6. Werkzame stoffen Flashcards

1
Q

Welke vormen kan een stof hebben?

A

Vast, vloeibaar, gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vast -> gas

A

Sublimeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gas -> vloeibaar

A

Condenseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vloeibaar -> vast

A

Stollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vast -> vloeibaar

A

Smelten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vloeibaar -> gas

A

Verdampen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gas -> vast

A

Rijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar uit moleculen van gevormd?

A

Atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een element?

A

Een stof die bestaat uit 1 soort atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar in worden elementen verdeeld?

A

Metalen en niet-metalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer ontstaat een molecuul?

A

Wanneer 2 of meer atomen zich aan elkaar hebben gebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de base van een geneesmiddel?

A

Het farmacon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de zuurrest?

A

De stof die we aan de base toevoegen om deze in zoutvorm te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de 3 manieren om geneesmiddelen op een verpakking te zetten?

A

1) De hoeveelheid stof wordt opgegeven als de hoeveelheid base
2) Totale hoeveelheid incl. zoutvorm
3) De hoeveelheid zoutvorm wordt vergeleken met de hoeveelheid van een andere zoutvorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar worden biologische geneesmiddelen van gemaakt?

A

Genetisch aangepaste, levende cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom mogen biologische geneesmiddelen niet oraal worden toegediend?

A

Het zijn eiwitten, dus deze worden afgebroken door het maagzuur. Ook zijn ze gevoelig voor verandering van zowel temperatuur als pH