7. Protostomen Flashcards

1
Q

Bespreek de lichaamsbouw van platyhelminthes

A
  1. Bilaterale symmetrie : cephalisatie mogelijk
  2. Triploblastisch
  3. longitudinale en circulaire spieren
  4. Vrijlevend of endoparasitair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bespreek de lichaamsfuncties van platyhelminthes

A
  • Voeding : 1 opening thv uitstulpbare pharynx - extracellulaire vertering, dan intracellulair via fagocytose (gereduceerd tot afwezig verteringsstelsel)
  • Ademhaling : diffusie
  • Geen circulatie stelsel
  • Excretie : netwerk van vlamcellen en poriën in epidermis (osmoregulatie)
  • Zenuwstelsel : anterior cerebraal ganglion en zenuwstrengen (laddertype) + fotoreceptoren
  • Voortplanting : hermafrodiet (vaak kruisbestuiving) - interne bevruchting en externe ontwikkeling van ei
  • Regeneratie : elk stuk groeit uit tot volledige platworm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Turbellaria

A

= trilhaarworm
* Vrijlevend en beweegt via trilharen op buikzijde
* Carnivoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Trematoda

A

= zuigworm
* Neodermata = endoparasiet vooral bij vertebraten
* Mond en buikzuignappen
* Meestal meerdere gastheren waaronder 1 vertebraat
* vb. Clonorchis sinensis en Schistosoma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de Clonorchis sinensis

A

= Chinese leverboot
* Leeft in galkanaal van mens, kat, hond en varken
* Hermafrodiet : kruisbestuiving (eieren bevatten miracidium die vrijkomen via faeces)
* 1ste cyclus : Water opname door slak - ei wordt sporocyst = ontstaan van redia - uitgroei tot cercaria - komen vrij in water - boren zich in spieren/onder schubben van vissen - transformatie tot metacercaria in cyste
* 2de cyclus : zoogdier eet rauwe cis - cyste lost op in darmen - jonge worm migreert naar galkanaal en matureert - geeft levercirrose (kan tot 30 jaar leven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek de Schistosoma

A

Veroorzaakt bilharziose : doodt 200 000 mensen per jaar
* Leeft in bloedvaten van darm of urineblaas
* Mannetjes leven in ventrale groeven in vrouwtjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek de Cestoda

A

= lintworm
* Neodermata = endoparasitaire vorm die in darm van vertebraten leeft (hebben geen eigen spijsvertering )
* Hechten via scolex met zuignapjes of haakjes
* 2 gastheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek de Taenia saginatia

A

= runderlintworm
* lichaam : 3 delen (scolex - nek - proglottiden)
* Scolex: 4 zuignappen en haken
* Proglottide : complexe hermafrodiete eenheid (rijp ei - bevrucht - zygote - embryo - proglottide breekt af en verlaat gastheer via faeces = embryo’s komen vrij voor opname door nieuwe gastheer)
* Nek : plaats waar nieuwe proglottide ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek de toepassingen van de platyhelminthes

A
  • sterk regeneratievermogen : onderzoek op oa Dugesia
  • Productverlies in veeteelt : Leverboot - herkauwers en schapen + tussengastheer voor lintwormen
  • Infecties bij mensen : Levercirrose > Clonorchis sinensis / Schistosomiase > Schistosomia / Runder- en varkenslintworm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet de lichaamsbouw van de annelida eruit ?

A
  • Ringachtige segmenten : verschillende combinaties van organen of verschillende functies, inwendig gescheiden door septa waar uitwisseling van info en materiaal nog mogelijk is
  • Gespecialiseerde segmenten : anterior is het sensorisch orgaan gevoeliger voor licht
  • Hoofd en staart zijn geen segmenten maar vormen eerder groeizones
  • Hydroskelet : vloeistof in coeloom van elk segment maakt peristaltische beweging mogelijk (ook longitudinale + circulaire spieren )
  • Chaetae op elk segment : hechten vast op substraat
  • Ventrale zenuwstreng : verbinden ganglia met hersenen
  • Spijsverteringskanaal : niet gesegmenteerd (mond - pharynx - oesophagus - krop - maag - darm - anus)
  • Gesloten bloedsomloop : meerdere harten pompen bloed in posterieure richting - dorsaal bloedvat brengt het terug naar hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek de lichaamsfuncties van de annelida

A
  • Leven op land of in de zee
  • Voeding varieert volgens groep (extracellulaire vertering
  • Ademhaling : via lichaamswand wordt O2 en CO2 uitgewisseld en circuleren via bloedsomloop
  • Excretie : via gecilieerde (meta)nepridia (1 per segment)
  • Gescheiden geslacht of hermafrodiet (kruisvruchting)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek de Hirudinea

A

= bloedzuigers
* Clitellata
* leven meestal in zoet water of soms marien
* dorsoventraal afgeplat : geen inwendige segmentatie of chaetae
* 1 of 2 zuignappen : parasitaire bloedzuigers
* Hermafrodiet (kruisbestuiving : clitellum enkel tijdens broedtijd ontwikkeld)
* Parasieten : injecteren verdovende stof in gastheer + anti-stollinde stof + vasodilaterende stof zodat bloed goed uit gastheer stroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bespreek de toepassingen van annelida

A
  • Polychaeten zijn belangrijk in mariene voedselketen
  • Oligochaeten belangrijk bij compostering en verluchting van bodem
  • Hirudinea worden gebruikt bij wondheling (Hirudo medicinalis) - Hirudine = antistollingsmiddel
  • Bloedverlies door bloedzuigers is laag maar kans op overdracht van schadelijke parasieten is er wel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ziet de lichaamsbouw van de Nematoda eruit ?

