7 Flashcards
1
Q
te steunen
A
to support
2
Q
te dalen
A
to go down, descend
3
Q
binnenkort (adv)
A
shortly
4
Q
het initiatief
A
the initiative
5
Q
het gevaar
A
the danger
6
Q
eventueel
A
possible
7
Q
plots (adv)
A
sudden
8
Q
het beleid
A
the policy
9
Q
het product
A
the product
10
Q
de functie
A
the function
11
Q
eveneens (adv)
A
as well, also, too
12
Q
te ontbreken
A
to lack
13
Q
de jeugd
A
the childhood
14
Q
het buitenland
A
abroad
15
Q
de termijn
A
the term
16
Q
het geweld
A
the violence
17
Q
te verdedigen
A
to defend
18
Q
te vestigen
A
to set, establish
19
Q
te aanpassen
A
to adapt
20
Q
onbekend (adj)
A
unknown
21
Q
de omstandigheid
A
the condition, the circumstance
22
Q
te beschermen
A
to protect, to guard
23
Q
te bevatten
A
to contain, to comprehend
