7. Teambuilding ✔ Flashcards

1
Q

Definitie teambuilding

A

Dynamisch proces

  • gemeenschappelijk belang > individuele belang
  • elk teamlid in staat leveren optimale bijdrage aan teamprestatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Levensfasen van een team

A

Elk sportteam heeft eigen ontwikkelingsproces = teamontwikkelsingsmodel

1: Vormfase
=> richting & duidelijkheid

2: Stormfase
=> onderlinge conflicten + leiderschap & autotiteit van coach

3: Normfase
=> meer zelfstandigheid & autonomie: missie wordt duidelijk

4: Prestatiefase
=> aandacht voor teamontwikkeling

5: Uiteenvallen
=> coach geeft waardering, richting, ondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het draait om normen & prestaties

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Striver

A

Striving talent
=> andere spelers begrijpen: synergie ontstaat

=> groter teamresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rollen coach

A

Spelers zijn betrokken bij doel & elkaar

Verdelen van rollen en scheppen van duidelijkheid

Zorgt voor sfeer van onderling vertrouwen, waardering en respect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Teamtaak vs teamproces

A

Teamtaken zijn meetbare, controleerbare gebeurtenissen die leiden tot een teamproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mentale vorming (3 componenten)

A
  1. Leren samenwerken in een team
  2. Incasseringsvermogen ontwikkelen
  3. Confrontaties durven aangaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bewust trainen

A

Mentale componenten bewust toepassen => groter effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Coachingsstijl:
4 hoofdstijlen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leiderschapsstijlen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Afgeleide leiderschapsstijlen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Coachtypes

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Transformationeel leiderschap

A
  • Globale doelstelling
  • Globale instructiemethode
  • Presteren mag
  • Open planning
  • Inspraak van de groep
  • Groepsgericht
  • Homogene groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Transactioneel leiderschap

A
  • Nawukeurig omschreven doelstelling
  • Specifieke instructie
  • Presteren moet
  • Gesloten planning
  • Trainer bepaalt
  • Individueel gericht
  • Heterogene groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het schakelen van een trainer tussen rollen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Teamproces / teambuilding: evolutie van sporters

A
17
Q

Teamrollen van Belbin (wat?)

A

Persoonlijke kenmerken binnen een team
=> 9 rollen met elk eigen kwaliteiten en valkuilen

Samenhang:
1) manier waarop mensen werkelijkheid zien
denken, doen, willen, voelen

2) op basis van functies
naar binnen gericht, naar buiten gericht

3) op basis van rol die vervuld wordt
actie, sociaal, verstandelijk

18
Q

Teamrollen van Belbin (9 rollen)

A
19
Q

Teamrollen van Belbin:
Inzichten

A
20
Q

Karakters en ontwikkelingsfasen van een team

A
21
Q

Belbin-vragenlijst

A

Brengt voorkeursgedrag in beeld
=> evenwichtig samenstellen van sportteams

22
Q

Leiderschapsrol (formele & informele leiders)

A
23
Q

4 verschillende leiderschaprollen

A

Meerdere rollen per persoon mogelijk

24
Q

Hoogst gewaardeerde leiders

A

Er kan een groot verschil zijn tussen de formele leider (aanvoerder) en de teamleden die daadwerkelijk het leiderschap op zich nemen

=> kan positie aanvoerder ondermijnen

25
Q

Opleiden van de aanvoerder

A