(7) Kintsch (1994) Text comprehension, memory, and learning. Flashcards

1
Q

Wat is de hypothese van Kintsch (1994)?

A

Kintsch stelt dat teksten die niet alles expliciet uitleggen en ruimte laten voor lezers om gaten te vullen, nuttiger kunnen zijn voor leren en geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kwam de studie tot stand?

A

Kintsch baseerde zich op eerdere studies en zijn eigen theoretische overwegingen over tekstonderzoek en leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

X

A

X

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zegt Kintsch (1994) over het nut van het achterlaten van gaten in teksten voor de lezer om te vullen?

A

Het achterlaten van gaten kan de lezer stimuleren om actiever deel te nemen aan het begrijpproces en hun kennis te gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Volgens Kintsch (1994), hoe beïnvloedt de kennis van de lezer de effectiviteit van verschillende teksten?

Wat gebeurt er bij meer voorkennis en wat bij minder..

A

Lezers met veel achtergrondkennis kunnen beter leren van teksten die actieve verwerking vereisen, terwijl minder ervaren lezers baat kunnen hebben bij meer expliciete en coherente teksten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn enkele strategieën die Kintsch (1994) aanbeveelt om het lezen actiever te maken?

A

Hij suggereert “zelfuitleg strategieën” (bv. dingen aan jezelf uitleggen) en de ‘auteur bevragen’ techniek (vragen stellen en de antwoorden leren) om actiever lezen te stimuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is volgens Kintsch (1994) het belang van inhoudsoverlap tussen tekst en bestaande kennis voor leren?

A

Inhoudsoverlap is een noodzakelijke voorwaarde voor leren; teksten die optimale leeromstandigheden creëren moeten voldoende, maar niet volledige overlap hebben met bestaande kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent “goed schrijven” volgens Kintsch (1994)?

A

“Goed schrijven” varieert afhankelijk van de lezer; voor sommigen betekent het expliciet en coherent zijn, voor anderen betekent het de lezer in staat stellen zijn eigen voorkennis te activeren om tot betere schema’s te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de conclusie van Kintsch (1994) over lezen en leren?

  • wat vereist het?
  • wat heb je daarvoor nodig?
A

Leren vereist :
* actieve constructie van een situatiemodel

Dit bewerkstellig je door.
* De tekst te combineren met eerdere kennis van de lezer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorbeeld situation model (Kintsch 1994)

Ga uit van OTS

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is leren?

A

Verklaart wel dat teringlange verslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A
17
Q

Voorbeeld Coherentie

A

Nou, het verschil is duidelijk

18
Q
A