11. Vloeibare toedieningsvormen Flashcards
1
Q
Waarom krijgen kinderen vaker vloeibare geneesmiddelen dan volwassenen?
A
Omdat zij te maken hebben met afwijkende doseringen die makkelijker te handhaven zijn in een vloeibare toedieningsvorm
2
Q
Drank
A
Mixtura
3
Q
Oplossing
A
Solutio
4
Q
Guttae
A
Druppels
5
Q
Rhinoguttae
A
Neusdruppels
6
Q
Oculoguttae
A
Oogdruppels
7
Q
Otoguttae
A
Oordruppels
8
Q
Suspensie
A
Suspensio
9
Q
Schudmixtuur
A
Solutio
10
Q
Slijm
A
Mucilago
11
Q
Gel
A
Mucilago
12
Q
Emulsie
A
Emulsum
13
Q
Smeersel/bodylotion
A
Linimentum
14
Q
Wat is een oplossing?
A
Een vloeibare toedieningsvorm waarbij de pharmacon is opgelost in het oplosmiddel
15
Q
Wat is de oplossnelheid?
A
De snelheid waarmee een geneesmiddel oplost in een oplosmiddel