6. Diversiteit en differentiatie Flashcards

1
Q

Verschillen = Variant

Verschillen ≠ Deficit

A

Deficit= Een mankement, iets dat opgelost moet worden, iets dat moeilijkheden veroorzaakt. Dit is niet de bedoeling. Als leerkracht richt je je op de voordelen van verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Diversiteit positief benaderen

A

NIET groepen in de klas integreren, WEL harmonieus samenleven. Zo creëren we een inclusieve klas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diversiteit

A

Alle mogelijke verschillen tussen mensen in de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diversiteit in de klas

A

Alle mogelijke verschillen tussen kleuter in onze klas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerken diversiteit in de klas (welke categorieën)

A

Uiterlijk, Sociaal-economische achtergrond, Lichamelijke en cognitieve mogelijkheden, Religie, Persoonlijke voorkeur, Opvoeding, Karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Binnenklasdifferentiatie

A

BKD is Proactief, Positief en Planmatig omgaan met verschillen tussen LLN (int. leerst. leerpr.) in de klas met oog op het grootst mogelijk leerrendement voor iedereen in f.v. motiv. leerwinst en Leerefficiëntie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Signaalfunctie

A

Welbevinden en Betrokkenheid signaleren bijzondere eigenschappen en (extra) zorg die kleuters individueel nodig hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Klasscreening

A

Een globale schatting van het kennen en kunnen van het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Klasportret

A

Een overzicht krijgen van alle individuen uit de klas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Interesse

A

Waarom leert een leerling?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leerstatus

A

Wat leert een leerling?
Metacognitief verschil
Sociaal-affectief verschil
Psychomotorisch verschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leerprofiel

A

Hoe leert een leerling?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Differentiatie

A

Het afstemmen van het onderwijs op verschillen tussen leerling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kern en doel BKD

A

motivatie, welbevinden, leerwinst en/of leerefficiëntie van ALLE lerende te verhogen zonder de lat lager te leggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Principes BKD

A
  1. Doel maximaal leren te faciliteren bij iedere lln
  2. Basisfilosofie van de lkr
  3. 3 P’s BKD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fixed mindset

A

Intelligentie staat vast, we kunnen niet verder ontwikkelen.

17
Q

Growth mindset

A

Iedereen is in staat om te veranderen en te groeien, je kan kwaliteiten ontwikkelen door er moeite voor te doen.

18
Q

3 P’s BKD

A

Proactief (anticiperen op potentieel in de klas)
Planmatig (plannen van de aanpak)
Positief (omgaan met verschillen als meerwaarde)

19
Q

Inclusieve leeromgeving

A

Goed onderwijs mogelijk maken voor alle leerlingen. Diversiteit is een meerwaarde en geen nadeel. Iedereen gelijke behandeling.

20
Q

BKD is een basisfilosofie

A

Denkpr 1. Groeigerichte bril (growth mindset)

Denkpr. 2. Ethisch kompas (handelen richten naar iedere leerling)

21
Q

Kenmerken diversiteit (algemeen)

A

Gender, huidskleur, sociale achtergrond, seksuele geaardheid, lichamelijke en verstandelijke mogelijkheid, religie, levensbeschouwing, leeftijd, etniciteit

22
Q

Metacognitieve verschillen

A

Verschil in voorkennis, engagement en mogelijkheid van de leerling

23
Q

Sociaal-affectieve verschillen

A

Hier bij zet je best in op samenwerken, leren leren van elkaar, stimuleren zelfstandig werk

24
Q

Psychomotorische verschillen

A

Belang tijdens lessen beweging en LO