7. Taal Flashcards
psycholinguïstiek
studie cognitieve processen taal
taalbegrip/verwerving/productie
taalkenmerken, Clark en Clark
communicatief
- taal is zinvol -> communicatie
arbitrair
- willekeurig verband symbool en betekenis
structuur
- patroon van symbolen is niet willekeurig
- taalregels
generatief
- oneindige combinaties van basiseenheden
dynamisch
- nieuwe woorden, spellingsregels, betekenis
fonologie
fonemen:
- taalklanken, kleinste klankeenheid die betekenis uitdrukt
- wijziging foneem verandert betekenis
- ongeveer 200 fonemen
- per taal 15 à 40
- Engels: 44, Chinees: 35, Hawaïaans: 13
- baby 6m: alle fonemen
- baby 8-9m: vernauwing tot moedertaal
morfologie
morfeem:
- kleinste woorddeel dat betekenis uitdrukt
- vrij morfeem: zelfstandig woord
- gebonden morfeem: uitsluitend in combinatie
syntax en semantiek
syntax:
- zinsleer
- combinatie woorden tot zinsdelen of zinnen
semantiek:
- betekenisniveau
parsering:
- om zinnen semantisch te kunnen begrijpen moeten we ze syntactisch ontleden
- -> syntactische structuur zin achterhalen
- boomstructuur
- niet altijd evident: grammaticale ambiguïteiten
garden-path model:
- achterhalen betekenis grammaticaal ambigue zin
- intuinzinnen: vorm van grammaticaal ambigue zin, zin opnieuw verwerken omdat eerste interpretatie incorrect is
- minimale hechting: hechting volgens meest eenvoudige boomstructuur
- late sluiting: inkomend element wordt gehecht aan recent verwerkt zinsdeel
pragmatiek
sociale aspect van taalgebruik
chomsky
universele grammatica:
- zelfde stadia taalontwikkeling, ongeacht cultuur
- syntax verbetert niet door leerprocessen maar door natuurlijke ontwikkeling
- kinderen produceren zinnen die ze nooit gehoord hebben
UG: aangeboren sleutelprincipes die alle talen gemeenschappelijk hebben
- specifieke parameters moedertaal worden wel aangeleerd
taalkundige competentie: - kennis taalregels - UG taalkundige prestatie: - gebruik van die kennis in dagelijkse communicatie - hoe men daadwerkelijk spreekt
classificatie fonemen ifv articulatie
articulatieplaats:
- plaats waar luchtstroom wordt tegengehouden
articulatiewijze:
- wijze waarop luchtstroom wordt tegengehouden
stemhebbend/stemloos:
- /p/ vs /b/
spraakperceptie: ingewikkeld proces
coarticulatie:
- effect op foneemklank
- foneem anders uitgesproken ifv omliggende fonemen
woordsegmentatie:
- woorden overlappen tijdens uitspraak
- hoe onderscheiden we dan woorden?
- gebeurt niet obv natuurlijke pauzes, niet af te leiden uit spectogram, geen duidelijke woordgrenzen
toch in staat spraak te begrijpen:
- verklaring: samenspel van BU en TD processen
spraakperceptie: ondersteuning
liplezen:
- onbewust liplezen om spraak te interpreteren
- McGurk effect: mismatch visuele en auditieve input
foneemrestauratie:
- brein vult ontbrekende fonemen spraaksignaal aan
- aanvulling in functie van context
- luisteraars vaak onbewust van ontbrekende fonemen
categorische spraakperceptie:
- foneem wordt door brein in bepaalde categorie ingedeeld om te compenseren voor verschillen in uitspraak van klank
theorie spraakherkenning, motorische theorie
Liberman
gemeenschappelijk systeem: spraakperceptie en spraakproductie
spraakperceptie:
- door middel van vergelijking met hoe eigen spraakorgaan zou produceren
theorie spraakherkenning, cohortmodel
Marslen-Wilson en Tyler
interactief model: parallelle BU en TD processen
activatie:
- beginfonemen activeren alle woorden consistent met spraaksignaal = cohort
filtering:
- woordkandidaten inconsistent met daaropvolgende spraakinput of context gradueel gefilterd uit cohort
- proces houdt aan tot 1 woord overblijft
- -> punt van herkenning
lezen
ingewikkeld proces
samenspel van BU en TD
woordsuperioriteitseffect
Reicher woorden faciliteren visuele letterherkenning: - woordconditie vs niet-woordconditie - pseudo-woordsuperioriteitseffect - woord vs lettercondities
besluit:
- betere herkenning letters door woordcontext, zelf bij fictief woord
basisprocessen lezen
oogbewegingsapparatuur
camera’s filmen ogen en registreren fixaties en saccades