1. Sport en motivatie ✔ Flashcards

1
Q

Belangrijkste concept van motivatie

A

Motivatie moet vanuit jezelf komen
=> anders weining zin op langere termijn

Belangrijke voorwaarde om sporten vol te houden
=> elke sporter heeft eigen beweegreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Motivatie betekenis & aanpak

A

Betekent ‘in beweging brengen’
=> drijfveren die gedrag bepalen

Behandelen adhv theorieën en opvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Behoeftepiramide van Maslow

A

Piramide, bestaande uit 5 lagen (chakra’s)

  1. vrijheid & zelfontplooiing
  2. waardering
  3. sociale behoeften
  4. veiligheid & bescherming
  5. fysieke behoeften

5,4,3: hoger fundamenteel
=> geestelijke ontwikkeling

1,2: lager fundamenteel
=> basaal

Naar boven werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kritiek op piramide van Maslow

A

1) zelfontplooiing bovenaan
=> cultureel bepaald

2) manier van behoeften bevredigen
=> ze lopen allemaal door elkaar

3) volgorde van top 3 is heel persoonlijk

4) volgorde is niet fixed
=> geestelijke gezondheid is nodig voor sportprestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Motivationele behoeften van McClelland

A

Vooral toepasbaar op teamsporten
=> van alles heeft men mensen nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Combinatie Maslow & McClelland (schema)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Time management matrix van Stephen Covey:
Inzicht + schema

A

Efficiëntie ==> effectiviteit

Tijd managen ==> energie managen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Time management matrix:
Werking

A

Inzicht krijgen in relatie activiteiten & behoeften
=> betere prestatie

Te veel in I
=> in conflict komen met onszelf

Oplossing
=> activiteit verplaatsen naar II en hierop focussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

X- Y - theorie (schema)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Werktevredenheidsbenadering (+ schema)

A

Intrinsieke motivatie is het belangrijkste
=> kan verhoogd worden mbv extrinsieke motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zelfbeschikkingstheorie (schema)

A

Competentie, Betrokkenheid, Autonomie
=> ABC van motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tijdbalk ex -en intrinsieke motivatie

A

Stappenplan van EX naar IN

1) geen motivatie
2) motivatie vanuit externe dwang
3) motivatie vanuit noodzakelijkheid
4) motivatie vanuit indentificatie positieve uitkomsten
5) motivatie vanuit integratie
6) intrinsieke motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Taak -en ego-oriëntatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Motivatie en veranderingen

A

Intrinsieke motivatie kan verdrongen worden door extrinsieke motivatie
=> intrinsieke + extrinsieke motivatie ≠ dubbele motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Autonoom & straf

A

Autonoom = intrinsiek gemotiveerd
=> onafhankelijk van externe invloeden

Extrinsiek gemotiveerd
=> altijd beloning of straf nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Motiveren met einddoel in beeld

A

intrinsieke motivatie opwekken mbv eindplaatje

1) verbeelding van (beter) uiterlijk
2) verbeelding technische uitvoering sportactiviteit
3) verbeelding energiek gevoel dat bij sporten hoort
4) verbeelding plezier in sporten

17
Q

Belofte & verbeeldingen

A

Werken met verbeeldingen die werken
=> leuk, mee energie krijgen, sterker lichaam
=> je mag iets ipv moet

Slank zijn is nooit gegarandeerd

18
Q

Belangrijkste 2 rollen als coach

A

1) hoe overkomen bij sporter
=> mbv vragenlijst

2) inzicht krijgen in kwaliteit van motivatie van sporter
=> mbv vragenlijst

19
Q

Transactionele -en transformationele coach

A
20
Q

Belonen of straffen:
Mythe & realiteit

A

Mythe:
Belonen & straffen is de beste manier mensen te motiveren (oud paradigma)

Realiteit:
Mensen hebben de vrijheid om te kiezen
=> iemands handen zijn te koop maar niet zijn ziel (nieuw paradigma)

21
Q

Wat kan coach doen na opvolging?

A
22
Q

Oriëntatie sporter

A

Doeloriëntatie achterhalen

1) gericht op leren
2) gericht op beter presteren dan anderen
3) gericht op vermijden
4) gericht op vermijden van prestaties van anderen

23
Q

Hoe intrinsieke motivatie bevorderen? (4)

A

1) Doelen stellen
2) Bewust maken van de uitdaging in de taak of oefening
3) Voorbeelden gebruiken
4) Aandacht geven

24
Q
Intrinsieke motivatie bevorderen:
Doelen stellen (3)
A
25
Q

Opletten bij sporters, gericht op resultaat

A

Presteren vaak beter in training dan tijdens wedstrijd

Prestatie -en procesdoelen stellen
=> boost zelfvertrouwen & concentratie & wedstrijdspanning

Je moet winnen, maar op prestatie en proces.

26
Q

Intrinsieke motivatie bevorderen:
Bewust maken van taak of oefening

A

Sporters worden uitgedaagd de oefening zo goed mogelijk te doen
=> adhv bijsturingen

Sporter probeert rond te kijken en zich met iets anders bezig te houden
=> focus bij zichzelf houden (meditatie)

27
Q

Intrinsieke motivatie bevorderen:
Voorbeelden gebruiken

A

Een sporter van gelijk niveau laten tonen hoe het moet (rolmodel maken)
=> stimuleert anderen om het net zo goed te doen

Niet negatief vergelijken
=> gebruik aanwijzingen voor verbetering en complimenteer

28
Q

Intrinsieke motivatie bevorderen:
Aandacht geven

A

Iedereen wilt zich manifesteren, gezien worden, aandacht krijgen, erbij horen
=> geef de sporter dit

Wat aandacht krijgt, groeit

29
Q

NLP-coachmodel (enkel schema)

A
30
Q

NLP-coachmodel uitleg

A

Realistisch doelen stellen en behalen

  • emotionele toestand verbetert
  • werkt motiverend
  • geeft richting aan zoeken naar hulpbronnen en opsporen van hindernissen

Visuele manier om doelen te concretiseren en strategieën te bedenken

31
Q

Verhaal -en actiedenkers

A