7 ANOVA Flashcards

1
Q

7.1 Anova

Wat is Anova? (zie antwoordvel)
-Wat wordt er met oneway Anova bedoeld?

Wat is de F-toets (omnibustoets)?
-Wat is de nulhypothese?

Wat is de F-waarde?
- F>1 = ……
- F<1 = ……

Wat zijn de vier aannames van Anova?
-Normaal verdeeld
-Homgeniteit varianties
-Onafhankelijkheid
-Uitbijters in data

De F-toets is een uitbreiding van de onafhankelijke t-toets, ofwel er wordt naar >2 groepsgemiddelde in vergelijking met elkaar gekeken. De steekproef dient dus groter te zijn.

De steekproefgrootte en de p-waarde van de F-toets en t-toets zijn (gelijk of ongelijk) aan elkaar.

Wat is kanskapitalisatie? (zie antwoordvel)

A

Anova: Toets om overal effect te bekijken ipv allemaal lossen t-toetsen te doen. Dit vergroot namelijk de kanskapitalisatie.

Kanskapitalisatie: Hoe meer t-toetsen je doet hoe groter statisch gezien het binnen de 5% (alpha) valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

7.2 Effectmaten Anova

Wat is de effectmaat van Anova? En wat geeft deze aan?
-Benoem het tabel
Wat geeft een hoge waarde aan?

Wat is post-hoc testen?
-Wat kun je doen om de type-1 fout te verlagen? Wat is hier wel het nadeel van, maar onvermijdelijk.

Welke post-hoc testen zijn er?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly