3. Perceptie Flashcards
perceptie
synoniem waarneming
enig ‘venster’ op de wereld
zintuigen registreren enkel, hersenen nemen waar
waarneming is geen exacte kopie
geen passieve registratie informatie: geen spiegelbeeld werkelijkheid
actief proces: opbouw interne representatie
interne representatie
mentale voorstelling externe omgeving
verschilt van externe werkelijkheid
sensorische modaliteit
waarneming start bij ontvangen prikkels door sensoren
elke sensorische modaliteit reageert op verschillend soort prikkel
sensorische fase
sensoren: fysieke prikkel in patroon zenuwimpulsen interpreteerbaar voor brein
omzetting = transductie
resultaat:
- sensatie of gewaarwording: ruw en zonder betekenis
perceptuele fase
patroon sensorische zenuwimpulsen wordt geïnterpreteerd door brein
interne representatie wordt opgebouwd
resultaat: percept met betekenis
van prikkel tot perceptie
percept geen perfecte kopie prikkel, wat is dan wel de relatie?
onderzoeksdomein psychofysica
psychofysica, drie centrale vragen
detectiedrempel?
- neem ik prikkel waar?
- hoeveel stimulatie nodig om waarneming prikkel te maken?
Verschildrempel?
- verschilt prikkel van andere prikkel?
Schaal?
- hoe sterk ervaar ik prikkel
- indien stimulatie zintuigen x2, waarneming ook x2?
detectiedrempel
hoeveel stimulatie nodig opdat prikkel bewust wordt gedetecteerd?
- eenzelfde prikkel kan soms wel eens worden waargenomen, soms niet worden waargenomen -> fluctueert
absolute drempel
S wordt gedetecteerd in 50% van de gevallen
verschilt tussen sensorische modaliteiten
hoeveelheid vereiste stimulatie is relatief
afhankelijk van verschillende factoren (leeftijd, motivatie, aandacht, …)
verschildrempel
just noticable difference;
kleinste verschil in stimulatie dat in 50% van de gevallen wordt opgemerkt
Wet van Weber:
verschildrempel geen constante maar relatief
hoe JND berekenen?
‘k = JND / I’
schaal
verband intensiteit stimulus en intensiteit subjectieve ervaring?
(2 vs 3 lampen of 40 vs 41 lampen)
niet-lineair verband, machtswet
machtswet: als intensiteit toeneemt, geen lineair verband met waarneming
afhankelijk sensorische dimensie
objectherkenning
= doel perceptie
we doen continu aan objectherkenning
hoe herkennen we informatie?
bottom up vs top down
bottom up:
- data gestuurd, stimulus gestuurd
- gestuurd vanuit omgeving
top-down:
- concept gestuurd
- gestuurd vanuit brein
computationele benadering, Marr
waarneming = informatieverwerkingsprobleem
visuele verwerking herleiden tot opeenvolgende stappen
3 fasen met 3 niveaus van representatie
Marr, ruwe primaire schets
retinale beeld herleiden tot grijsschaalrepresentatie
grijsschaalrepresentatie: geen kleurinfo, irrelevante info wordt weggefilterd
contouren, randen, oppervlakten detecteren door bepaling herderheidsovergangen
welke onderdelen ruwe primaire schets behoren tot eenzelfde object? perceptuele organisatie volgens gestaltwetten