A
  • Leven in zeewater, zoet water, land en zijn endoparasiet van plant en dier
  • Niet gesegmenteerd
  • Epidermis bedekt met flexibele, stevige cuticula (afgeworpen voor groei - 4x vervellen = Ecdyzoa)
  • Lichaamsholte : pseudocoel
  • Hydroskelet : druk van lichaamsvocht tegen cuticula
  • 2 excretie kanalen
  • 2 zenuwstrengen : dorsaal en ventraal
  • Volledig spijsverteringskanaal : mond - pharynx - darm - anus
  • Geen ademhalingsstelsel of circulatie : uitwisseling via cuticula
  • Seksuele voortplanting - seksueel dimorfisme : gehaakte kleine staart bij mannetjes en rechte staart bij vrouwtjes
  • Larvaal stadium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Caenorabditis elegans

A
  • genetische en ontwikkelingsstudies
  • matuur in 3 daten
  • Eutelie
  • 1 mm lang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bespreek de lichaamsfuncties van Nematoda

A
  • Voedsel : opname via mond met stiletten - zuigende beweging van pharynx - opname voedingsstoffen doorheen 1 cellaag in darm
  • Ademhaling : diffusie
  • Voortplanting : soms hermafrodiet, meestal niet - zaadcellen bewegen door amoeboïden - interne bevruchting
  • Vrijlevend of parasitair
17
Q

Bespreek de Ascaris lumbricoïdes

A

= mensenspoelworm
* Volwassen wormen in humane darmen
* Geen tussengastheer
* Tot 200 000 eitjes per dag (overleven voor jaren in de grond)
* Handen in planten/grond steken en niet wassen kan voor infectie zorgen
* Infectie mogelijk als bevrucht eitje uitgroeit tot embryo en wordt opgenomen door mens

18
Q

Bespreek de Wuchereria bancrofi

A

Zorgt voor elephantiasis
* tropische gebieden
* tussengastheer : mug
* Opstopping in lymfevaten - lymfoedeem
* Infectie bij beet van mug want de larve komen zo in het bloed van mens terecht - volwassenen gaan microfilariae produceren dat migreert naar de lymfe en bloedvaten

19
Q

Bespreek toepassingen van de Nematoda

A
  • Caenorhabditis elegans = studie over veroudering, geheugen, leren, diabetes …
  • Aaltjes : ecologisch belangrijk - breken plantaardig/dierlijk materiaal af tot bestanddelen die door bacteriën gemineraliseerd worden (mineralen voor planten)
  • Bodemnematoden = indicator voor gezonde bodem
  • Schade aan gewassen/vee door parasitaire vormen
  • Humane parasieten : Aarsmaden, Ascaris lumbricoides, filariasis, Trichinosis
20
Q

Bespreek de lichaamsbouw van Arthropoda

A
  • Gesegmenteerd lichaam : kop - thorax - abdomen (meer segmenten zichtbaar in larvaal stadium)
  • Exoskelet : chitine, proteïnen en soms calciumzouten (aanhechting spieren + bescherming en vervelling )
  • Gelede aanhangsels : monddelen, poten en antennes ( flexibiliteit)
  • Vleugels zijn later geëvolueerd
  • Facetogen - ommatidia : complexogen en/og eenvoudige ogen
21
Q

Bespreek de lichaamsfuncties van Arthropoda

A
  • Open circulatiestelsel : bloed stroomt van hart (musculair vat) naar kop en vrij naar lichaam - eenrichtingskleppen voor bloed naar hart te laten stromen
  • Zenuwstelsel : dubbele ventrale zenuwstreng verbindt ganglia in semgenten met hersenen (3 dorsale ganglia anterior voor controlerende functies - geen stimulerende functies)
  • Excretiestelsel : veel variatie (buisjes van Malpighi op overgang tussen midden en einddarm - vloeistoftransport tussen buisjes en bloed om afvalstoffen te verwijderen richting einddarm via precipitatie : water en zouten worden gereabsorbeerd in einddarm)
  • Ademhaling : veel variatie
  • insecta : tracheëen (klein, vertakt en bedekt met curicula - diffusie over dichtbijgelegen celmembraan en monden uit in spiracula)
  • crustacea : kieuwen
  • arachnida : boeklongen
  • Voortplanting : gescheiden geslacht en meestal intern bevrucht, soms partenogenese
22
Q

Bespreek de Insecta

A
  • Leven in alle habitats
  • Kevers, wantsen, vliegen, vlinders, bijen, mieren …
  • Kop : 1 paar antenne, labrum, 1 paar mandibulae, 1 paar maxillae en labium
  • Thorax : 3 paar poten en abdomen
  • Meestal vleugels (> chitine en eiwitten - groeien uit lichaamswand en vaak bedekt met schubben)
  • Communicatie via geluid (ultrasoon) of via feromonen
  • Metamorfose : gedeeltelijk (sprinkhaan) of volledig (vlinder)
  • Meestal facetogen en ocelli
  • Soms setae en/of tympanum
  • Monddelen : sterk aangepast aan voedingsgewoonten (steken, zuigen …)
23
Q

Geef de toepassingen van Arthropoda

A
  • Belangrijke voedselbron voor mens en dier (in zee + op land)
  • Economie : bestuiving gewassen
  • Zijde door zijdemot en spinnen
  • Toxines
  • Schade aan gewassen : insecten zijn belangrijkste herbivoren op land
  • Verspreiding infectieziekten bij plant, dier en mens
  • Drosophila melanogaster : proefdiermodel voor biomedisch onderzoek