2. Leren ✔ Flashcards
Aansluiten op voorkeuren
4 manieren van belonen en straffen
Hoe best belonen / straffen?
Goed gedrag
=> belonen
Slecht gedrag
=> negeren
Complimenten hebben grootste effect direct gevolgd op gewenst gedrag
4 leerfasen
3 types onbewust onbekwaam (geen uitleg)
Mentaal onbewust onbekwaam
Tactisch onbewust onbekwaam
Conditioneel onbewust onbekwaam
Mentaal onbewust onbekwaam
Sporter kan eigen niveau overschatten
=> is bezig met verrichtingen van tegenstanders ipv eigen performance
Tactisch onbewust onbekwaam
Te vroeg op kop komen, te laat positie kiezen, de bal niet afspelen
Conditioneel onbewust onbekwaam
Inspanningen niet lang kunnen volhouden:
te zwakke core => weining kracht en coordinatie van ledematen
Taxonomie van Bloom
Impliciet & expliciet leren
Leren = proces dat uiteindelijk leidt tot gedragsverandering
Impliciet (onbewust)
=> kennis wordt gaandeweg verkregen (kijken en imiteren)
= speelgewijs, aangename factor -> motiverend
Expliciet (bewust)
=> leren is centrale activiteit (feitenkennis bewust op rijtje krijgen)
Beiden combineren is optimaal
=> ongeacht de leeftijd
Leerstijlen: cyclisch proces
Concrete ervaringen opdoen
= DOENER
|
|
Observeren en reflecteren
= WAARNEMER
|
|
Vormen en formuleren van abstracte bergippen
= NADENKER
|
|
Experimenteren en actief toetsen
= TOEPASSER
Is oneindig proces
Leerstijlen:
Leervormen & voorkeuren voor verschillende leerstijlen (begrijpen)
Verschillen in leerstijlen
Verschillend leerstijlen, de een niet beter dan de andere
Leerstijlen zijn meer of minder functioneel naar gelang de situatie
=> aftoetsen welk type de sporter is
De leerstijlen van Jan Vermunt (4)
1) betekenisgerichte leerstijl
2) Reproductiegerichte leerstijl
3) Toepassingsgerichte leerstijl
4) Ongerichte leerstijl
=> Staan op zichzelf en hebben geen onderling verband
=> Een leerstijl is te ontwikkelen
De leerstijlen van Jan Vermunt:
Betekenisgerichte leerstijl
Hoort bij gemotiveerde sporters
- persoonlijke interesse in leerstof en willen alles weten
- kunnen onderscheid maken tussen belangrijke en minder relevante zaken
- wernen snel en zelfstandig
De leerstijlen van Jan Vermunt:
Reproductiegerichte leerstijl
Voor extrinsiek gemotiveerde sporters
- volgen instructies op om goed te presteren
- sporten is niet iets dat ze hun leven lang willen doen
De leerstijlen van Jan Vermunt:
Toepassingsgerichte leerstijl
Voor sporter die zich wil ontwikkelen tot sporter die hij wil zijn
- wil nieuw geleerde technieken en traningsvormen direct toepassen in praktijk
- gemotiveerd als hij met informatie iets kan
De leerstijlen van Jan Vermunt:
Ongerichte leerstijl
Deze sporter leert zonder duidelijk doel
- wat hij leert, wordt niet echt verwerkt
- leren en trainen doet de sporter omdat anderen dit van hem verwachten
Ijsbergmodel
Coachen op temperament
Myers-Briggs Type Indicator (MBTI)
Action Type + inspelen goede coach
Mogelijkheid voor coaches om in te spelen op persoonlijke voorkeuren van sporter
=> betere communicatie + sneller doelen bereiken
Coach krijgt inzicht in zijn eigen functioneren (zelfkennis)
=> betere begeleider
Een goede coach
- vraagt zich af waaar zijn voorkeuren liggen
- geen oordeel over hoe hij communiceert, maar bewust van wat het oproept bij anderen
- geeft vertrouwen, heeft respect en is authentiek
De authentieke coach
Gedragsverandering door coach
Coachen gaat over veranderen van sporter
=> sporters tactisch, technisch en conditioneel beter maken
Oud gedrag achterwegen laten en nieuw implementeren
Tabel van 4 tempramenten (begrijpen)
Soorten feedback om te geven
Belangrijk bij geven van kritiek
Kritiek moet bijdragen aan autonomie van sporter
=> sporter moet gevoel hebben dat hij zijn eigen baas is
=> intrinsieke motivatie hoog houden / maken
Relatie met sporter intact houden!!!
=> manieren testen & weten hoe elk persoon behandeld moet worden
Coachen van temperament:
Vaklui (SP)
Vaklui leven in het hier en nu
Ze willen veel doen maar zijn snel verveeld
- *=> ‘pluk de dag’**
- (geniet van het leven, zolang het u gegeven is)*
Coachen van temperament:
Wachters (SJ)
Dragen zich verantwoordelijk en willen nodig zijn
Ze houden van stabiliteit en deel zijn van een groep
Behoefte aan controle -> kwetsbaar bij onvoorziene wendingen
=> ‘als iedereen zich aan de regels houdt, loopt alles op wieltjes’
Coachen van temperament:
Realisten (NT)
Willen begrijpen, kennis verwerven en inzicht vergroten
Ze werken vanuit concept en strategie
Ze zijn betrokken op concepten, systemen en ideeën
Logica & zelfcontrole > emoties
=> ‘kennis is vaardigheid’
Coachen van temperament:
Idealisten (NF)
Houden van samenwerken, groei, integriteit, ethiek, originaliteit,
persoonlijke kwaliteit, empathie, zin en betekenis
Word wie je bent!
Leven als reis naar je beste zelf
=> zingeving, zinbeleving, identiteit, zelfontplooiing, authenticiteit, ethiek, betekenis
=> i’ik geloof in het menselijke potentieel en wil mijn beste zelf worden’
Communicatieprincipes
Relatie van sport met leren