6.2 de informatieverwerkingstheorie deel 2 Flashcards

1
Q

Wat is het expliciete geheugen?

A

herinneringen die bewust kunnen worden opgehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het impliciete geheugen?

A

Deze herinneringen kunnen we ons niet bewust herinneren

(fietsen en lopen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar worden de eerste impliciete herinneringen opgeslagen?

A

In het cerebellum en de hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar worden de eerste expliciete herinneringen opgeslagen?

A

In de hippocampus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het begrip neuroplacticiteit?

A

Het vermogen van de hersenen om nieuwe verbindingen aan te leggen en oude te verwijderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het ontwikkelings quotient?

A

Een ontwikkelingsscore die betrekking heeft op: motorische vaardigheden, taalgebruik, aanpassingsgedrag, en sociale vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de bayley – III, van bayley scales?

A

Een instrument om ontwikkelingsachterstand te identificeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke pijlers kent de bayley – III?

A

Cognitieve, taal, sociaal, motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een gemiddelde score van de bayley –III?

A

90 – 109

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is de bayley – III voor bedoeld?

A

Ondersteuning te geven in geschikte interventies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de bayley –III special needs addition?

A

Dit is bedoeld om vroegkinderlijke beperkingen in kaart te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Wat zeggen lage scores van ontwikkeling bij een baby over het volwassen leeftijd?
A

Dit hoeft niet te betekenen dat in de volwassenheid ook een achterstand is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het visuele herkenningsgeheugen bij een baby?

A

De snelheid waarmee de baby een nieuwe stimulus herkent

(hoe sneller hoe beter de informatieverwerking )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kijkt de infromatieverwerkingstheorie naar de latere inteligentie?

A

Hoe beter de informatieverwerking als baby, hoe hoger de inteligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke relatie heeft crossmodale perceptie met inteligentie?

A

Hoe beter op crossmodale perceptie hoe hoger de inteligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke kantekening is te maken tussen de relatie van vroege informatieverwerking en latere IQ scores?

A

De omgeving is ook van belang hoe een baby ontwikkeld

17
Q

Welke kantekening is te maken bij de informatieverwerking over het succes voorspellen op IQ tests?

A

De IQ test zegt niks over of het kind later ook succesvol is.

18
Q

Wat is een groot verschil tussen de informatieverwerkings theorie en de onwikkeling van piaget?

A

Piaget richt zich op de gehele ontwikkeling,

De informatie verwerking richt zich op specifieke delen van de ontwikkeling