6. Diversiteit en evolutionair bouwplan Flashcards

1
Q

Hoe ziet de lichaamsbouw eruit van profera ? (5)

A
  1. Verschillende celtypes : geflageleerde choanocyten - amoebocyten - afgeplatte wandcellen (cellen zijn totipotent)
  2. Geen weefsel
  3. Adulten zijn sesiel / larven zijn vrijzwemmend
  4. Diameter : 2 mm - 2m
  5. 95% is marien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bespreek het osculum (6)

A
  • ostia
  • Binnenste rij - choanocyten : flesvormige cellen met flaggelum
  • Buitenste rij - afgeplatte wandcellen : epitheliale wand
  • Ertussen : mesophyl met amoeboeide cellen
  • Spicula uit calcium carbonaat / silicium : extra stevigheid
  • Spongine vezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bespreek de lichaamsfuncties van de profera (6)

A
  1. Watercirculatie via ostia en osculum
  2. Intercellulaire vertering (filtervoeders)
  3. Ademhaling : diffusie
  4. Geen zenuwstelsel of bloedvaten
  5. Voortplanting : aseksueel - knopvorming en fragmentatie / seksueel - choanocyten of amoeboide cellen worden zaadcel of eicel en gaan versmelten –> veel soorten zijn hermafrodiet (kruisbestuiving)
  6. reaggregatie van cellen mogelijk door hoog regeneratiepotentieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bespreek de toepassingen van de profera (4)

A
  • Voedselbron voor mariene organismen
  • Productie van chemische stoffen : antibacteriële werking (farma industrie)
  • Mechanismen / moleculen voor cellulaire dedifferentiatie en redifferentiatie (stamcelonderzoek)
  • spongine skelet : basis voor huis- of badspons
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ziet de lichaamsbouw eruit van Cnidaria ? (4)

A
  1. Radiale symmetrie : mond, geen anus
  2. 2 kiemlagen : epidermis (epidermale cellen + nematocyten) en gastrodermis (gastrodermale cellen + sensorische cellen) en mesogloa
  3. Geen organen
  4. Hydroskelet - exoskelet (chitine en calciumcarbonaat)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 lichaamsvormen zijn er bij Cnidaria ?

A
  1. Meduse = vrijzwemmend : solitair, schijf- of paraplu-vorm met tentakels rond de mond aan 1 zijde
  2. poliep = sessiel : solitair of koloniaal, lichaamsopening is mond en anus, omringt door tentakels

Sommige soorten wisselen poliep en meduus stadia af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek de lichaamsfuncties van Cnidaria (4)

A
  • Voeding : carnivoor door nematocyten - extracellulaire en intracellulaire vertering
  • Ademhaling : diffusie
  • Netwerk van zenuwcellen
  • Voortplanting : generatiewisseling - ongeslachtelijke poliepgeneratie / geslachtelijke medusgeneratie of beide generaties (diploïd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek de toepassingen van Cnidaria

A
  • Koraalriffen = schuilplaatsen voor jonge en kleine mariene dieren
  • Steenkoralen vormen kalksteen
  • Toxines afscheiden = zenuwschade
  • Bioluminescentie : Aequorea victoria en Discosoma sp.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly