4.6 Rivieren: Het Ijsselmeer en de Zuidwestelijke Delta Flashcards

1
Q

Hoe kun je met de watertekorten omgaan?

A

Het opslaan van water in tijden van overschot, verstening tegengaan en natuur ontwikkelen. Daarnaast kan je er ook voor kiezen om spoel en afvalwater te hergebruiken. Een andere oplossing is het water uit het Ijsselmeer halen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar heeft de overheid voor gekozen om watertekorten en overschotten tegen te gaan?

A

Voor een flexibel waterpeil. In de winter spuien ze minder, waardoor er meer water in het Ijsselmeer blijft: als voorraad voor de zomer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor kan het zoet water uit het Ijsselmeer gebruikt worden?

A

Als drinkwater, landbouw en om verzilting in droge gebieden tegen te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waardoor neemt de verzilting toe?

A

Door droogte, hierdoor stroomt het zoute zeewater de rivieren in. Door de bodemdaling neemt de verzilting nog meer toe doordat in de laag gelegen polders het zoute water naar boven komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe worden delen van Zeeland voorzien van zoet water?

A

Niet uit de rivieren maar uit de grond. Dit is een bron die uiteindelijk op gaat, dus moet er een oplossing komen. Bijvoorbeeld door het waterverbruik te verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly