruimte tussen kin en romp > verdere flexie is mogelijk
57
Welke factoren hebben een invloed op de inwendige spildraai?
- Bekkenvorm > houding & beweging - Vorm en weerstand BBS > getrainde BBS helpen - Sterkte uitdrijvende krachten - Grootte en moulage caput
58
In welke periode begint de persdrang?
4de periode
59
In welke delen kan je de vierde periode nog opdelen?
1. **Insnijden** van het hoofd 2. **Staan** van het hoofd 3. **Doorsnijden** van het hoofd (deflexie)
60
Wat zijn riskante momenten voor rupturen?
4de en 6de periode
61
Hoe verloopt de inwendige spildraai?
AaLdw of AaRdw > AaLv of AaRv (schuin) > Aav
62
In welke volgorde worden de delen van het hoofd geboren?
1. Voorhoofd 2. Neus 3. Aangezicht 4. Kin
63
Handgreep van Baer?
64
Handgreep Kustner?
65
Handgreep Kustner?