683-750 Flashcards
adhuc
tot nu toe, nog altijd
plerumque
meestal
frustra
tevergeefs
subito
plotseling
circiter
ongeveer
satis
genoeg, nogal
inde
vandaar, daarna, daarom
tum/tunc
op dat moment, dan
rursus
opnieuw
numquam
nooit
fere
bijna, meestal
quasi
als het ware
potius
eerder, liever
ibi
daar
eo
daarheen, daardoor
tantum
zoveel, alleen maar
usque
ononderbroken
diu
lange tijd
parum
onvoldoende
omnino
helemaal
quondam
ooit
illic
daar
denique
ten slotte
ita
zo
olim
eens
una
samen
forte
toevallig
quidem
weliswaar, tenminste, meer bepaald
etiam
ook, zelfs, nog
modo
slechts, zojuist
interim
intussen
contra
ertegenover, anderzijds
priusquam
o vgw
voordat
quoniam
o vgw
aangezien
quin
o vgw
dat, dat niet
quasi
o vgw
alsof
aut
n vgw
of
at
n vgw
maar
vero
n vgw
inderdaad, maar
si
o vgw
als
autem
n vgw
maar, echter
verum
n vgw
maar
sed
n vgw
maar
postquam
o vgw
nadat
nec/neque
n vgw
en niet, ook niet
quod
o vgw
omdat
dum
o vgw
terwijl, zolang als, totdat
nisi
o vgw
als niet, tenzij
nam
n vgw
want
enim
n vgw
want
quamquam
o vgw
hoewel
ut+ ind
ut +conj
o vgw
zoals, toen, wanneer
dat, (om) te, opdat, zodat
et
n vgw
en, ook
igitur
n vgw
dus
-que
n vgw
en
ergo
n vgw
dus
ubi
o vgw
toen, wanneer
cum+ind
cum+conj
o vgw
toen, wanneer
toen, omdat, hoewel
ac/atque
n vgw
en
tamquam
o vgw
zoals, alsof, als het ware
quia
o vgw
omdat
ne
o vgw
dat niet, om niet te, opdat niet
quamvis
o vgw
hoewel, hoe…ook
sive/seu
o vgw
hetzij, of als
velut
o vgw
zoals
an
vraagp
of
-ne
vraagp
geen vertaling
non
ontkenning
niet